Romeins recht

Resultaat 13–24 van de 40 resultaten wordt getoond

De tien tafelen van de Nederlandse wet. Dat zou toch mooi zijn?

Interview met prof.mr. A.S. Hartkamp

M.W. Hesselink, H. Wattendorff

Hoewel zijn voorkeur uitging naar de klassieke talen, studeerde Arthur Severijn Hartkamp (1945) rechten aan de Universiteit van Amsterdam van 1962 tot 1968. Na zijn studie werd Hartkamp wetenschappelijk medewerker bij de vakgroep rechtsgeschiedenis van diezelfde universiteit, waar hij in 1971 cum laude promoveerde bij prof.mr. J.A. Ankum. De titel van zijn proefschrift was: 'Der Zwang im römischen Privatrecht'. Van 1974 tot 1989 was Hartkamp werkzaam op de Stafafdeling Wetgeving NBW van het Ministerie van Justitie als naaste medewerker van regeringscommissaris Snijders. Naast zijn werk op de Stafafdeling had Hartkamp verschillende deel tijdfuncties elders. Zo doceerde hij in Leiden gedurende zes jaar het keuzevak NBW (1977-1983). Sinds 1982 is hij raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof te Amsterdam. Een andere nevenfunctie van Hartkamp was het redacteurschap van het NJB (1985-1989). Verder had hij voor Nederland zitting in internationale commissies als Unidroit en Uncitral (1981-heden respectievelijk 1978-1989). In 1986 werd Hartkamp benoemd tot Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad, tot 1989 voor halve tijd gedetacheerd bij het Ministerie van Justitie. Sinds 1989 is hij A-G voor de volle werktijd.Hartkamp bewerkte de Asser-Rutten (Verbintenissenrecht) naar NBW. De Asser-Hartkamp bestaat uit drie delen. In een periode van vier jaar verschijnt er ieder jaar een nieuwe druk van één van de delen. In het vierde jaar heeft Hartkamp tijd voor andere publicaties. Sinds 1989 is Hartkamp redacteur van het WPNR. De redactie van het WPNR is een rustig gezelschap en niet vergelijkbaar met de NJB-redactie, aldus Hartkamp. Het hoogleraarschap werd zijn deel in 1991. Hij werd benoemd tot deeltijd-hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Utrecht, met als leeropdracht privaatrecht, in het bijzonder burgerlijk recht. Er zijn overigens niet veel universiteiten die hem daarvóór niet voor een hoogleraarschap hadden gepolst. Eén van de weinige typisch juridische beroepen die Hartkamp nooit heeft uitgeoefend, is dat van advocaat. Doordat zijn vader advocaat was, maakte hij dit beroep als kind van te dichtbij mee om het nog aantrekkelijk te vinden, zo zegt hij zelf. Wij spraken met Hartkamp onder meer over zijn verschillende functies, over het NBW en over de Asser-Hartkamp.

Verdieping | Interview
december 1991
AA19911109

De toekomst van het Romeinse recht

Tweeluik over Romeinsrechtelijk onderwijs

W.J. Zwalve

Op 22 september 1992 werd in Amsterdam het congres 'Société internationale pour l'histoire des droits antiquités' gehouden. Professor Zwalve (RUG) gaf daar een lezing over de toekomst van het Romeinsrechtelijk onderwijs. Zijn pleidooi kwam erop neer dat bestudering van het Romeinse recht alleen zin heeft als het gezien wordt in verbinding met het hedendaagse recht en dat het onderwijs in dat vak zich met name op die verbinding moet richten. Deze visie lokte veel reactie uit van onder anderen professor Ankum (UvA). Hij vindt de visie van Zwalve op het Romeinse recht onhoudbaar en is van mening dat sinds in Duitsland in 1900 het Romeinse recht als geldend recht werd afgeschaft, het Romeinse recht uitsluitend volgens de nieuw-humanistische methode bestudeerd kan worden. Deze tegengestelde stellingnames waren voor de redaktie van Ars Aequi aanleiding om beide hoogleraren uit te nodigen de discussie in dit blad voort te zetten.

Perspectief | Perspectiefartikel
juni 1993
AA19930455

Driemaal schatvinding in Frankrijk

J.E. Jansen

Post thumbnail

Eeuwenlang was het door keizer Justinianus in de zesde eeuw gecodificeerde Romeinse privaatrecht de belangrijkste civielrechtelijke bron die iedere jurist in Europa bestudeerde. Daarvan bleef met de komst van de codificaties echter weinig over en stelde rechtswetenschappers voor de taak het Europese, Romeinse karakter van hun stiel te behouden door de blik over de landsgrenzen te werpen. Dat gebeurt ook in deze amuse: we kijken over de Franse grens, naar rechtspraak over schatvinding.

