werknemer

Resultaat 1–12 van de 39 resultaten wordt getoond

‘Medische beoordeling en werkhervatting: moet de werkgever betalen?’

J. Riphagen

Hoge Raad 6 april 2001, nr. C99/197HR, ECLI:NL:HR:2001:AB0904, JAR 2001, 80, NJ 2001, 333 (Van Kesteren/Rabobank) Een werknemer meldt zich na één jaar ziekte bij de werkgever omdat hij zijns inziens voldoende hersteld is om het werk te hervatten. De werkgever weigert hier op in te gaan onder verwijzing naar het oordeel van de medische dienst van het uitvoeringsorgaan van de WAO, welke dienst hem nog ongeschikt achtte, hetgeen in een besluit van 9 september 1992 was vastgelegd. Laatstbedoeld besluit werd echter door de Rechtbank, sector bestuursrecht, vernietigd waartegen het uitvoeringsorgaan geen hoger beroep instelde. De werknemer vordert in verband hiermee en in verband met de weigering tot toelating tot het werk loon (onder aftrek van de verkregen uitkering). De werkgever stelt onder andere dat hij de onjuistheid van het medisch oordeel niet had kunnen voorzien, zodat de gevolgen daarvan niet voor zijn risico behoren te komen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2002
AA20020907

De onbevoegde officier van justitie (De Staat & Van Hilten-M.)

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 11 oktober 1991, nr. 14302, ECLI:NL:HR:1991:ZC0360, RvdW 1991, 218, AB 1992, 62, nt. FHvdB (De Staat & Van Hilten/M.) Arrest van de Hoge Raad en bijbehorende noot over de aansprakelijkheid van de Staat voor het onrechtmatig handelen van een officier van justitie én diens persoonlijke aansprakelijkheid. De rechtbank overwoog, dat nu de officier van justitie een beperking heeft bevolen die het vrij verkeer tussen verdachte en raadsman belemmert, welke beperking alleen door de R-C bevolen kan worden, de officier van justitie naast de Staat persoonlijk aansprakelijk is. De Hoge Raad oordeelt dat het handelen van de officier van justitie als een onrechtmatige daad van de Staat heeft te gelden en daarmee laat zij het oordeel van de rechtbank in stand. Wat betreft het oordeel van de rechtbank dat de officier van justitie persoonlijk aansprakelijk is voor het overschrijden van diens bevoegdheden, laat de Hoge Raad het oordeel van de rechtbank niet in stand. De Hoge Raad overweegt dat voor persoonlijke aansprakelijkheid van een officier van justitie slechts plaats ia als de officier een persoonlijk verwijt van het onrechtmatig handelen kan worden gemaakt. In het onderhavige geval is dat volgens de Hoge Raad niet het geval nu de stand van de literatuur en jurisprudentie ten aanzien van de overschreden bevoegdheid niet duidelijk is uitgekristalliseerd. In de noot wordt dieper ingegaan op de civielrechtelijke aspecten van de uitspraak zoals de aansprakelijkheid voor fouten van werknemers.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1992
AA19920792

De Ongevallenwet

R.J.S. Schwitters

In 1901 werd na veel tumult de Ongevallenwet aangenomen. Met deze wet verzekerde de staat een uitkering aan in een groot aantal bedrijfstakkenwerkzame werknemers die op hun werk door een ongeval getroffen waren. In deze bijdrage bij de 'Canon van het recht' worden de achtergronden bij deze wet besproken.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
oktober 2009
AA20090683

De Wet werken waar je wilt is van de baan: een stok in het wiel van goed werkgeverschap

M.M. Cornax

Post thumbnail Kun je van je werkgever verwachten dat hij jouw thuiswerkverzoek serieus in overweging neemt? Als het aan de Eerste Kamer ligt niet. Daar werd vorig jaar september de Wet werken waar je wilt weggestemd, nadat deze eerst brede steun ontving van de Tweede Kamer en de sociale partners. Dit artikel legt uit dat de in de senaat gebruikte tegenargumenten kunnen worden betwist en dat er, vanuit organisatiepsychologisch perspectief, sprake is van een gemiste kans voor werknemers én werkgevers.

Opinie | Opiniërend artikel
april 2024
AA20240316

EG-Hof beslist: ‘Belgische echtgenote valt onder het gezag van haar Belgische echtgenoot, hun kind krijgt daardoor Nederlandse studiefinanciering!’

