cautie

Toont alle 4 resultaten

Beantwoording rechtsvraag (182) fiscaal strafprocesrecht

P.J. Wattel

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het strafvorderlijke belastingrecht. Aan de orde komen de bevoegdheid van de officier van justitie tot het toepassen van verschillende dwangmiddelen, het vragenbriefje als middel van verhoor en de betekenis daarbij van art. 29 Sv (verdachte).

Perspectief | Rechtsvraag
juni 1989
AA19890599

De internationaal strafrechtelijke grenzen en dilemma’s van ondervragingstechnieken

G.G.J. Knoops

Ook tijdens de recente Brits-Amerikaanse militaire interventie in Irak is de vraag gerezen naar de juridische maar ook morele grens van het ondervragen van personen die tijdens dit conflict krijgsgevangen werden genomen, waaronder een aantal hooggeplaatste militairen van het voormalig Irakese bewind.

Opinie | Opiniërend artikel
september 2003
AA20030634

De Zaanse verhoormethode

Th.A. de Roos

Hoge Raad 13 mei 1997, nr. 105.054, ECLI:NL:HR:1997:ZD0705. Ook wel bekend als de Zaanse verhoormethode. Verdachte van gruwelijk levensdelict wordt door de politie verhoord met behulp van een 'communicatiedeskundige'. Daarbij wordt onder meer gebruik gemaakt van fotocollages, waarbij familiefoto's van de verdachte met een foto van het slachtoffer worden gecombineerd. Strijd met beginselen van behoorlijk strafproces, maar geen onmenselijke behandeling. Geen niet-ontvankelijk-verklaring van het Openbaar Ministerie.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1997
AA19970816

Een nieuw Wetboek van Strafvordering voor de Nederlandse Antillen en Aruba?

S. van Gessel, M.F.J. Haak

In dit redactionele artikel wordt door twee redacteurs van Ars Aequi ingegaan op het nieuwe Wetboek van Strafvordering op de Nederlandse Antillen waar de cautie pas later behoeft te worden gegeven dan in Nederland en er voor verdachten een legitimatieplicht bestaat. Ook wordt er ingegaan op het strafrechtelijk kort geding waarbij er voor gedupeerden en andere belanghebbenden de mogelijkheid bestaat om voorzieningen te verzoeken bij de rechter. Redacteuren gaan daarbij ook in op het in het Koninkrijk der Nederlanden geldende concordantiebeginsel dat is opgenomen in het Statuut.

Opinie | Redactioneel
december 1996
AA19960737

Toont alle 4 resultaten