Resultaat 1–12 van de 32 resultaten wordt getoond

Aanscherping van de veiligheid binnen sport met behulp van zelfregulering voor en door sportorganisaties

J. Vermeulen

In dit artikel, dat naar aanleiding van het Skeelerarrest is geschreven, worden sportorganisaties aangespoorde veiligheid binnen de sport aan te scherpen. Op sportorganisaties rust een vergaande maatschappelijke zorgplicht. Voorgesteld wordt dat sportorganisaties met behulp van zelfregulering gebruik gaan maken van risicoanalyses en één blessureregistratiesysteem. (zie ook: HR 25-11-2005, Skeeler).

Verdieping | Studentartikel
oktober 2006
AA20060692

Beroepscodes: wassen neus of wondermiddel?

Impressie van een symposium

E. Baken, M. Bootsman

In dit artikel wordt ingegaan op een symposium over beroepscodes. In het artikel wordt ingegaan op de verschillende visies die aanwezig zijn ten aanzien van beroepscodes en op de werking en wenselijkheid van beroepscodes.

Verdieping | Studentartikel
maart 1991
AA19910226

De invloed van regelgeving van sportorganisaties op het civiele aansprakelijkheidsrecht

R.H.C. van Kleef

Post thumbnail

De sport kenmerkt zich door een grote hoeveelheid van eigen regelgeving. Veel van deze regelgeving is van tuchtrechtelijke aard en dient (mede) om schade te voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan spelregels, pisteregels of aan standaarden voor stadionveiligheid. In dit artikel wordt gestreefd de status van deze regels in een civiele procedure te verduidelijken. In welke mate kan en moet tuchtrechtelijke regelgeving van sportorganisaties in aanmerking worden genomen bij het bepalen van de toepasselijke zorgvuldigheidsnorm?

Bijzonder nummer | Tuchtrecht
juli 2016
AA20160545

De tragiek van toezichthouders

H.G. van de Bunt

Post thumbnail Toezichthouders kunnen het nooit goed doen. In een periode van crisis wordt er op gewezen dat zij gefaald hebben. Zij zouden de crisis te laat onderkend hebben,waardoor de risico’s niet tijdig gepareerd zijn. In goede tijden worden toezichthouders bekritiseerd door organisaties en burgers die de regeldruk te hoog vinden en de controles meer dan beu zijn.

Opinie | Amuse
februari 2009
AA20090088

De wet als winterdijk

M.J. Trappenburg

In dit artikel geeft de auteur haar visie op de relatie tussen recht, ethiek en wetgeving. Zij pleit voor wetgeving die functioneert als een winterdijk. Dit betekent dat de praktijk zichzelf reguleert. Pas als excessen optreden, dient er wetgeving te zijn die excessen voorkomt of indamt. Zij treedt onder meer in discussie met Wibren van der Burg, die eerder in deze Rode draad publiceerde over de verhouding recht, ethiek en wetgeving.

Overig | Rode draad | Recht en ethiek | Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 1998
AA19980802

Handelen met een schoon geweten: de Europese interne markt en regulering van fair trade- en groene goederen

L.J. Ankersmit

Producten uit andere landen verkrijgbaar op de Nederlandse markt worden niet altijd gemaakt volgens sociale en milieunormen in de landen van herkomst zoals wij dat graag zouden willen. Het reguleren van producten met een extraterritoriaal oogmerk kan echter resulteren in handelsbelemmeringen of beperkingen van de mededinging, en is daarmee mogelijk in strijd met de Europese internemarktregels. Deze bijdrage analyseert deze problematiek vanuit de drie voornaamste uitdagingen die productregels met een extraterritoriaal oogmerk met zich meebrengen voor de Europese interne markt: extraterritorialiteit, unilateralisme en zelfregulering.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2015
AA20150946

Inleiding Rode Draad ‘Recht en reclame’

S.E. Bartels, M.J. Kroeze, H. Moons

Inleiding bij de rode draad voor het jaar 1993 'Recht en reclame'.

Overig | Rode draad | Recht en reclame
januari 1993
AA19930013

Juridisering van het internet: eender als of anders dan gebruikelijk

F.W. Grosheide

In dit artikel wordt door de auteur allereerst ingegaan op de verschillen tussen de werkelijke wereld (offline) en de virtuele wereld (online) waarbij de auteur tot de conclusie komt dat er in de loop van de jaren geen verschil meer bestaat tussen deze twee werelden en het internet gelijk is komen te staan met de echte wereld. De auteur komt tot deze conclusie omdat er voor de internetwereld gelijksoortige regels gelden als voor de werkelijke wereld. In het tweede gedeelte van het artikel gaat de auteur in op de regulering die op internet plaats zou moeten vinden. De auteur gaat daarbij in op informatie-, communicatie, informatica- en mediarecht. De auteur komt tot de conclusie dat een samenspel tussen overheids- en zelfregulering het meest wenselijk is.

Bijzonder nummer | Internet & recht | Verdieping | Studentartikel
juli 2008
AA20080500

december 1989

Katern 33: Konsumentenrecht

E.H. Hondius

juni 1991

Katern 39: Bestuursrecht

R.L. Vucsán

december 1991

Katern 41: Gezondheidsrecht

G.A. van Eikema Hommes

maart 1993

Katern 46: Bestuursrecht

R.L. Vucsán

Resultaat 1–12 van de 32 resultaten wordt getoond