Maandbladartikel

Investeer in wetgeving privaatrecht!

J.M. Barendrecht

Dit is een column van Maurits Barendrecht waarin deze ingaat op het achterstallige onderhoud door de overheid van het Nederlandse privaatrecht. Barendrecht constateert dat er veel meer gedaan moet worden om het privaatrecht actueel te houden en aan te passen aan de wensen van de samenleving.

Opinie | Column
november 2009
AA20090726

Investeringsarbitrage, toegang tot het recht en een ‘derde partij’

P.L.F. Ribbers

Post thumbnail In het kader van een investeringsarbitrage is niet vanzelf­sprekend ruimte voor de inbreng van een derde partij. Toch kan ook deze partij belang(en) hebben bij een bepaalde uitkomst van de procedure. De laatste jaren klopt de buitenwereld nadrukkelijker op de deur van de, in beginsel, gesloten wereld van de investeringsarbitrage. In de onderhavige bijdrage wordt besproken op welke wijze ‘toegang’ voor een derde partij zou kunnen worden verkregen tot een investeringsarbitrage.

Rode draad | Toegang tot het recht
november 2019
AA20190894

Investeringswetgeving in Ontwikkelingslanden

E. Groot, A. Louman, J. Sutherland

Investeringen zijn voor ontwikkelingslanden van groot belang. Het is dan ook begrijpelijk dat een aantal landen regels heeft gesteld met betrekking tot die investeringen. In dit artikel worden de regelingen in een aantal landen nader onderzocht. Naast de investeringsregelingen zelf wordt ook aandacht besteed aan overige stimuleringsmaatregelen en controlemogelijkheden.

juli 1982
AA19820428

Invloed van EG-recht op aftrekposten bij aanwezigheid van binnenlands en buitenlands inkomen (zaak De Groot)

J.W. Zwemmer

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 12 december 2002, nr. C-385/00, ECLI:EU:C:2002:750, BNB 2003/182 (zaak De Groot) De Nederlandse wijze van berekening van de voorkoming van dubbele belasting leidt ertoe dat bepaalde aftrekposten gedeeltelijk aan het buitenlandse inkomen worden toegerekend, waardoor zij voor dat deel nergens in aftrek komen. Deze regel is in strijd met EG-recht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2003
AA20030947

Invoering nieuw BW verder uitgesteld?

W. van den Bergh, B. Groefsema

Op 10 mei jl. heeft de Vaste Commissie voor Justitie van de Tweede Kamer een tijdschema opgesteld, volgens welke de invoering van de Boeken 3, 5 en 6 van het nieuw BW op z'n vroegst media 1988 zal geschieden. Dit zou een uitstel van minimaal twee jaren betekenen ten opzichte van de streefdatum van het Ministerie van Justitie: juli/september 1986. Op deze brief is een antwoord gekomen van de minister van justitie dd. 6 juni 1984 waarvan de strekking is dat verder uitstel maatschappelijk ongewenst is. Inmiddels heeft nader overleg plaatsgevonden tussen de vaste Kamercommissie voor Justitie en de minister waarvan de uitslag niet meer verwerkt kon worden. In het artikel zijn afgedrukt de brief van de vaste commissie en het antwoord van de minister. Daarna volgt een commentaar van de auteurs waarin gepleit wordt voor een snelle invoering van het nieuw BW.

juli 1984
AA19840388

Inzake opsporing; eindrapport Enquêtecommissie Opsporingsmethoden

A. van Veen, P. Werdmuller

In de democratische rechtsstaat vraagt elk optreden van bestuur, politie en justitie een zo precies mogelijke wettelijke grondslag. Bij de toepassing van strafrecht en strafvordering binnen de democratische rechtsstaat kan het doel de middelen niet heiligen. De toepassing van proportionaliteit en subsidiariteit moet geschieden binnen de grenzen van wettelijke bevoegdheden en niet daarbuiten. Regeling van de opsporingsmethoden is noodzakelijk, zowel naar inhoud als naar procedure en controle. Het gaat niet alleen om de vraag wat er mag, maar ook om de vraag hoe toezicht en gezag worden uitgeoefend. Dit volgens het adagium: geen bevoegdheid zonder verantwoordelijkheid, geen verantwoordelijkheid zonder verantwoording.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juni 1996
AA19960423

IPR-aspecten van Europese rechtspersonen

L. Kaemingk

In dit artikel wordt ingegaan op de aspecten van internationaal privaatrecht die samenhangen met Europese rechtspersonen zoals de SE en de Europese vereniging.

