opsporing

Resultaat 1–12 van de 20 resultaten wordt getoond

Beantwoording rechtsvraag (215) strafrecht

Binnentreden en huiszoeking door de politie

P.A.M. Mevis

Beantwoording van een rechtsvraag voor eerstejaars op het gebied van het strafprocesrecht. Aan de orde komt in hoeverre de politie een bepaalde machtiging nodig heeft om een huis te betreden en in hoeverre het optreden dat in de casus geschetst wordt onrechtmatig is.

Perspectief | Rechtsvraag
september 1992
AA19920536

Bescherming van het professionele verschoningsrecht in geval van doorzoeking van een smartphone: het EHRM eist een concrete basis en een praktische procedurele regeling in het recht

M. Galič, L. Stevens

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 17 december 2020, 459/18, ECLI:CE:ECHR:2020:1217JUD000045918 (Saber t. Noorwegen)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2021
AA20210845

Een Tilburgse observatie van een Tilburgse observatie

T. Kooijmans

Hoge Raad 13 november 2012, nr. 10/02916, ECLI:NL:HR:2012:BW9338, LJN: BW9338

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2013
AA20130222

Gekraakte cryptocommunicatie als bewijs in strafzaken

B. Groothoff, W.Y. Hu

Ontsleutelen van cryptocommunicatie is een opsporingsmethode die steeds vaker door het OM wordt gebruikt en de ontsleutelde berichten dienen vaak als bewijsmateriaal voor strafzaken. Echter stuit deze opsporingsmethode ook op veel bezwaren. De auteurs stippen deze bezwaren aan en vragen zich af of het eigenlijk wel wenselijk is om deze opsporingsmethode in te zetten.

Opinie | Redactioneel
juni 2023
AA20230395

Het beroep van officier van justitie

L.Ph. den Hollander

De officier is in het dagelijks leven vooral bezig met drie dingen: het leiding geven aan de opsporing, het samen met ketenpartners zorg dragen voor een op elkaar afgestemde handhaving, en natuurlijk het afdoen van strafzaken. Als ik hier spreek over de officier gaat het overigens veelal over de officier, bijgestaan door andere parketmedewerkers, die deels in mandaat voorbereidend en ondersteunend werk voor hem of haar (vaak: haar) verrichten.

Perspectief | Perspectiefartikel
februari 2007
AA20070174

Het handhavingsonderzoek (Digitaal boek)

Behoren het handhavingstoezicht, het boeteonderzoek en de opsporing verschillend te worden genormeerd? Een interne rechtsvergelijking

O.J.D.M.L. Jansen

Post thumbnail Behoren het handhavingstoezicht, het boeteonderzoek en de opsporing verschillend te worden genormeerd? Bij de beantwoording van deze vraag komt een aantal normen uit de beginselen van behoorlijk bestuur - deze beginselen normeren ook de opsporing - en uit artikel 6 EVRM, alsmede het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer aan de orde.

9789069163215 - 12-02-1999

Het strafrecht als cement van de samenleving

Interview met prof.mr. Th.W. van Veen

F.G.H. Kristen, K. Schrijvers

Prof.mr. Th.W. van Veen studeerde voor de oorlogsjaren (1938-1939) rechten in Utrecht en voltooide zijn studie tijdens de oorlog in Groningen. Een drieëneenhalf uur durend mondeling examen bij prof.mr. M.P. Vrij vormde de basis voor een verdergaande samenwerking. Hoewel Vrij — op dat moment reeds raadsheer in de Hoge Raad — in wezen zijn promotor was, promoveerde Van Veen in 1949 op het thema generale preventie bij prof.mr. B.V.A. Röling. Na twintig jaar als journalist bij het Vrije Volk gewerkt te hebben, waarvan de laatste zes jaar als hoofdredacteur, aanvaardde hij in 1969 het hoogleraarschap in Groningen. Sedertdien heeft Van Veen talloze malen van zich laten horen met wetenschappelijke publicaties, de bewerking van Van Bemmelens handboek Ons Strafrecht en de vele noten in de Nederlandse Jurisprudentie. Op 11 januari 1996 spraken wij met de emeritus hoogleraar in zijn woning te Zuidhorn.

Verdieping | Interview
september 1996
AA19960550

Het Verdrag van Ljubljana-Den Haag inzake internationale misdrijven: een internationaal verdrag met een Nederlands tintje

S.S. Arendse, J.M.M. Egeler

Op 26 mei 2023 werd in de Sloveense hoofdstad Ljubljana het Verdrag van Ljubljana-Den Haag inzake internationale samenwerking bij de opsporing en vervolging van genocide, misdrijven tegen de menselijkheid, oorlogsmisdrijven en andere internatio­nale misdrijven aangenomen. Nederland heeft een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van dit multilaterale, wereldwijde verdrag. In dit artikel beschrijven Michiel Egeler en Sara Arendse de inhoud en de meerwaarde van het verdrag, specifieke onderdelen ervan, en de totstandkomingsgeschiedenis en de rol die Nederland daarin heeft gespeeld.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
mei 2024
AA20240464

Het vorderen en kennisnemen van gegevens bij een aanbieder van een communicatiedienst en eerbiediging van het professioneel verschoningsrecht

J.S. Nan

Hoge Raad 12 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:375 Op het moment dat het redelijke vermoeden rijst dat de op vordering van de officier van justitie door de aanbieder van een communicatiedienst verstrekte gegevens (mede) geprivilegieerde gegevens betreft, moet de rechter-commissaris worden ingeschakeld.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2024
AA20240775

Hoe rechters uit de tunnel (proberen te) blijven

R. Horselenberg, E.F.L. Maegherman

Post thumbnail Tunnelvisie kan leiden tot een rechterlijke dwaling. Bij de actoren binnen opsporing en vervolging is veel onderzoek gedaan naar tunnelen. De zittende magistratuur lijkt daarbij buiten schot te zijn gebleven. De onderhavige studie is een eerste poging daar structureel naar te kijken. Rechters blijken verschillende opvattingen te hebben over hun taak als actieve rechter, zoals bijvoorbeeld het onderzoeken van alternatieve scenario’s.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2021
AA20210455

Innovatie in het strafrecht: effectieve aanpak van cybercriminaliteit vergt brede bestrijding en verdient betere regulering

J. Bonnes, O. Divendal

Dit artikel bespreekt voorwaarden voor de inzet van strafvorderlijke bevoegdheden voor brede bestrijding van cybercriminaliteit, en hoe politie, Openbaar Ministerie en rechterlijke macht zich daartoe verhouden. Brede bestrijding is meer dan opsporen en vervolgen. Het omvat ook tegenhouden van daders, beperken van schade en beschermen van slachtoffers. Het verkrijgen van de hiertoe benodigde gegevens is onduidelijk geregeld. Die onduidelijkheid wordt vergroot doordat de rol van de rechter-commissaris in ontwikkeling is. Praktijkvoorbeelden illustreren de problematiek. Er wordt een concrete wetswijziging voorgesteld.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2024
AA20240320

juni 1993

Katern 47: Strafrecht

C.H. Brants

Resultaat 1–12 van de 20 resultaten wordt getoond