Toont alle 11 resultaten

‘Heb dank, Hooggeachte Professor, heb veel dank uit naam van de Nederlandse juristen’

Over leven en werk van Eduard Maurits Meijers (1880-1954)

T. Veen

In dit artikel wordt een overzicht gegeven van het leven van professor Meijers (1880-1954). Meijers was een van de ontwerpers van het NBW en heeft zeer veel bijgedragen aan de burgerlijkrechtelijke wetenschap.

Verdieping | Studentartikel
december 1991
AA19911059

Centraal Beheer-Gritter

J. Hijma

Hoge Raad 18 januari 1991, nr. 14137, ECLI:NL:HR:1991:ZC0117, RvdW 1991, 37 (Centraal Beheer/Gritter) Arrest en annotatie over een zaak die leidde tot een revindictatievordering. De Hoge Raad oordeelt, met verwijzing naar de derdenbeschermingsregeling in art. 3:86 lid 3 BW, dat voor bescherming door dit artikel en art. 2014 lid 2 (oud) BW niet doorkruist wordt indien de eigenaar met onachtzaamheid handelt en op die grond bescherming ontbeert.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1991
AA19911128

De invoering van het nieuwe BW – een overzicht

M. Reinsma

In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de invoering van het NBW. Daarbij wordt naast de invoering van het vermogensrecht ook aandacht besteed aan de boeken 1, 2 en 8 NBW die al eerder in werking traden dan 1992. De rest van het artikel wordt besteed aan aanverwante regelingen van het NBW en toekomstige wetgeving.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 1991
AA19911118

De tien tafelen van de Nederlandse wet. Dat zou toch mooi zijn?

Interview met prof.mr. A.S. Hartkamp

M.W. Hesselink, H. Wattendorff

Hoewel zijn voorkeur uitging naar de klassieke talen, studeerde Arthur Severijn Hartkamp (1945) rechten aan de Universiteit van Amsterdam van 1962 tot 1968. Na zijn studie werd Hartkamp wetenschappelijk medewerker bij de vakgroep rechtsgeschiedenis van diezelfde universiteit, waar hij in 1971 cum laude promoveerde bij prof.mr. J.A. Ankum. De titel van zijn proefschrift was: 'Der Zwang im römischen Privatrecht'. Van 1974 tot 1989 was Hartkamp werkzaam op de Stafafdeling Wetgeving NBW van het Ministerie van Justitie als naaste medewerker van regeringscommissaris Snijders. Naast zijn werk op de Stafafdeling had Hartkamp verschillende deel tijdfuncties elders. Zo doceerde hij in Leiden gedurende zes jaar het keuzevak NBW (1977-1983). Sinds 1982 is hij raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof te Amsterdam. Een andere nevenfunctie van Hartkamp was het redacteurschap van het NJB (1985-1989). Verder had hij voor Nederland zitting in internationale commissies als Unidroit en Uncitral (1981-heden respectievelijk 1978-1989). In 1986 werd Hartkamp benoemd tot Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad, tot 1989 voor halve tijd gedetacheerd bij het Ministerie van Justitie. Sinds 1989 is hij A-G voor de volle werktijd.Hartkamp bewerkte de Asser-Rutten (Verbintenissenrecht) naar NBW. De Asser-Hartkamp bestaat uit drie delen. In een periode van vier jaar verschijnt er ieder jaar een nieuwe druk van één van de delen. In het vierde jaar heeft Hartkamp tijd voor andere publicaties. Sinds 1989 is Hartkamp redacteur van het WPNR. De redactie van het WPNR is een rustig gezelschap en niet vergelijkbaar met de NJB-redactie, aldus Hartkamp. Het hoogleraarschap werd zijn deel in 1991. Hij werd benoemd tot deeltijd-hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Utrecht, met als leeropdracht privaatrecht, in het bijzonder burgerlijk recht. Er zijn overigens niet veel universiteiten die hem daarvóór niet voor een hoogleraarschap hadden gepolst. Eén van de weinige typisch juridische beroepen die Hartkamp nooit heeft uitgeoefend, is dat van advocaat. Doordat zijn vader advocaat was, maakte hij dit beroep als kind van te dichtbij mee om het nog aantrekkelijk te vinden, zo zegt hij zelf. Wij spraken met Hartkamp onder meer over zijn verschillende functies, over het NBW en over de Asser-Hartkamp.

Verdieping | Interview
december 1991
AA19911109

Enkele hoofdpunten van de Boeken 3, 5, 6, 7 en 8 NBW, voor zover deze op 1 januari 1992 in werking zijn

W. Snijders

In dit artikel worden enige hoofdpunten uit het in 1992 in werking getreden nieuwe vermogensrecht besproken. Daarbij komen in het bijzonder aan de orde: Kadaster en openbare registers, uitbreiding en versoepeling van zakelijke rechten en terugdringing van kettingbedingen, de nieuwe regeling van pandrecht, hypotheekrecht en eigendomsvoorbehoud in verband met fiduciaire overdracht, bekorting verjaringstermijnen, gewijzigde aard van het eigendomsbegrip, bescherming van zwakkeren, risicoaansprakelijkheid en eenheid van onderneming, benoemde overeenkomsten en derdenwerking.