Opinie | Amuse
april 2022
AA20220254

Een Europees icoon: de rechtsgeleerde Aemilius Papinianus

J.E. Spruit

Post thumbnail

Papinianus heeft zich in de late Oudheid als gezaghebbend jurist een grote reputatie verworven. Met de receptie van het Romeinse recht in Europa hebben sedert de Renaissance zijn faam en positie als rolmodel voor juristen nog aan kracht gewonnen. Wat kan in dit proces een doorslaggevende factor zijn geweest?

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2015
AA20150372

Een Romeins juweel. Beantwoording rechtsvraag (328) Romeins recht

J.H.A. Lokin

Aan de hand van een romeinsrechtelijke casus worden enkele rechtsvragen gesteld en behandeld.

Perspectief | Rechtsvraag
januari 2007
AA20070103

Eigen schuld. Een historische en rechtsvergelijkende studie

E.G.D. van Dongen

Post thumbnail

Emanuel van Dongen promoveerde op 18 juni 2013 aan de Universiteit Maastricht met het proefschrift ‘Contributory Negligence. A Historical and Comparative Study’. In dit artikel schrijft hij waar zijn stellingen in de kern op neerkomen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
mei 2014
AA20140398

Grotius en het Europese privaatrecht: nieuwe aspecten van het Grotius-onderzoek in de laatste halve eeuw

R. Feenstra

In dit artikel is een rede van Feenstra aan de orde waar centraal staat welke rol Hugo de Groot en zijn denkwijzen hebben gehad binnen de geschiedenis van het Europees Privaatrecht.

Perspectief | Perspectiefartikel
september 1996
AA19960556

Het zeerecht is het oudste recht

Interview met prof.mr. H. Schadee

H.J. van Kooten, I. Reuder

De Schadee's zijn sinds 1724 werkzaam geweest als advocaten, notarissen en dispacheurs in Rotterdam. Na een jaar klassieke talen en rechten te hebben gestudeerd in Genève, heeft Henri Schadee (1910) zijn rechtenstudie in Leiden afgerond om vervolgens praktijkervaring op te doen in Engeland en Duitsland. In 1936 wordt Schadee beëdigd als advocaat en procureur te Rotterdam. Ruim 10 jaar later wordt hij lid van de Subcommissie Handelsrecht van de Staatscommissie inzake de herziening van de Nederlandse Burgerlijke Wetgeving. Hij zal zijn wetgevende activiteiten ook op internationaal niveau ontplooien. Zo was hij betrokken bij de totstandkoming van onder andere de York-Antwerp Rules (1950) en bij de werkzaamheden van het Comité Maritime International (CMI). Schadee's bekendste wetgevingsprodukt echter is het achtste boek van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, 'Verkeersmiddelen en vervoer'. Geadviseerd door uit praktijkmensen samengestelde commissies die hij de 'Zwoegers' of de 'Mandarijnen' noemde, kon hij in 1972 het eerste stuk van Boek 8 (over zee- en binnenvaartrecht) aan de minister aanbieden. Het tweede stuk (over wegvervoer) volgde in 1976. Hij heeft het ontwerp zelf als regeringscommissaris in het parlement verdedigd. In 1963 werd Schadee benoemd tot buitengewoon hoogleraar vergelijkend zeerecht in Leiden. Bij het bereiken van de zeventigjarige leeftijd nam hij afscheid. Van 1967 tot 1975 heeft hij tevens een leeropdracht vervoersrecht vervuld aan de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam, de huidige Erasmus Universiteit. In aanwezigheid van Schadee's opvolger in Leiden, prof.mr. R.E. Japikse, spraken wij met hem over het zeerecht, het belang van vervoersrechtelijke verdragen, het Romeinse recht en natuurlijk over zijn geesteskind, Boek 8 BW.

Bijzonder nummer | Vervoersrecht
mei 1993
AA19930339

History is bunk

M.W. Hesselink, H. Wattendorff

Redactioneel artikel waarin gepleit wordt voor een grondige bestudering van de rechtsgeschiedenis tijdens de rechtenstudie om op die manier inzicht te verwerven in de historische gegrondheid en de werking van het hedendaagse recht.

Opinie | Redactioneel
februari 1991
AA19910116

september 1991

Katern 40: Rechtsgeschiedenis

J.H.A. Lokin

maart 1992

Katern 42: Rechtsgeschiedenis

J.H.A. Lokin

maart 1993

Katern 46: Rechtsgeschiedenis

J.H.A. Lokin

Resultaat 13–24 van de 40 resultaten wordt getoond