Toont alle 8 resultaten

Beantwoording rechtsvraag (190) jeugdrecht

M. Fiege

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het jeugdrecht waarbij onder andere de leerstukken van de handelingsonbekwaamheid wegens minderjarigheid en de problemen rondom handlichting aan de orde komen.

Perspectief | Rechtsvraag
januari 1990
AA19900033

Bescherming van zwakkere personen, de zogenaamde personae miserabiles, in het familie(vermogens)recht, in het bijzonder het belang van het kind

J.J.M. Grapperhaus, A.J.M. Nuytinck

Post thumbnail In dit artikel komen de in het Nederlandse recht als handelingsonbekwaam aangewezen personen aan de orde, te weten de minderjarigen en de onder curatele gestelden. Bij de minderjarigen komt met name het begrip 'het belang van het kind' aan de orde. De regeling van de onder curatele gestelden komt een stuk korter aan de orde.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2008
AA20080861

Je moet nooit denken dat je iets voor het eerst zegt

Interview met prof.mr. J.M. van Dunné

J.S. Kortmann, A. Verheij

Jan Meinard van Dunne werd geboren in Batavia, Nederlands-Indië (1941). Hij studeerde rechten in Leiden van 1960 tot 1965 en promoveerde er in 1971 bij Haardt en Schoordijk op het onderwerp 'Normatieve uitleg van rechtshandelingen'. In 1972 werd hij tot hoogleraar Privaatrecht benoemd aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Daarnaast is hij werkzaam als rechter-plaatsvervanger in de Rechtbank Rotterdam en treedt hij regelmatig als arbiter op. Professor Van Dunne heeft veel gepubliceerd op het gebied van rechtsvinding, verbintenissenrecht en milieuaansprakelijkheid en heeft het Tijdschrift voor Milieu Aansprakelijkheid (TMA) opgericht.

Verdieping | Interview
oktober 1995
AA19950764

Over bevoegdheden

J.C. Hage

Post thumbnail Het begrip ‘bevoegdheid’ wordt in de wet en in de rechtsgeleerde literatuur in twee geheel verschillende betekenissen gebruikt en deze betekenissen worden niet altijd goed uit elkaar gehouden. In de ene betekenis is een bevoegdheid een permissie: iemand mag – juridisch bezien – iets doen. In de andere betekenis is een bevoegdheid een noodzakelijke voorwaarde voor het verrichten van een geldige rechtshandeling. Door de bevoegdheid kan iemand bepaalde rechtsgevolgen in het leven roepen door middel van een rechtshandeling. Beide betekenissen van ‘bevoegdheid’ worden in deze bijdrage verder uitgelegd.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2020
AA20201035

Rechtshandelingen als taalhandelingen

J.C. Hage, H.D.S. van der Kaaij

Post thumbnail In dit artikel geven Hester van der Kaaij en Jaap Hage een begin van een algemene theorie over rechtshandelingen. Zij willen laten zien dat het bezien van rechtshandelingen als een speciaal soort taalhandelingen het inzicht kan vergroten in de aard van rechtshandelingen in het algemeen. Daartoe gaan zij eerst iets dieper in op de algemene theorie met betrekking tot taalhandelingen, om vervolgens parallellen te trekken met rechtshandelingen zoals deze traditioneel in het recht worden beschouwd. Ten slotte gaan ze kort in op één van de implicaties voor het recht van de opvatting dat rechtshandelingen taalhandelingen zijn.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2012
AA20120712

Rechtsvraag (197) nietigheid en vernietigbaarheid

C.J.H. Brunner

Rechtsvraag waarbij het onderscheid tussen nietigheid en vernietigbaarheid van rechtshandelingen aan de orde komt.

Perspectief | Rechtsvraag
september 1990
AA19900562

Schakelingen tussen Algemene wet bestuursrecht en Nieuw BW

F.J. van Ommeren

In dit artikel staat de relatie tussen het Voorontwerp Algemene wet bestuursrecht (Awb) en het Nieuw Burgerlijk Wetboek (NBW) centraal, in het bijzonder het verband tussen (schakelbepaling) artikel 3.1.1 lid 2 Awb en (schakelbepaling) artikel 3.2.21 NBW. Een schakelbepaling is een bepaling die een bepaalde regeling van overeenkomstige toepassing verklaart op verhoudingen waarvoor die regeling niet is geschreven.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 1988
AA19880549

Statische en dynamische rechtsfeiten

J.C. Hage

Post thumbnail In deze bijdrage wordt de aandacht van de lezer gevraagd voor een ander aspect van de werking van rechtsregels, namelijk dat sommige regels betrekking hebben op tijdloze relaties tussen feiten, terwijl andere rechtsregels betrekking hebben op de dynamiek van het recht. Dit gegeven vindt zijn weerklank in een onderscheid tussen twee soorten rechtsfeiten waaraan tot nog toe niet of nauwelijks aandacht werd besteed in Nederland, namelijk het onderscheid tussen statische en dynamische rechtsfeiten. In het artikel wordt eerst ingegaan op hoe de werking van regels kan leiden tot nieuwe feiten. Daarna komt het onderscheid aan de orde tussen statische en dynamische rechtsfeiten en – in het verlengde daarvan – tussen statische en dynamische rechtsregels.

Verdieping | Studentartikel
februari 2009
AA20090091

Toont alle 8 resultaten