K.J.M. Mortelmans

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 8 juni 1999, zaak C-337/97, ECLI:EU:C:1999:284, JB 1999, nr. 148, p. 718; NJB 1999, nr. 20, p. 1264; Juridisch up to Date, 12 augustus 1999, p. 7 (C.P.M. Meeusen en Hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (IBG)) Dit arrest gaat om het recht op studiefinanciering avn een kind waarvan het gezin gebruik maakt van het vrije verkeer van personen. Er komen twee onderwerpen aan de orde die Gemeenschapsrechtelijk bekeken nog niet uitgekristalliseerd zijn. Ten eerste het begrip werknemer gekoppeld aan relaties binnen een gezin en ten tweede het begrip interne markt en de gevolgen voor eigen onderdanen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1999
AA19990838

Geen voorkeur?

N.Th. van Schelven

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 17 oktober 1995, C-450/93, ECLI:EU:C:1995:322 (Eckhard Kalanke t. Freie Hansestadt Bremen) In dit arrest van het Hof van Justitie wordt ingegaan op het voorkeursbeleid voor vrouwen bij het aannemen van werknemers. In de noot wordt ingegaan op de communautaire dimensie van dit voorkeursrecht en tegen welke randvoorwaarden dit in Nederland kan worden uitgevoerd.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1996
AA19960266

Het Handvest als kompas voor AI op de werkvloer

E. ten Hoor, M.J.P. de Zwart

Op 1 december 2024 is het vijftien jaar geleden dat het Handvest in werking trad. In dit redactioneel werpen we een blik op de toekomstige bescherming van artikel 27 Handvest bij AI-systemen op de werkvloer. De AI-verordening bevat namelijk geen specifieke mededelingsplicht voor werkgevers die een AI-systeem met hoog risico gebruiken voor functioneringsgesprekken aan hun werknemers. De Richtlijn Platformwerk bevat dit wel, waardoor een discrepantie ontstaat tussen verschillende soorten werknemers. Bij toekomstige wetgeving is de toevoeging van een adequate mededingingsplicht wenselijk.

Opinie | Redactioneel
november 2024
AA20240899

Het nieuwe ontslagrecht: verminderde mogelijkheden voor het ‘alternatieve transfersysteem’

T. van Straveren

Op 12 mei 1998 heeft de Eerste Kamer de zogenaamde flexwet aangenomen. Deze wet die vooral beoogt de rechtspositie van de zogenaamde flexibele werkers (uitzend- en oproepkrachten, freelancers e.d.) te verbeteren, heeft ongewild een zware slag toegebracht aan de mogelijkheid om in de (voetbal)sport contracten af te kopen. Dit afkoopsysteem heeft zich sinds de afschaffing van het transfersysteem ontwikkeld als arbeidsrechtelijk alternatief. In dit artikel wordt aangegeven hoe de flexwet dit afkoopsysteem moeilijk maakt en welke andere mogelijkheden er nu nog bestaan om de daaruit voortvloeiende problemen voor de (voetbal)sport op te lossen.

Verdieping | Verdiepend artikel
juli 1998
AA19980660

In-house advocatuur

A. Mouritz

In dit artikel wordt het recente fenomeen van de in-house advocaat besproken. Aan bod komt hoe dit door de Nederlandse Orde van Advocaten geregeld wordt en wat de voor- en nadelen ervan zijn.

Perspectief | Perspectiefartikel
november 2005
AA20050969

maart 2008

Katern 106: Sociaal recht

J. Heinsius

september 1989

Katern 32: Europees recht

- UL Europa Instituut

Olie op het vuur

S.D. Lindenbergh

Hoge Raad 9 november 2007, nr. C05/305HR, ECLI:NL:HR:2007:BA7557, RvdW 2007, 960 (Groot Kievitsdal) In deze noot bij dit arrest wordt de risicoaansprakelijkheid van een werkgever besproken indien een ondergeschikte werknemer een toerekenbare onrechtmatige daad pleegt jegens een derde. Voor de gelaedeerde komt er door de regeling van art. 6:170 BW een extra loket bij om zijn schade te claimen voor zover de werkgever voldoende solvabel is om de schade te dragen. In deze zaak speelt een belangrijke rol of een werkgever aansprakelijk is voor schade die is veroorzaakt tijdens een bedrijfsuitje.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2008
AA20080358

Resultaat 1–12 van de 39 resultaten wordt getoond