Resultaat 1–12 van de 26 resultaten wordt getoond

‘Het is de taak van een vertegenwoordigend orgaan om lastig te zijn’

Interview met prof.dr. E.M.H. Hirsch Ballin

J.H. van Breda, M. Scheffers

Prof.dr. E.M.H. Hirsch Ballin is iemand die van vrijwel alle juridische markten thuis is. Tot 1989 was hij hoogleraar Staats- en Bestuursrecht aan de KUB. Daarna was hij van 1989 — 1994 minister van Justitie in het derde kabinet-Lubbers. In 1995 keerde hij terug aan de KUB als hoogleraar Internationaal Recht. Hij publiceerde onder andere over staats- en bestuursrecht, strafrecht, ethiek, onderwijs en internationaal recht. Tegenwoordig is hij politiek betrokken als lid van de Eerste Kamer. Een veelzijdig mens, kortom. Een interview met deze veelzijdige persoon.

Verdieping | Interview
maart 1997
AA19970142

De rechtsmacht van kust- en havenstaat

R. van der Hoeven

Dit artikel wordt geplaatst tegen de achtergrond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het Recht van de Zee, gesloten op 10 december 1982 te Montego-Bay. De auteur beschrijft de complexe structuur van deze specifieke jurisdictie, zegt iets over de geschiedenis en de ontwikkeling daarvan en geeft aan dat wanneer de doelstellingen van het genoemde verdrag goed en volledig tot gelding willen komen, dat dan de elementen welke deze specifieke jurisdictie constitueren, waaronder met name ook de infrastructuur (waarvan bijvoorbeeld een kustwacht of soortgelijke diens deel uit maakt), optimaal moeten zijn afgestemd. Zijn betoog is daarbij dat - in de toekomst - deze jurisdictie om verschillende redenen, maar met name vanwege internationale belangen, steeds minder op soevereiniteit gebaseerd wordt maar veeleer op (internationale) functionaliteit.

Bijzonder nummer | Water
mei 1999
AA19990380

De soeverein is niet thuis

Self-Sovereign Identity (SSI) en Attribute Based Credentials (ABC)

M. Hildebrandt

Post thumbnail In deze bijdrage wordt onderzocht hoe de idee van self sovereign identity (SSI) zich verhoudt tot kernbegrippen uit de juridische gegevensbescherming. Daarnaast wordt SSI vergeleken met de inzet van attribute based credentials (ABC).

Bijzonder nummer | Privacy
juli 2019
AA20190546

De trias als totaalvoetbal: Montesquieu en de spreiding der machten

L. van den Berge

Over het werk van Charles de Montesquieu (1689-1755) bestaan veel misverstanden. Zo wordt zijn naam vaak in verband gebracht met strenge machtenscheiding en slaafse rechterlijke wetstoepassing. Maar in werkelijkheid schreef Montesquieu juist over een stelsel van macht en tegenmacht waarin de wetgever, het bestuur en de rechter weliswaar elk hun eigen plaats hebben, maar elkaar vooral ook aanvullen en corrigeren waar nodig. Precies aan die opvatting van de trias politica bestaat in de huidige tijd van rechtsstatelijk verval en opkomend populisme een sterke behoefte.

Rode draad | Dissenting opinions
februari 2024
AA20240175

De Wereldconferentie op het gebied van de rechten van de mens van Wenen 1993

P. van Weerelt

Artikel over de Wereldconferentie Mensenrechten in 1993 in Wenen. In het artikel worden drie onderwerpen behandeld die op de conferentie aan de orde kwamen te weten: universaliteit, de relatie mensenrechten, democratie en ontwikkeling en de mogelijke instelling van een Hoge Commissaris voor de Mensenrechten.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 1994
AA19940018

Europees privaatrecht: over de bevoegdheidsverdeling tussen Unie en Lid-Staat met betrekking tot het eigendomsrecht

S.E. Bartels

De afgelopen jaren is de aandacht voor Europees privaatrecht enorm toegenomen. Deze trend richt zich ook op het goederenrecht. Zwalve merkte onlangs bijvoorbeeld op dat harmonisatie van het zakenrecht hem een goed idee lijkt. In de literatuur wordt echter nogal eens betoogd dat de EG geen competentie heeft op dit rechtsgebied, omdat artikel 222 EG-Verdrag bepaalt dat het Verdrag het eigendomsrecht van de Lid-Staten onverlet Iaat. In dit opstel worden de gevolgen van artikel 222 voor het Europees privaatrecht besproken.

Verdieping | Studentartikel
april 1995
AA19950244

Evoluties in het internationaal strafrecht

G.A.M. Strijards

De auteur geeft een overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van het internationale strafrecht. Er wordt gekeken naar de uitbreiding van de rechtshulp die de staten aan elkaar verlenen en de afstand van nationale soevereiniteit ten behoeve van interstatelijke soldidariteit. De auteur gaat ook apart in op projecten die lopen op het gebied van het internationaal strafrecht.

Overig | Rode draad | Materieel strafrecht in beweging
april 1994
AA19940207

Globaliserende rechtspraak: democratisch omstreden?

M. Adams

Dit artikel van Maurice Adams voor het Bijzonder Nummer ‘Zoeken naar hiërarchie’ handelt over de verhouding tussen twee rechtsordes die afzonderlijk van elkaar functioneren. Hij bespreekt de vraag in hoeverre het gebruik van buitenlands recht in de rechtspleging democratisch kan worden gelegitimeerd. In de Verenigde Staten en Canada maken rechters al langere tijd gebruik van buitenlandse rechtsbronnen en ook in de Nederlandse rechtspraak wordt de invloed van buitenlands recht zichtbaarder. Adams werkt uit onder welke voorwaarden buitenlands recht kan worden toegepast zonder dat de hiërarchie tussen bestaande rechtsbronnen en -stelsels wordt aangetast.

Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overig
juli 2012
AA20120531

Het bestaansrecht van niet-bestaande staten

E.H. Hondius

Opinie | Column
februari 2010
AA20100089

Het kernonderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht overgeleverd aan politieke willekeur

Soevereiniteit en eigendom in het tijdperk van het Nieuw Imperialisme (1870-1914)

W.A.M. van der Linden

Post thumbnail

In de historische context van de verwerving en opdeling van Afrikaans grondgebied door Europeanen aan het einde van de 19e eeuw, zal in dit artikel worden betoogd dat het door de Europeanen zelf ingestelde kernonderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht onder druk kwam te staan en werd onderworpen aan politiek eigenbelang.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2014
AA20140701

Internal conflicts on NATO territory: may NATO deal with them?

P.D. Duyx

Post thumbnail May NATO interfere in internal armed conflicts of its own members or partners? This is the question that is examined in this essay. Although an interference by NATO against member states is (conceivably) contrary to NATO's funding principles, such a role for NATO might be possible when essential human rights are at stake. Interference by NATO on NATO territory could, if well balanced and approved of by all NATO members, in fact be in the interest of the NATO citizen. Moreover, this may strengthen a general rule of humanitarian intervention and this may (to some extent) deter parties or members from participating in internal armed conflicts on NATO territory. Furthermore, allowing NATO to internally interfere would facilitate the expansion of the number of members and partners. Then, although NATO would change and expand, it would still be able to firmly retain to the basis of a democratic rule of law.

Verdieping | Studentartikel
februari 2008
AA20080108

juni 1988

Katern 27: Volkenrecht

I.F. Dekker, N.J. Schrijver

Resultaat 1–12 van de 26 resultaten wordt getoond