gezag

Toont alle 6 resultaten

Hoe uiteindelijk ook in ‘Kramer versus Kramer’ het belang van het kind zegeviert

A.J.M. Nuytinck

In dit artikel wordt door Nuytinck de film 'Kramer versus Kramer' uit 1979 besproken waarin een echtscheidingsdrama centraal staat. Aanleiding voor het kiezen van deze film door Nuytinck voor een filmavond aan de Rotterdamse rechtenfaculteit is de plenaire behandeling door de Eerste Kamer van de 'Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding'. Nuytinck bespreekt de verschillen tussen het Amerikaanse gezagsrecht en het komende Nederlandse gezagsrecht. Er wordt ingegaan op het verplichte Ouderschapsplan dat in de toekomst bij iedere scheiding aan de orde komt. Ook gaat Nuytinck in op het belang van het kind.

Blauwe pagina's | Recht en Cultuur
februari 2009
AA20090086

Kind van de rekening: het belang van het kind en de ongedaanmaking van internationale kinderontvoering. Italiaans-Nederlandse kinderontvoering

M.V. Polak

Hoge Raad 20 januari 2006, nr. R05/083HR, ECLI:NL:HR:2006:AU4795, LJN: AU4795, RvdW 2006, 103, JOL 2006, 37, NIPR 2006, 1, JIN 2006, 99 Uit artikel 3 lid 1 aanhef en onder a Haags Kinderontvoeringsverdrag volgt dat voor de beantwoording van de vraag of een overbrenging of vasthouding van een kind ongeoorloofd is, beslissend is het gezagsrecht overeenkomstig het recht van de staat waarin het kind zijn gewone verblijfplaats had onmiddellijk voorafgaande aan de overbrenging. Het oordeel omtrent de vraag waar het kind op het relevante tijdstip zijn gewone verblijfplaats had, is van feitelijke aard en kan in cassatie niet op zijn juistheid worden onderzocht. Doel en strekking van het Haags Kinderontvoeringsverdrag brengen mee dat de weigeringsgrond van artikel 13 lid 1 aanhef en onder b restrictief dient te worden toegepast. Dit betekent dat de rechter van de aangezochte staat, die zich dient te onthouden van een oordeel omtrent het gezagsrecht en het omgangsrecht, de in die bepaling gestelde strenge voorwaarden niet reeds vervuld mag achten, louter op grond van zijn oordeel dat het belang van het kind in het land van herkomst minder goed gediend is dan in het land van de aangezochte rechter.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2006
AA20060646

Rechtenstudenten en gezagsargumenten horen bij elkaar

L. Hesselink

Juristen die argumenteren, doen vaak een beroep op gezag, ze grijpen naar personen en instanties van naam. De critici van de juristerij vinden dat niet zo best. Zij menen dat echte redeneringen en ware theorieën de plaats moeten innemen van die slaafse gezagsgetrouwheid. Maar wat is eigenlijk een gezagsargument en wat voor rol speelt het precies in het juridisch argumenteren? Moeten de rechtenstudies radicaal worden omgegooid? Op deze vragen past een duidelijk antwoord.

Perspectief | Perspectiefartikel
september 1993
AA19930629

Spannend recht. Of: hoe we steeds meer kennis en vaardigheden vragen van juristen

A. Kwak

Recht en haar professionele vertegenwoordigers moeten gezag hebben, anders zullen burgers zich niet vrijwillig neerleggen bij juridische oordelen. Dit vraagt natuurlijk specifieke kennis, vaardig-heden en eigenschappen van juristen. Tegelijkertijd vragen we objectiviteit van het moderne recht want juridische oordelen moeten ook voorspelbaar en controleerbaar zijn. Dit vraagt met name kennis van het formele recht en analytische vaardigheden. Maar nu is er ook een steeds sterker wordende roep om managementvaardigheden. We willen immers ook effectief en efficint recht. Het resultaat is spannend recht, spannend in meerdere opzichten. Het in kaart brengen van dit spanningsveld kan helpen om beter te zien waar, om het eens in managementjargon te zeggen, de threats and opportunities liggen voor de moderne jurist.

Perspectief | Perspectiefartikel
juli 2006
AA20060545

Tussen servet en tafellaken: de studentpromovendus in arbeidsrechtelijk perspectief

G.H. Boelens, E.K. Christiaansen

Studentpromovendi werken net als reguliere promovendi aan een proefschrift en krijgen daarvoor betaald in de vorm van een beurs. Desondanks worden zij niet als werknemer beschouwd, maar als student. Een besluit van minister Bussemaker maakt dit mogelijk. Critici vragen zich af of studentpromovendi in de praktijk niet ‘gewoon’ werknemers zijn. In dit artikel wordt die vraag in arbeidsrechtelijk perspectief geplaatst.

Perspectief | Perspectiefartikel
maart 2017
AA20170250

Verbod van grootouderadoptie

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 24 september 2004, nr. R03/122HR, ECLI:NL:HR:2004:AP1439, JOL 2004, 477, RvdW 2004, 106 In deze noot van Nuytinck wordt ingegaan op de het verbod van adoptie door grootouders. In de noot wordt ingegaan op de de verhouding met EVRM (family life) en gezag als alternatief voor adoptie.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2005
AA20050028

Toont alle 6 resultaten