Verdieping | Studentartikel
december 1991
AA19911088

Het nieuwe Burgerlijk Wetboek en profil

E. Florijn

Op 25 april 1947 ontving de Leidse hoogleraar E.M. Meijers (1880-1954) bij Koninklijk Besluit de opdracht een 'nieuw burgerlijk wetboek te ontwerpen'. Daarmee werd het sein gegeven voor het waarschijnlijk grootste en meest ambitieuze wetgevingsproject van de twintigste eeuw. Nu, bijna vijfenveertig jaar later, is de herziening van het uit 1838 stammende Burgerlijk Wetboek nagenoeg voltooid. Op 1 januari 1992 zullen namelijk de Boeken 3, 5 en 6 in werking treden, alsmede een aantal belangrijke titels van Boek 7. Zij werden voorafgegaan door Boek 1 (Personen- en familierecht) en Boek 2 (Rechtspersonen), die respectievelijk op 1 januari 1970 en 26 juli 1976 geldend recht werden. De totstandkoming van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, waarin ook de stof van het Wetboek van Koophandel is opgenomen, is een werk van zeer lange adem geweest en heeft generaties van ontwerpers, rechtsgeleerden en soms ook Kamerleden in de ban gehouden. In dit artikel wil ik ingaan op een aantal aardige en minder aardige aspecten van het ontstaan en de ontwikkeling van dit grote werk. Daarbij zal ik tevens aandacht schenken aan de betekenis van dit hercodificatieproject voor de rechtsontwikkeling in het privaatrecht.

Verdieping | Studentartikel
december 1991
AA19911078

Kunst- en Antiekstudio Lelystad; bypass voor de twee-wegenleer

Th.G. Drupsteen

Hoge Raad 8 juli 1991, nr. 14290, ECLI:NL:HR:1991:ZC0315, NJ 1991, 691, nt. MS (Antiekstudio Lelystad/gemeente Lelystad) Arrest van de Hoge Raad waarin wederom de twee-wegenleer aan de orde komt. De Hoge Raad oordeelt met de volgende rechtsoverweging: 'De Wet op de Ruimtelijke Ordening staat niet in de weg aan het opnemen van voorwaarden omtrent grondgebruik in overeenkomsten, ook niet als hierdoor grondgebruik wordt beperkt of verboden dat volgens het geldende bestemmingsplan in het algemeen is geoorloofd. Een andere opvatting zou tot het resultaat leiden dat een algemeen gebruikelijke, reeds tientallen jaren bestaande gemeentelijke praktijk opeens door de rechter als ontoelaatbaar zou worden bestempeld. Dit zou met het oog op de zekerheid over de rechtstoestand van onroerend goed uitermate bezwaarlijk zijn. Bovendien worden de gerechtvaardigde belangen van de grondgebruiker in het kader van het burgerlijk recht voldoende beschermd.'

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1991
AA19911138

NBW-creatief

Ars Aequi Libri

Serie gedichten en tekeningen over het NBW door vooraanstaande juristen.

Overig | Gedicht
december 1991
AA19911100

Ondernemer Mangnus

J.L.P. Cahen

Hoge Raad 5 april 1991, nr. 14154, ECLI:NL:HR:1991:ZC0194, RvdW 1991, 93 (Zeeuwse/Mangnus) Arrest van de Hoge Raad en annotatie op verzekeringsrechtelijk gebied. Aan de orde is in hoeverre een vaststellingsovereenkomst op grond waarvan de verzekerde een bepaald bedrag krijgt uitgekeerd waardoor deze een betere positie komt dan voor het schadeveroorzakende evenement in strijd zou zijn met het indemniteitsbeginsel. De Hoge Raad oordeelt dat terugbetaling van het te veel ontvangen bedrag op grond van het indemniteitsbeginsel in strijd is met de aard van de vaststellingsovereenkomst ook al komt de verzekerde in een andere positie dan in de oude rechtstoestand.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1991
AA19911123

Rechtsvraag (210) NBW: overgangsrecht

B.C. de Die

Rechtsvraag naar NBW die ingaat op de belangrijke regels rondom het overgangsrecht die de overgang van oud naar nieuw burgerlijk recht goed moeten regelen. De volgende onderwerpen komen onder meer aan de orde: algemene voorwaarden, eigendomsvoorbehoud, immateriële schade en het overeenkomsten- en schadevergoedingsrecht.

Perspectief | Rechtsvraag
december 1991
AA19911142

Turbo-anticipatie. Kunst- en Antiekstudio Lelystad BV-gemeente Lelystad

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 8 juli 1991, nr. 14290, ECLI:NL:HR:1991:ZC0315, NJ 1991, 691, nt. MS (Kunst- en Antiekstudio Lelystad BV/Gemeente Lelystad) In dit arrest en de daarbij behorende annotatie komt aan de orde in hoeverre de Hoge Raad ter behartiging van haar publiekrechtelijke belangen gebruik mag maken van privaatrechtelijke bevoegdheden. De Hoge Raad oordeelt met toepassing van het NBW. In de noot gaat Kortmann in op de vele arresten die voorheen zijn gewezen over dit onderwerp.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1991
AA19911133

Toont alle 11 resultaten