Resultaat 1–12 van de 29 resultaten wordt getoond

‘Assurance oblige’. De betekenis van verzekering voor contractuele aansprakelijkheid die door een exoneratieclausule gedekt wordt

J.M. van Dunné

Hoge Raad 18 juni 2004, nr. CO3/064HR, ECLI:NL:HR:2004:AO6913, JOL 339 (Kuunders/Swinkels Techniek) Dit arrest behandelt de vraag wie er aansprakelijk is wanneer er een exoneratiebeding is getekend, daarmee samenhangend komt ook de vraag aan de orde of een verzekering dan nog moet uitkeren.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2004
AA20040874

Anja Kellenaers

J. Hijma

Hoge Raad 24 december 1993, nr. 15132, ECLI:NL:HR:1993:ZC1196, RvdW 1994, 11 (Sikes/Kellenaers) Arrest van de Hoge Raad en daarbij behorende noot over verkeersaansprakelijkheid bij een ongeval waarbij een motorvoertuig en een kind ouder dan 18 jaar is betrokken. Uit het oordeel van de Hoge Raad komt naar voren dat voor de afwering van vestiging van aansprakelijkheid een overmachtsverweer opgaat als aan de automobilist geen enkel verwijt kan worden gemaakt. Voor de omvang van de schadevergoeding gaat de Hoge Raad in op het eigen schuld verweer van de automobilist. De Hoge Raad overweegt in dat in eerdere rechtspraak van de Hoge Raad is bepaald dat de 100%-regel geldt voor kinderen die nog geen 14 jaar zijn en dat deze regel een harde is. I.c. moet de rechter dus de regel van 14-18 jarigen toepassen welke zegt dat op grond van art. 6:101 BW en art. 31 WVW (oud)/ art. 185 WVW 1994 in ieder geval 50% van de schade van de niet-automobilist moet worden vergoed. In het kader van de billijkheidscorrectie uit art. 6:101 BW kan het zo zijn dat de benadeelde voor nog meer schadevergoeding in aanmerking komt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1994
AA19940445

Beantwoording rechtsvraag (256) Bouwrecht

Een spelletje zwartepieten

M.A.M.C. van den Berg

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het bouwrecht waarbij aansprakelijkheid voor fouten, eigen schuld en toezicht aan de orde komen.

Perspectief | Rechtsvraag
februari 1997
AA19970108

Dreiging met executie van een vonnis: onrechtmatigheid en eigen schuld

A.G. Castermans

Hoge Raad 1 april 2016, nr. 15/00578, ECLI:NL:HR:2016:542, NJ 2016/189 (Oyster Pond)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2016
AA20160849

Eigen schuld. Een historische en rechtsvergelijkende studie

E.G.D. van Dongen

Post thumbnail

Emanuel van Dongen promoveerde op 18 juni 2013 aan de Universiteit Maastricht met het proefschrift ‘Contributory Negligence. A Historical and Comparative Study’. In dit artikel schrijft hij waar zijn stellingen in de kern op neerkomen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
mei 2014
AA20140398

Geerts-Ten Dam

J. Hijma

Hoge Raad 12 oktober 1990, nr. 13990, ECLI:NL:HR:1990:AC2674, RvdW 1990, 174 (Geerts/Ten Dam) In deze uitspraak en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de leer van de risico-aanvaarding en eigen schuld. De casus die hiertoe aanleiding heeft gegeven is er een die tot de verbeelding spreekt. De vraag is in hoeverre er van een passagier die weet heeft van het alcoholgebruik van een bestuurder van een auto sprake is van risico-aanvaarding bij een ongeluk of dat er dan sprake is van eigen schuld en de schade als gevolg van een correctie in het geheel voor de rekening komt van de passagier. De eerste vraag wordt niet besproken door de Hoge Raad maar komt in de noot voldoende naar voren. De Hoge Raad oordeelt dat er sprake is van eigen schuld maar dat het niet klopt dat een benadeelde geen enkele schadevergoeding ontvangt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1991
AA19910338

Gemeenschappelijk Eigendom-‘s-Gravenhage: overheidsaansprakelijkheid beperkt?

