Resultaat 1–12 van de 18 resultaten wordt getoond
L.E. van Oploo
Geestelijke verzorging tijdens de tenuitvoerlegging van sancties krijgt vorm door middel van begeleiding bij het belijden en beleven van godsdienst of levensovertuiging. In deze bijdrage wordt verkend of de menselijke geest gedurende een periode van detentie niet op méér gebieden verzorging verdient en, indien dat zo is, op welke manier dat juridisch gestalte zou kunnen krijgen.
Rode draad | Recht & Geestdecember 2021AA20211128
C.A.J.M. Kortmann
Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State (ABRvS) 5 december 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BB9493, LJN: BB9493, nr. 200609224/1 Kortmann gaat bij deze uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State in op een tweetal kwesties uit de SGP-zaak, te weten de de afstand van grondrechten en de subsidiëring van politieke partijen.
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 2008AA20080291
J. Bos
Nederlandse rechters en bestuursorganen lijken zich nauwelijks rekenschap te geven van de zogenaamde most-favoured-individual clause in mensenrechtenverdragen. Tot de toepassing van deze clausule zijn de Nederlandse rechters en bestuursorganen echter wel verplicht. In dit artikel wordt onderzocht of deze nalatigheid tot gevolg heeft dat de bescherming van de godsdienstvrijheid in Nederland onder de maat is.
Verdieping | Studentartikeloktober 2007AA20070727
C. Elion-Valter
Hedendaagse technologische ontwikkelingen op het gebied van artificiële intelligentie en robotisering raken de discussie over nut en noodzaak van de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging (art. 6 Gw). In dit artikel neemt Carinne Elion-Valter met name deze ontwikkeling in ogenschouw, niet zozeer vanuit een juridisch kader, maar vanuit een existentieel en cultureel kader. Daartoe knoopt ze aan bij een roman: Ian McEwans 'Machines Like Me'. Welk licht werpt deze roman op het debat over nut en noodzaak van artikel 6 Gw?
Rode draad | Recht & Geestfebruari 2021AA20210186
Auteur geeft in dit artikel zijn mening omtrent een uitspraak van de rechtbank Dordrecht. In deze uitspraak werd bepaald dat een predikant welke werd veroordeeld voor het plegen van ontucht met een aan hem toevertrouwde minderjarige. De predikant werd voor 2 jaar ontzet uit het beroep van dominee, iets wat volgens auteur te ver gaat, omdat hij hierdoor gelijk wordt gesteld aan bijvoorbeeld een maatschappelijk werker. Volgens auteur is dit verkeerd omdat een dominee als belangrijkste taak het voorgaan in gebed heeft en dat beschermd is als grondrecht.
Opinie | Opiniërend artikelapril 1999AA19990252
januari 1988
C.G. Breedveld-de Voogd, A.G. Castermans
maart 1996
J. Bokma
september 2001
L.F.M. Besselink, R. de Lange
maart 2002
juni 2005
C.J.H. Jansen
H.-M.Th.D. ten Napel, F.H.K. Theissen
Florian H. Karim Theissen en Hans-Martien ten Napel stellen dat afschaffing of beperking van de godsdienstvrijheid de bijl in het fundament van de open samenleving in Nederland zet en beargumenteren dit aan de hand van een viertal casusposities: het gedoogakkoord, het boerka-verbod, weigerambtenaren en de SGP, en ritueel slachten en mannenbesnijdenis.
Opinie | Opiniërend artikelmaart 2012AA20120182
P.W.C. Akkermans, J.M. de Vries
In dit artikel gaat de auteur in op een noot in Ars Aequi waarbij de vrijheid van godsdienst en meningsuiting in het geding was. De annotator meende dat er geen correcte belangenafweging was en waarbij ook op rechtspersoonlijkheid wordt ingegaan. De Vries en Akkermans zijn het daar niet mee eens.
Opinie | Reactie/nawoordfebruari 1993AA19930105