beschikkingsbevoegdheid

Toont alle 8 resultaten

Artikel 3:86 BW en de legitimatieleer

E.F. Verheul

Post thumbnail

Algemeen wordt aangenomen dat in artikel 3:86 BW de zogenoemde legitimatieleer van Scholten is gecodificeerd: de door de vervreemder uitgeoefende feitelijke macht over de zaak schept een vermoeden dat hij eigenaar is en de verkrijger te goeder trouw die daar op afgaat, wordt beschermd als de vervreemder niet beschikkingsbevoegd blijkt te zijn. In dit artikel wordt daarentegen betoogd dat de wet niet zozeer rechtsgevolgen verbindt aan feitelijke macht aan de zijde van de vervreemder, maar aan de door de verkrijger verworven feitelijke macht.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2016
AA20160590

Beantwoording rechtsvraag (271) voor eerstejaars

Goederenrecht

J.H.M. van Erp

Beantwoording van een rechtsvraag op het gebied van het goederenrecht waarbij geldige overdracht, derdenbescherming en het recht van reclame.

Perspectief | Rechtsvraag
oktober 1998
AA19980852

Beantwoording rechtsvraag (N) BW (24) overdracht van registergoederen

P. Rodenburg

Beantwoording van een rechtsvraag naar NBW over de overdracht van register goederen. Aan de orde komen de constitutieve vereisten voor een geldige overdracht.

Perspectief | Rechtsvraag
januari 1988
AA19880048

De Bruijn’s voerbonen

J.L.P. Cahen

Hoge Raad 29 april 1988, nr. 13161, ECLI:NL:HR:1988:AD0300, RvdW 1988, 84 Arrest van de Hoge Raad met daarbij behorende noot over de bescherming van een verkrijger van een goed te goeder trouw tegen de beschikkingsonbevoegdheid van de vervreemder. Daarbij speelt ook nog de cessie van de vorderingen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1988
AA19880862

Een vroegere overdracht

S.E. Bartels, V. Tweehuysen

Academisch onderwijs is niet alleen het overbrengen van kennis die de docent al heeft en die de student nog moet vergaren. Docenten moeten studenten aan het denken zetten, vragen stellen zonder meteen het antwoord te geven en vragen durven stellen waarop zij zelf het antwoord niet weten. Geregeld komt het voor dat tijdens het (voorbereiden van het) onderwijs een vraag rijst waarover de bij het vak betrokken docenten nog niet eerder nadachten. Zo verging het ons bij het onderwijs over derdenbescherming in het kader van het derdejaarsvak Burgerlijk Recht I (goederenrecht). De vraag die aan de orde was: wat is een ‘ongeldige vroegere overdracht’ in de zin van artikel 3:88 BW? We bespreken deze vraag aan de hand van twee casus, waarvan wij ons afvragen of zij tot toepasselijkheid van artikel 3:88 BW zouden kunnen leiden.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 2011
AA20110367

Herverpanding: bevoegd verpanden van andermans goed

K.J. Krzeminski

Post thumbnail Op 7 juni 2013 promoveerde Kasper Krzeminski cum laude aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op zijn proefschrift Herverpanding. Bij herverpanding vestigt een pandhouder een nieuw pandrecht op een door hem in pand verkregen goed. Daarmee beschikt de pandhouder over het goed van een ander. De vraag is hoe bij herverpanding aan het vereiste van beschikkingsbevoegdheid wordt voldaan.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2013
AA20130879

juni 1998

Katern 67: Rechtsgeschiedenis

C.J.H. Jansen

Rechtsvraag (225) Romeins recht

J.H.A. Lokin

Rechtsvraag op het gebied van het Romeins recht waarbij het pandrecht aan de orde komt.

Perspectief | Rechtsvraag
juni 1993
AA19930503

Toont alle 8 resultaten