Resultaat 1–12 van de 14 resultaten wordt getoond
R. Huyten, A. Piëtte
De regeling van de verkrijgende verjaring in het Burgerlijk Wetboek brengt mee dat na verloop van twintig jaar een dief van kunstvoorwerpen civielrechtelijk niets meer te duchten heeft. Hij is zelfs eigenaar geworden. Er bestaat echter de mogelijkheid dat hij door het Openbaar Ministerie (strafrechtelijk) vervolgd zou kunnen worden wegens heling indien hij het gestolen goed alsnog probeert te verkopen. Daarnaast bestaan in het strafrecht verschillende mogelijkheden om het gestolen voorwerp aan het bezit van de dief-heler en/of koper-heler te onttrekken. Het strafrecht disharmonieert op dit punt met het privaatrecht. Deze discrepantie tussen strafrecht en privaatrecht zal in het onderstaande stuk nader onderzocht worden.
Verdieping | Studentartikeljuni 1995AA19950454
P. Vlas
Hoge Raad 8 mei 1998, nr. 16546, ECLI:NL:HR:1998:ZC2644, RvdW 1998, 103 C (Land Sachsen, Jan van der Heyden). Ook bekend als Klooster in een landschap. Annotatie bij arrest van de Hoge Raad waarbij de volgende rechtsvraag speelt: Door welk recht wordt de verjaring van de vordering tot revindicatie van een roerende zaak beheerst?
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 1998AA19980888
J.H.A. Lokin
Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het Romeins recht waarbij natrekking, de actie uit diefstal/ onrechtmatige daad, revindicatie en de van toepassing zijn de verweren behandeld.
Perspectief | Rechtsvraagmei 1992AA19920294
P. Rodenburg
Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het goederenrecht waarbij ook een Europese dimensie meespeelt.
Perspectief | Rechtsvraagjanuari 1997AA19970055
M. Haentjens
Opinie | Amusemei 2017AA20170362
J. Broekhuizen, I. Schmohl
Op 2 mei 1994 werd het wetsvoorstel 23 704 Regelen inzake de confiscatie van met criminaliteit in verband staand vermogen (Wet Confiscatie Crimineel Vermogen) bij de Tweede Kamer ingediend. In dit artikel bespreken wij de inhoud van dit wetsvoorstel en leveren kritiek. In hoofdstuk 1 wordt eerst de voorgeschiedenis weergegeven. Het wetsvoorstel zal in hoofdstuk 2 besproken worden, waarbij wij de indeling van de wet zullen volgen. In hoofdstuk 3 volgen enkele slotbeschouwingen.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingjuni 1995AA19950484
juni 1991
M.E. Franke, B.E. Reinhartz, J.M. Smits
J.H. Nieuwenhuis
Hoge Raad 4 april 1986, nr. 12605, ECLI:NL:HR:1986:AB9446, RvdW 1986 (Apon/Bisterbosch)
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 1986AA19860790
J.E. Jansen
Jelle Jansen onderzoekt in deze column de (on)mogelijkheden tot revindicatie na een verboden prestatie.
Opinie | Columnnovember 2014AA20140824
E.F. Verheul
Stel, u bent een potje aan het voetballen in uw achtertuin, maar een van uw vrienden geeft de bal een flinke schop, waardoor die in de tuin van de buren belandt. De buurman wil de bal niet teruggeven. Emil Verheul legt in deze amuse uit welke mogelijkheden het BW biedt om de bal terug te krijgen.
Opinie | Amusedecember 2022AA20220942
J.B. Huizink
Rechtsvraag op een breed gebied van het vermogensrecht waarbij onder meer vragen van huwelijksgoederenrecht, gemeenschap, (schat)vinding, eigendom en revindicatie.
Perspectief | Rechtsvraagseptember 1995AA19950729
In deze rechtsvraag wordt ingegaan op de overdracht van onroerende zaken in het kader van kunstroof. In de rechtsvraag wordt de nadruk gelegd op de Europese regelgeving die in het burgerlijk wetboek wordt geïmplementeerd inzake cultuur goederen.
Perspectief | Rechtsvraagseptember 1996AA19960599