Th.G. Drupsteen

Hoge Raad 29 april 1994, nr. 15312, ECLI:NL:HR:1994:ZC1358, RvdW 1994, 107 C; Gem.stem 1994, 6993 nr. 4 m.nt. HH, BR 1994, p. 773, m.nt. N.S.J. Koeman (Gemeenschappelijk Eigendom/'s Gravenhage). ook bekend als Bouwvergunning Schuttersduin. Arrest van de Hoge Raad en daarbij behorende noot waarin wordt ingegaan op overheidsaansprakelijkheid en eigen schuld. In het onderhavige geval was er sprake van een verleende bouwvergunning die later door de bestuursrechter vernietigd werd. Ondertussen had de partij aan wie de vergunning was verleend wel gebruik gemaakt van deze vergunning. De gebruiker vorderde vervolgens een schadevergoeding voor de schade die is ontstaan als gevolg van de vernietiging van de vergunning. De Hoge Raad oordeelt, evenals het hof en rechtbank, dat er i.c. sprake is van eigen schuld en dat de schade aan de vergunning gebruiker zelf te wijten is nu deze gaat bouwen hangende een bezwaar- en beroepsprocedure. In de noot wordt hierop ingegaan evenals op de toetsing van overheidshandelen door de burgerlijke rechter.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1994
AA19940835

Het aansprakelijkheidsrecht

E. Mackaay

De economische analyse van het aansprakelijkheidsrecht is in Nederland tien jaar oud (1990). In die tien jaar is de rechtseconomie in het Nederlandse taalgebied goed op gang gekomen. Wat het aansprakelijkheidsrecht betreft, is er nu een gedegen uiteenzetting in hoofdstukken 5 en 6 van Holzhauer en Teijl's Inleiding rechtseconomie. Recentelijk is er voorts van de hand van Faure en Van den Bergh een boek verschenen dat geheel aan dit onderwerp is gewijd. Uit dit laatste werk kan men opmaken hoezeer dit gebied zich de laatste tien jaar ook elders in de wereld ontwikkeld heeft. Bij zulk een overdaad van goede bronnen past het hier niet de materie nog eens grondig uiteen te zetten. Meer gaat het erom de hoofdlijnen ervan te bezien en van daaruit te overdenken wat rechtseconomie wel en niet vermag.

Bijzonder nummer | Rechtseconomie
oktober 1990
AA19900743

Ingrid Kolkman

J. Hijma

Hoge Raad 1 juni 1990, nr. ZW 1987/101, ECLI:NL:CRVB:1989:AK8854 De Hoge Raad casseert in dit arrest de uitspraak van het hof in een zaak waarbij het gaat om verkeersaansprakelijkheid na een aanrijding van een kind jonger dan 14 jaar door een automobilist. De Hoge Raad oordeelt dat de automobilist in deze gevallen altijd voor de volledige schade aansprakelijk is tenzij het schade lijdende kind heeft gehandeld met opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid. In de noot wordt dieper op het systeem van art. 31 WVW (oud) ingegaan en een onderscheid gemaakt tussen overmacht, eigen schuld en de billijkheidscorrectie.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1991
AA19910064

IZA-Vrerink

J. Hijma

Hoge Raad 28 februari 1992, nr. 14628, ECLI:NL:HR:1992:ZC0526, RvdW 1992, 72 (IZA/Vrerink) Verkeersaansprakelijkheidscasus waarin een oudere mevrouw van 67 jaar wordt aangereden door een auto. De rechtsvraag hierbij is of de regeling bij vaststelling van de schadevergoeding en 'eigen schuld' er aansluiting gezocht dient te worden bij rechtspraak waarbij het kind jonger dan 14 jaar is en net als de mevrouw van 67 jaar tot een kwetsbare bevolkingsgroep hoort. Ook aan de orde is of de vaste regel dat de automobilist voor de helft van de schade aansprakelijk is. Dit gaat niet op. De gestelde regel geldt immers alleen maar in de verhouding pleger-slachtoffer en geldt niet voor de gesubrogeerde verzekeringsmaatschappij.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1992
AA19920497

september 2006

Katern 100: Burgerlijk recht

- Instituut voor Privaatrecht Universiteit Leiden

december 2006

Katern 101: Burgerlijk procesrecht

R.J.C. Flach

Resultaat 1–12 van de 29 resultaten wordt getoond