tegenstrijdig belang

Toont alle 10 resultaten

ABN AMRO-Dijkema q.q.: tegenstrijdigheden rond tegenstrijdige belangen in een persoonsgebonden BV

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 14 juli 2006, nr. C05/020HR, ECLI:NL:HR:2006:AV6954, NJ 2006, 570 m.nt. Maeijer; JOR 2006/179 m.nt. A.F.J.A. Leijten (ABN Amro Bank NV/J.B. Dijkema q.q.) Vertegenwoordiging dochter-BV door moeder die daarvan bestuurder is. Uitleg tegenstrijdig die daarvan bestuurder is. Uitleg tegenstrijdig belang-regeling artikel 2:256 BW? Interne besluitvorming en externe vertegenwoordiging. Hoge Raad (nog) niet 'om'.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2007
AA20070148

Beantwoording rechtsvraag (218) rechtspersonenrecht

A.F.M. Dorresteijn

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het rechtspersonenrecht waarbij de vraag is hoe een president-commissaris in het gegeven geval dient te handelen bij betrokkenheid bij meerdere vennootschappen.

Perspectief | Rechtsvraag
december 1992
AA19920811

Commissaris en tegenstrijdig belang: handelt de Ondernemingskamer contra legem?

S.M. Bartman, A.F.M. Dorresteijn

Gerechtshof Amsterdam (Ondernemingskamer) 22 december 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:5354, JOR 2018/210, nr. 200.190.159/01, m.nt. C.D.J. Bulten (Intergamma)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2018
AA20180913

Het begin van het einde van het tegenstrijdig belang

A.-W. van der Vegt

Post thumbnail Het leerstuk van het tegenstrijdig belang leidt binnen het vennootschapsrecht een roerig bestaan. Beoogde de wetgeverbegin twintigste eeuw slechts een regeling te geven voor desituatie waarin de vennootschap een rechtshandeling verrichtmet en rechtsgedingen voert tegen haar bestuurder; anno 2007is de reikwijdte van het leerstuk enorm in omvang toegenomenwaardoor er in steeds meer gevallen sprake is van een tegenstrijdigbelang. Langzamerhand lijkt echter een einde te zijn gekomen aan deze ‘oprekking’ van het tegenstrijdig belang.

Verdieping | Studentartikel
september 2008
AA20080600

december 2007

Katern 105: Ondernemingsrecht

N. Lemmers

Kuijpers

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 15 september 1995, nr. 15721, ECLI:NL:HR:1995:ZC1803, RvdW 1995, 173, NJ 1995, 139 m.nt. Maeijer (BV Stratenmakersbedrijf WJ. Kuijpers/W.J. Kuijpers) In dit arrest en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de bevoegdheidsverdeling en de mogelijke nietigheid van besluiten indien een orgaan niet bevoegd was om een besluit te nemen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1996
AA19960449

Mediasafe

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 11 september 1998, nr. 15915 (C95/067), ECLI:NL:HR:1998:ZC2698, RvdW 1998, 150 (Rabo ‘Vecht- en Plassengebied’/Minderhoud qq), vervolg op Hoge Raad 22 maart 1996, NJ 1996, 568 m.nt. Maeijer (Mediasafe en Mediasafe II) Tegenstrijdig belang (art. 2:256 BW). Bescherming belang van de vennootschap. Niet alleen bij 'direct' maar ook bij 'indirect' tegenstrijdig belang. Moedermaatschappij vertegenwoordigt dochter als haar directrice bij aangaan van een financieringsovereenkomst voor de gehele groep. Belangenstrijdigheid tussen moeder en dochter? Bespreking interne bevoegdheid en externe bevoegdheid bestuurder en binding van de rechtspersoon door handelen bestuurder. Bespreking uitzondering van artikel 2:256 en artikel 2:146 BW. Kritische bespreking van de oprekking van het begrip 'tegenstrijdig belang'.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1999
AA19990116

Rechtsvraag (218) rechtspersonenrecht

A.F.M. Dorresteijn

Rechtsvraag op het gebied van het rechtspersonenrecht waarbij de vraag is hoe een president-commissaris in het gegeven geval dient te handelen bij betrokkenheid bij meerdere vennootschappen.

Perspectief | Rechtsvraag
juli 1992
AA19920435

Staatsrecht, ondernemingsrecht en de Einheit der Materie

K.A.M. van Vught

Post thumbnail Onderneming en staat hebben meer gemeen dan op het eerste oog lijkt. Dat geldt ook voor het ondernemingsrecht en het staatsrecht. Beide zijn organisatierecht. Waar kunnen deze rechtsgebieden elkaar vinden?

Opinie | Amuse
juni 2024
AA20240494

Uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders van naamloze en besloten vennootschappen

J.B. Wezeman

In dit artikel gaat Wezeman in op het wetsvoorstel dat dient ter wijziging van de interne verhoudingen binnen bestuur en toezichthoudend orgaan (raad van commissarissen) bij een besloten of naamloze vennootschap. In de toekomst, als het wetsvoorstel daadwerkelijk wet wordt, is het voor een vennootschap mogelijk om voor een monitisch (one-tier) of dualistisch (two-tier) bestuursmodel te kiezen. In dit artikel wordt in grote lijnen het wetsvoorstel besproken. Aan de orde komen de introductie van uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders, de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders. Ook wordt de herziening van de tegenstrijdig belang regeling besproken.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2009
AA20090110

Toont alle 10 resultaten