Resultaat 1–12 van de 35 resultaten wordt getoond

‘De juristen moeten de vragen stellen’

Interview met prof. Hans Nieuwenhuis

H. Nieuwstadt, E.A.G. van Schagen

"Rechtsvinding is vooral een kwestie van subsumptie. Valt feit x onder wettelijke regel y? Alle grote boeken die over rechtsvinding geschreven zijn, gaan eigenlijk over het terrein dat voorbij de wet ligt. Maar dit laat volstrekt onverlet dat men het recht vindt, door in de wet te kijken, en in veel gevallen die wet toe te passen. In een aantal gevallen is subsumptie echter problematisch. Dan zal een wettelijke regeling uitgelegd moeten worden.’

Bijzonder nummer | Multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap
november 2007
AA20070920

Begrippenlijst

Ars Aequi Libri

Begrippenlijst bij het bijzonder nummer 1990 over Rechtseconomie.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900803

Capita Encyclopedie en Rechtsfilosofie (Digitaal boek)

P.B. Cliteur, A. Ellian

Post thumbnail Dit handboek behandelt de hoofdvragen van de encyclopedie en filosofie van het recht.

9789069165431 - 16-08-2005

De ‘joint venture’: economische aspecten

P.J. Uitermark

De joint venture is een van de vele vormen van (strategische) samenwerking in het bedrijfsleven. Een algemeen aanvaarde definitie ervan kennen we niet, zodat de omvang van het verschijnsel niet nauwkeurig bekend is. Moeilijk te zeggen is evenzeer wat met de joint venture in het algemeen gesproken, wordt beoogd. De joint venture wordt ingezet in de concurrentiestrijd op de (wereld-)markt. Hoe en wanneer dit wapen wordt ingezet hangt af van de marktontwikkeling. Het is vaak een weinig kostbare en mede daardoor ook risicobeperkende manier om een nieuwe ondernemingsstrategie te beproeven.

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950347

De economische rationale van het (nieuwe) verzekeringsrecht

L.T. Visscher

Op 1 januari 2006 is het nieuwe verzekeringsrecht in werking getreden. Titel 7.17 BW vervangt de oude regeling uit het Wetboek van Koophandel. Naar aanleiding van de introductie van titel 7.17 BW geeft deze bijdrage een (rechts)economische visie op verzekeringen. Eerst zal uiteengezet worden waarom mensen verzekeringen afsluiten en waarom ze bereid zijn hiervoor een premie te betalen die hoger is dan het verwachte risico dat ze er mee afdekken. Vervolgens gaat het artikel in op twee belangrijke problemen die kunnen ontstaan wanneer mensen verzekerd zijn: moreel risico en averechtse selectie.

Verdieping | Verdiepend artikel
juli 2006
AA20060485

De paradox en het dilemma

Effecten van politie-optreden op de Zeedijk

M. Grapendaal

In dit artikel wordt de politie als afgeleide van het recht opgevoerd in een tamelijk vastomlijnd domein, namelijk de omgeving van de Zeedijk te Amsterdam. Het gebied rond de Zeedijk wordt over het alge¬meen gezien als het meest criminele stukje Ne¬derland. Niet alleen worden daar talrijke (klei¬ne) illegale drugstransacties afgesloten, maar ook behoort de gedachte dat beroving, geweld en diefstal aan de orde van de dag zijn, tot het collectieve bewustzijn. Hoe dit ook zij, warm Amsterdam lijkt bij uitstek een plek waar werk aan de winkel is voor de wetshandhavers. Met het oog op het onderwerp van deze Ars Aequi special zal in dit artikel onder andere aan de orde komen op welke manier de politie de drugsmarkt controleert, maar vooral of en in hoeverre zij erin slaagt de drugsgerelateerde vermogenscriminaliteit te beperken.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900714

De rechtseconomische analyse van het verbintenissenrecht

C.E. du Perron

Het uitgangspunt van dit artikel is dat rechtseconomische analyse kan bijdragen aan een beter begrip van het recht. Doch de beperkingen van de rechtseconomische methode moeten goed in het oog worden gehouden. Dit geldt des te meer, nu rechtseconomen er soms van uitgaan dat met hun instrumenten en begrippen het recht geheel kan worden verklaard. In de normatieve rechtseconomische benadering moet het recht daarbij aan de uitkomsten van de analyse worden aangepast. In dit artikel wordt de rechtseconomische methode geschetst aan de hand van de driedeling van de bronnen van verbintenissen in overeenkomst (paragraaf 2), onrechtmatige daad (paragraaf 3) en rechtmatige daad (paragraaf 4). De nadruk ligt daarbij op het contractenrecht. In de aan dit rechtsgebied gewijde paragraaf 2 wordt na een algemene inleiding ingegaan op het beginsel van de partijautonomie en op het recht op wanprestatie. Vervolgens wordt in paragraaf 5 aandacht besteed aan de inzichten die rechtseconomische analyse kan bieden bij het vraagstuk van de derdenwerking van overeenkomsten. Paragraaf 6 bevat een slotbeschouwing.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900770

Doe meer met Kant

E.H. Hondius

Hondius bepleit aan de hand van een aantal voorbeelden het meer gebruik maken van de klassieke (rechts)filosofie bij de uitleg en toepassing van het contractenrecht.

Opinie | Column
maart 2008
AA20080199

Economen en wetgeving

E.J. Bomhoff

Deze maand staat in de rubriek `mening´ de visie van andere academici op de jurist en zijn wetenschap centraal. In dit artikel gaat Bomhoff in op de invloed die de economie en sociaal-wetenschappelijke studies kunnen hebben op wetgeving en beleid.

Opinie | Opiniërend artikel
oktober 2001
AA20010753

Economische analyse van de Nederlandse aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad

E. van Schilfgaarde

In dit artikel wordt de Nederlandse aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad besproken in het licht van de economische analyse zoals die de afgelopen dertig jaar vooral in de Verenigde Staten is ontwikkeld. Centraal staat de grondslag voor aansprakelijkheid uit eigen onrechtmatige daad, in het bijzonder het ongevallenrecht. In de eerste paragraaf wordt een korte uitleg gegeven van het economische model voor aansprakelijkheidsrecht; in de tweede paragraaf wordt de Nederlandse zorgvuldigheidsnorm getoetst aan het economische model; in de derde paragraaf wordt de rol van het toerekeningsvereiste in het Nederlandse onrechtmatige daadrecht besproken en in de vierde paragraaf wordt de economische analyse toegepast op de toerekenbare onrechtmatige daad.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900750

Een rechtseconomisch ex-ante-perspectief op grensoverschrijdende garages

L.T. Visscher

Post thumbnail In het grensoverschrijdende garage-arrest uit 1970 komen enkele kenmerken van en leerstukken uit de rechtseconomie samen: (1) de ex-ante-benadering van het recht, (2) bescherming van aanspraken door property rules en liability rules, en (3) het Coase-theorema. Voor Louis Visscher reden genoeg om dit arrest, alsmede een vergelijkbare zaak uit 2018, eens vanuit rechtseconomische optiek te bekijken.

Opinie | Amuse
november 2022
AA20220838

Een rechtseconomische visie op echtscheiding

E.H. Hondius

Opinie | Column
september 2008
AA20080609

Resultaat 1–12 van de 35 resultaten wordt getoond