Resultaat 1–12 van de 13 resultaten wordt getoond
A.T. Marseille
Van rechtsvorming is in het algemeen sprake als de betekenis van een rechterlijke uitspraak verder strekt dan het geschil dat er mee wordt beslecht, doordat in de uitspraak bepaalde rechtsbegrippen of rechtsbeginselen worden geconcretiseerd en de betreffende uitspraak daarmee een bijdrage levert aan de rechtseenheid en/of rechtsontwikkeling. Deze bijdrage gaat over de Nederlandse bestuursrechter als rechtsvormer. In hoeverre voldoet hij aan de volgende twee geformuleerde wensen: neemt hij zijn verantwoordelijkheid, en weet hij daarbij te overtuigen? En voor zover hij niet geheel en al aan die wensen voldoet: valt zijn feilen te verklaren, en valt er iets aan te doen?
februari 2010AA20100090
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) 10 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:272, Gst. 2021/100, m.nt. B. van der Vorm
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 2021AA20211029
L. van den Berge
Het komt zelden voor dat de stand van het Nederlandse bestuursrecht wordt besproken aan de nationale talkshowtafels en in landelijke kranten, maar in de nasleep van de toeslagenaffaire was het dan zo ver. Sindsdien verkeren de betrokken instituties in een complex proces van reflectie en bezinning. Een uitweg uit de crisis is alleen mogelijk als zij daarbij de moeilijkste vragen niet uit de weg gaan.
Verdieping | Verdiepend artikelnovember 2021AA20210987
P.A. Fruytier
Op 9 november 2021 promoveerde Philip Fruytier in Nijmegen op zijn proefschrift De civielrechtelijke inbedding van het besluitenaansprakelijkheidsrecht, dat hij schreef onder begeleiding van promotoren Roel Schutgens en Carla Klaassen. Op uitnodiging van de redactie van Ars Aequi bespreekt hij in dit artikel de belangrijkste thema’s en conclusies van dat proefschrift.
Literatuur | Proefschriftbijdrageapril 2022AA20220331
J.A.F. Peters
Verdieping | Verdiepend artikelfebruari 2017AA20170104
R. de Bock
De bestuursrechter toetst of een besluit rechtmatig is. Art. 8:69 Awb geeft nadere uitwerking aan de inhoud en de omvang van de toetsing. De jurisprudentie over art. 8:69 Awb in kaart gebracht en gestructureerd.
9789069165172 - 04-06-2004
K.J. de Graaf, A.T. Marseille
Centrale Raad van Beroep (CRvB) 7 augustus 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:2399, AB 2019/66, m.nt. R. Stijnen, RSV 2018/234, m.nt. J.H. Ermers, USZ 2018/284, m.nt. H.W.M. Nacinovic
Annotaties en wetgeving | Annotatieseptember 2019AA20190672
M.J.A.M. Ahsmann
Frames kunnen verstorend werken voor de rechtsstaat en de rechtspraak, feiten zijn nodig om teleurstelling (en erger, zoals de toeslagenaffaire en de bestorming van Capitol Hill) te voorkomen.
Opinie | Opiniërend artikelmaart 2021AA20210235
N. van Triet
De overheid geeft over tal van onderwerpen, via diverse kanalen en in verschillende vormen informatie. Die informatie kan achteraf onjuist blijken te zijn, welke onjuistheid in de bestuursrechtelijke kolom (via het vertrouwensbeginsel) dan wel in een civielrechtelijke procedure (via een schending van de ongeschreven zorgvuldigheidsnorm) aan de orde moet worden gesteld. De door de rechters gehanteerde toetsingskaders verschillen deels op een onwenselijke manier van elkaar. Dit artikel doet daarom voorstellen om tot meer harmonie tussen het bestuursrecht en het civiele recht te komen.
Rode draad | Snijvlakken & Kruisbestuivingenapril 2023AA20230290
R. Ortlep, W.S. Zorg
Opinie | Opiniërend artikeljanuari 2018AA20180020
G. Boogaard
Op 15 mei 2013 promoveerde Geerten Boogaard aan de UvA op zijn proefschrift Het Wetgevingsbevel. Over constitutionele verhoudingen en manieren om een wetgever tot regelgeving aan te zetten. De Hoge Raad doet erg moeilijk over bevelen aan een regelgever. De Afdeling bestuursrechtspraak geeft dergelijke wetgevingsbevelen echter wel. Moet de Afdeling zich iets gelegen laten liggen aan de bezwaren van de Hoge Raad of is er een goede rechtvaardiging voor een verschil tussen de civiele rechter en de bestuursrechter op dit punt?
Literatuur | Proefschriftbijdragenovember 2013AA20130885