Verdieping | Studentartikel
juli 1993
AA19930521

Irnerius: grote lantaarn, groot licht

F. Brandsma

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
april 2009
AA20090273

Is beroepsaansprakelijkheid iets bijzonders?

C.J.H. Brunner

In de laatste bijdrage aan de Rode draad 'Beroepsaansprakelijkheid' komen de volgende onderwerpen aan de orde: het vrije beroep; het verschil tussen beroep en bedrijf; kunstfouten en beroepsfouten; het criterium 'fout', alsmede de daardoor veroorzaakte schade; aansprakelijkheid en verzekering; beperking van aansprakelijkheid en verhaal; de maatschap en de praktijk BV. Een en ander staat in het teken van de vraag: is beroepsaansprakelijkheid iets bijzonders?

Rode draad | Beroepsaansprakelijkheid
december 1995
AA19950932

Is de (rechts)positie van de minderjarige in de nieuwe Wet op de jeugdzorg daadwerkelijk verbeterd?

P. Ros, D. Sol

Op 1 januari 2005 is de nieuwe Wet op de Jeugdzorg in werking getreden. Daarmee is de rechtspositie van de minderjarige weliswaar versterkt, maar er blijft reden voor kritiek. Alle jeugdzorg achter n loket lijkt efficint, maar onder omstandigheden kan het recht op jeugdzorg een relatief recht blijken te zijn. Pure winst is dat probleemjongeren door een aangekondigde wetswijziging niet meer in de strafrechtelijke justitile jeugdinrichtingen terecht komen. De nieuwe wet zal echter door het bestuursrechtelijke karakter van de indicatiestellingen en de hoge (administratieve) werkdruk met een gebrek aan een uniforme werkwijze, ernstige incidenten niet steeds kunnen voorkomen. Bovendien lijkt het hoog tijd dat de medewerkers van jeugdzorg aansluiting vinden bij de wet BIG. De competentie van de kinderrechter is weliswaar een goede keuze, maar hij dient als bestuursrechter, op grond van de materile normen in de nieuwe wet, voller dan slechts marginaal te toetsen. Tenslotte dreigt er door een wetswijziging een dubbele rechtsingang te ontstaan bij omgangsaangelegenheden na echtscheiding.

Verdieping | Studentartikel
april 2006
AA20060239

Is de beperkte gemeenschap van goederen een verbetering voor ons huwelijksvermogensrecht?

T.J. Mellema-­Kranenburg

Post thumbnail

Op 19 april 2016 is wetsvoorstel 33987 betreffende het wettelijk stelsel van huwelijksvermogensrecht door de Tweede Kamer aangenomen. In dit wetsvoorstel wordt de algehele gemeenschap van goederen vervangen door een beperkte gemeenschap van goederen, waardoor goederen en schulden die echtgenoten bij het aangaan van het huwelijk hebben, buiten de gemeenschap blijven. Ook erfenissen en schenkingen vallen buiten de huwelijksgemeenschap. Is dit nieuwe stelsel een verbetering van ons huwelijksvermogensrecht?

Opinie | Opiniërend artikel
december 2016
AA20160937

Is de deeltijdwerker rechteloos?

S. Ruiter

Het begrip deeltijdarbeid staat de laatste tijd veelvuldig in de belangstelling. Dit artikel behandelt onder andere de rechtspositionele aspecten van deeltijdarbeid, de verschillende vormen waarin dit mogelijk is en de mate waarin de werknemersverzekeringen met deeltijdarbeid rekening houden.

april 1983
AA19830347