verkeersopvatting

Toont alle 11 resultaten

De irrelevantie van de wil voor de vaststelling van bezit

E.F. Verheul

Post thumbnail In deze bijdrage keer ik mij tegen de opvatting dat het verschil tussen bezit en houderschap gelegen is in het feit dat een bezitter een (naar buiten blijkende) wil heeft om de zaak voor zichzelf te houden. In plaats daarvan is bepalend of sprake is van een rechtsverhouding, die meebrengt dat de houder niet voor zichzelf, maar voor een ander houdt.

Rode draad | Dissenting opinions
juni 2024
AA20240568

Eén zaak of meerdere zaken en de rol van verkeersopvatting

R.M. Wibier

Hoge Raad 13 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1785 (UTB Holding/Glencore)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2021
AA20210279

Goederenrecht en het menselijk lichaam

J.E. Jansen

Jelle Jansen schrijft over de goederenrechtelijke status van het menselijk lichaam, en van door het lichaam afgescheiden of in het lichaam aangebrachte objecten.

Bijzonder nummer | Gezondheidsrecht
juli 2011
AA20110512

In omnibus omnia

over vage en scherpe normen in het recht

C.J.H. Jansen, J.J.J. Sillen

Post thumbnail Actuele vraagstukken die samenhangen met een vage norm in het recht bestudeerd. Zoals de weigerambtenaar, de omvang van de parlementaire immuniteit, de uitleg van verkeersopvattingen en de reikwijdte van beledigingsdelicten.

9789069168906 - 09-07-2013

In omnibus omnia (Digitaal boek)

over vage en scherpe normen in het recht

C.J.H. Jansen, J.J.J. Sillen

Post thumbnail Actuele vraagstukken die samenhangen met een vage norm in het recht bestudeerd. Zoals de weigerambtenaar, de omvang van de parlementaire immuniteit, de uitleg van verkeersopvattingen en de reikwijdte van beledigingsdelicten.

9789069168906 - 09-07-2013

september 2001

Katern 80: Burgerlijk recht

P.C. van Es, R.M.Ch.M. Koot, L. Reurich, W.C. Scharp, B.T.M. van der Wiel

Nawoord bij nevenstaande reactie

P.A.M. Lokin

In dit artikel gaat de oorspronkelijke auteur in op de binnengekomen reactie op een artikel over de samenvoeging van een schilderij wat al dan niet kan leiden tot zaaksvorming.

Opinie | Reactie/nawoord
maart 2009
AA20090176

Ongelukkige samenloop van omstandigheden: vriendendienst en aansprakelijkheid

J.M. van Dunné

Hoge Raad 2 mei 2000, nr. C98/283HR, ECLI:NL:HR:2000:AA5784, NJ 2001, 300, nt. JH, (Jansen/Jansen). Ook bekend als de dwarse kast. In de noot bij dit arrest wordt ingegaan op de leer van de ongelukkige samenloop van omstandigheden en de in het verkeer geldende opvattingen van art. 6:162 lid 3 BW.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2001
AA20010795

Toerekening van een onrechtmatige daad

C.H. Sieburgh

In dit artikel wordt door mr. C.H. Sieburgh haar proefschrift inzake de toerekening bij onrechtmatige daad besproken.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
maart 2001
AA20010182

Verraderlijke verkeersopvattingen

A.I. Elvan, D. de Vries

Illegale inbezitneming van overheidsgrond is met name voor gemeenten een wezenlijk probleem. Als iemand lang genoeg bezit, wordt diegene na verloop van tijd door verjaring eigenaar. Om dat te verhinderen, betrekt de rechter in zowel Nederland als Aruba rechtspolitieke overwegingen in de verkeersopvattingen voor bezit. In dit redactioneel betogen Asaf Elvan en Daan de Vries dat dit niet strookt met het feitelijke karakter van bezit.

Opinie | Redactioneel
april 2023
AA20230243

Weet de rechter wat de maatschappij vindt?

Een empirischjuridische blik op het gebruik van maatschappelijke opvattingen bij rechterlijke oordeelsvorming

T. Bouwman, L. Dalhuisen

Post thumbnail Rechters betrekken soms maatschappelijke opvattingen bij hun oordeelsvorming. De vraag is in hoeverre zij deze opvattingen kennen. Weet men wat er speelt? Uit empirisch-juridisch onderzoek blijkt dat de opvattingen in de maatschappij niet altijd overeenkomen met wat rechters zien als de maatschappelijke opvatting. Vraag is daarom of hun oordeel wel hierop gebaseerd zou moeten worden.

Opinie | Opiniërend artikel
december 2023
AA20230956

Toont alle 11 resultaten