Resultaat 13–24 van de 72 resultaten wordt getoond

De implementatie van het volgrecht: leuker kunnen we het niet maken, ook niet makkelijker

A. Ott

In deze opinie gaat de auteur in op het auteursrechtelijke volgrecht.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2005
AA20050933

De juridische uitgever

K.E. van der Linde

In deze Meesters-column staat de uitgeverij centraal. Er wordt ingegaan op de juridische definitie van uitgeverij. In het bijzonder wordt ingegaan op de werkzaamheden van de juridische uitgeverij, diens bronnen. Ook wordt de geschiedenis van de uitgeverijen behandeld net als de later ontstane concerns. Daarna wordt er ingegaan op de organisatievorm, taken en verantwoordelijkheden van uitgeverijen. Daarna wordt er nog ingegaan op pluriformiteit, auteurs, minder rendabele uitgaven en elektronische uitgaven.

Opinie | Column
juni 1989
AA19890557

De mens als hoofdrolspeler in het auteurs- en octrooirecht

F. van der Lecq, J.R. Torenbosch

Post thumbnail Het auteurs- en octrooirecht beschermen bij uitstek creatieve voortbrengselen van de menselijke geest. In dit artikel wordt de rol van de menselijke geest in het auteursrecht en het octrooirecht ontleed en gekoppeld aan de dubbele beschermingsratio die aan deze intellectuele-eigendomsrechten ten grondslag ligt.

Rode draad | Recht & Geest
maart 2021
AA20210292

De octrooieerbaarheid van computerprogramma’s

M.H.M. Schellekens

Post thumbnail Software is octrooieerbaar. Zoveel is wel duidelijk uit de rechtspraak van de technische kamers van beroep van het Europees octrooibureau. Dat neemt niet weg dat software octrooien in de praktijk niet zonder problemen zijn. Deze problemen geven relevantie aan de vraag hoe moeilijk of gemakkelijk het gemaakt moet worden om een octrooi op software te verkrijgen. Dat is de vraag die in dit artikel centraal staat.

Opinie | Opiniërend artikel
april 2014
AA20140272

De onbepaaldheid van het bepaaldheidsvereiste: ING v de Curator c.s. en Lira v Ziggo c.s. in perspectief geplaatst

Th.C.J.A. van Engelen

Hoge Raad 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:590, IEPT20200403, NJ 2020/152 (ING v de curator c.s.) (raadsheren: C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh; conclusie A-G E.B. Rank-Berenschot) en Hoge Raad 2 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1548 (Lira v Ziggo) (raadsheren: C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff; conclusie A-G B.J. Drijber)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2021
AA20210284

De wet op de naburige rechten

J.M.H.D. Meijer-van der Aa

In dit artikel wordt de Wet op de naburige rechten besproken. Deze wet regelt een aantal rechten die samenhangen met het auteursrecht, zoals rechten van omroeporganisaties en uitvoerende kunstenaars. Moderne media zoals televisie en fonogrammen hebben deze bescherming nodig gemaakt.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 1993
AA19930865

Deze amuse is niet langer beschikbaar. Over auteursrecht en algoritmes

S. Kulk

Post thumbnail De Europese wetgever werkt aan nieuwe wetgeving om het auteursrecht te updaten. Partijen zoals YouTube en Facebook zouden licenties moeten afsluiten voor de materialen die gebruikers uploaden naar hun platforms. Ook moeten de technologiebedrijven slimme technologieën gaan inzetten om auteursrechtinbreuken te voorkomen

