Toont alle 8 resultaten

ABC-contracten en privaatrecht

S.E. Bartels

Het ABC-contract is een rechtsverhouding die in het onroerendgoedrecht vooral wordt gebruikt om heffing van overdrachtsbelasting te ontwijken. Deze van origine fiscaalrechtelijke constructie brengt echter gecompliceerde civielrechtelijke vragen met zich. In dit artikel zal slechts op enkele van deze vragen worden ingegaan.

Bijzonder nummer | De derde in het recht
mei 1997
AA19970287

Beantwoording rechtsvraag (183) internationaal privaatrecht

Th.M. de Boer

Rechtsvraag op het gebied van het internationaal privaatrecht, meer in het bijzonder het internationaal bevoegdheidsrecht en het toepasselijke recht m.b.t. verjaring.

Perspectief | Rechtsvraag
juni 1989
AA19890605

Bovenmatige burenhinder door de verspreiding van schadelijke stoffen: de Belgische veroordeling van 3M

C. Borucki

Post thumbnail Het Amerikaanse chemieconcern 3M werd in België veroordeeld wegens bovenmatige burenhinder door het veroorzaken van verontreiniging met forever chemicals. Deze bijdrage bespreekt het Belgische recht over bovenmatige burenhinder. Ook voor Nederlandse juristen kan deze uitspraak relevant zijn. De PFASverontreiniging heeft zich ook naar Nederland verspreid. Het Belgische recht kan daarbij mogelijk rechtstreeks relevant zijn op basis van het internationale privaatrecht. Indirect kan het een inspiratiebron zijn voor Nederlandse vorderingen.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2024
AA20240025

Functionele vakken als dwarsdoorsneden van publiek- en privaatrecht

in het bijzonder betreffende onroerend goed

P. de Haan

In deze bijdrage voor het bijzonder nummer 'Osmose tussen publiek- en privaatrecht worden tien juridische sociaal-ruimtelijke vakken beschreven.

Bijzonder nummer
mei 1987
AA19870361

maart 2005

Katern 94: Huurrecht

F.T. Oldenhuis

Kunst- en Antiekstudio Lelystad; bypass voor de twee-wegenleer

Th.G. Drupsteen

Hoge Raad 8 juli 1991, nr. 14290, ECLI:NL:HR:1991:ZC0315, NJ 1991, 691, nt. MS (Antiekstudio Lelystad/gemeente Lelystad) Arrest van de Hoge Raad waarin wederom de twee-wegenleer aan de orde komt. De Hoge Raad oordeelt met de volgende rechtsoverweging: 'De Wet op de Ruimtelijke Ordening staat niet in de weg aan het opnemen van voorwaarden omtrent grondgebruik in overeenkomsten, ook niet als hierdoor grondgebruik wordt beperkt of verboden dat volgens het geldende bestemmingsplan in het algemeen is geoorloofd. Een andere opvatting zou tot het resultaat leiden dat een algemeen gebruikelijke, reeds tientallen jaren bestaande gemeentelijke praktijk opeens door de rechter als ontoelaatbaar zou worden bestempeld. Dit zou met het oog op de zekerheid over de rechtstoestand van onroerend goed uitermate bezwaarlijk zijn. Bovendien worden de gerechtvaardigde belangen van de grondgebruiker in het kader van het burgerlijk recht voldoende beschermd.'

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1991
AA19911138

Rechtsvraag (183) internationaal privaatrecht

Th.M. de Boer

Rechtsvraag op het gebied van het internationaal privaatrecht, meer in het bijzonder het internationaal bevoegdheidsrecht en het toepasselijke recht m.b.t. verjaring.

Perspectief | Rechtsvraag
februari 1989
AA19890151

Roerend of onroerend? Een onderzoek naar de goederenrechtelijke kwalificatie van telecomkabels

E. Mak

Een arrest van het Hof Den Haag van 2 maart 2000 heeft aanleiding gegeven tot heropening van de discussie over het goederenrechtelijke karakter van telecomkabels, dat met name fiscaalrechtelijk van belang is. In dit artikel wordt onderzocht of in de grond aangelegde telecomkabels moeten worden gekwalificeerd als roerend dan wel als onroerend. Een analyse van de relevante artikelen uit het BW in samenhang met artikel 5.6 van de Telecommunicatiewet leidt tot de conclusie dat telecomkabels moeten worden aangemerkt als onroerende zaken.

Verdieping | Studentartikel
januari 2002
AA20020006

Toont alle 8 resultaten