Opinie | Amuse
januari 2019
AA20190006

Dior-Evora – auteursrecht

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 20 oktober 1995, nr. 15735, ECLI:NL:HR:1995:ZC1845, NJ 1996, 682 (Dior/Evora) De uitdrukkelijke wettelijke beperkingen op het auteursrecht, waaraan in de regel een belangenafweging ten grondslag ligt, sluiten niet uit dat de grenzen van het auteursrecht ook in andere gevallen aan de hand van een vergelijkbare afweging van belangen nader moeten worden bepaald, in het bijzonder wanneer de behoefte aan de desbetreffende begrenzing door de wetgever niet is onderkend en zij past in het stelsel van de wet, zulks in het licht van de ontwikkeling van het auteursrecht als middel tot bescherming van commerciële belangen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1997
AA19970640

Downloaden, auteursrecht en het internet: status quo en perspectief

C.N.J. de Vey Mestdagh

Post thumbnail In dit artikel beschrijven de auteurs wat technisch kan ten aanzien van downloaden enwat juridisch mag in Nederland, hoe het zit met de beweerde schade en met het aanbieden van (verwijzingen naar) auteursrechtelijk beschermd materiaal, mede in het licht van recente uitspraken rond thePirate Bay en Mininova. Ten slotte beschrijven de auteurs welke rol de provider precies speelt, onderandere bij het verwijderen van verwijzingen en bij het doorbreken van de anonimiteit van de aanbieder. Hierbij besteden de auteurs vooral aandacht aan de civielrechtelijkekant van de zaak, omdat strafrechtelijke acties weinig voorkomen en deze vooral gericht zijn op grote, op geldelijk gewin gerichte inbreukmakers (‘piraten’)en niet op de doorsnee downloader, die voornamelijk voor eigen gebruik downloadt.

Verdieping | Studentartikel
november 2009
AA20090727

Draaikunst of gedraaide kunst? De dj-set als object van het auteursrecht

B. Schipper

De dj is met de opkomst van housemuziek van eenmin of meer passieve ‘plaatjesdraaier’ verwordentot een niet meer weg te denken fenomeen. Inschril contrast met het succes van housemuziek ende verschuiving van de rol van de dj staat de onderwaarderingen achterstelling van de artistiekewaarde van housemuziek en het werk van dj’s. Ditis een opmerkelijk gegeven gezien het feit dat inonze Westerse wereld juist melodie en dichtkunsthoog in het (artistieke) vaandel staan. In deze bijdragewordt het werk van een dj bezien tegen deachtergrond van het auteursrecht.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2002
AA20020143

Elvis Presley

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 24 februari 1989, nr. 13627, ECLI:NL:HR:1989:AD0647, Informatierecht AMl 1989/3 (BMG Music Partnership te New York, VS, BMG/Ariola Benelux BV t. Boogaard Trading Lopik BV, Sonortape Nederland BV). Ook bekend als Elvis Presley-arrest. In dit arrest concludeert de Hoge Raad dat ook de producent die met toestemming van de kunstenaar opnamen van diens uitvoeringen heeft gemaakt een in rechte te respecteren en door artikel 1401 BW beschermd belang heeft zich tegen gehele of gedeeltelijke overname van die opnamen op voor commerciële doeleinden vervaardigde geluidsdragers en tegen het verhandelen van zulke geluidsdragers te verzetten. In de noot wordt hier uitvoerig op ingegaan. Onder meer het regime Kusters en het regime Decca komen aan de orde;

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1989
AA19890675

EMI Electrola

H. Cohen Jehoram

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 24 januari 1989, zaak 341/87, ECLI:EU:C:1989:30 (EMI Electrola GmbH/Patricia Im- und Export en anderen) In deze noot bij een arrest van het HvJ EG wordt ingegaan op de wisselwerking tussen het vrij verkeer van goederen en de bescherming van auteursrechten. Bij dit laatste komt met name de ongelijke beschermingsduur van auteursrechten aan de orde. In de noot wordt dieper op het spanningsveld tussen op een nationaal territoir geldende IE-rechten en het vrij verkeer van goederen. De annotator noemt het een klassiek arrest. In de noot komen de verschillende factoren van de vrijheidsrechten aan de orde.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1990
AA19900550

Resultaat 13–24 van de 72 resultaten wordt getoond