Maandbladartikel

Internationale kinderontvoering

M.L.C.C. de Bruijn-Lückers, P. Dorhout

Overig | Rode draad | Minderjarigen in het recht
september 2000
AA20000621

Internationale kinderontvoering: einde eigenrichting in zicht?

L.M.B. Veraart

Het verschijnsel internationale kinderontvoering, met alle ingrijpende gevolgen die dit meebrengt, is de afgelopen decennia een probleem van steeds grotere omvang geworden. Factoren als de toegenomen internationale mobiliteit en de in veel landen soepeler geworden echtscheidingswetgeving hebben hiertoe bijgedragen. Wat ons land betreft blijkt uit de cijfers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, dat er jaarlijks dertig tot veertig kinderen uit Nederland naar het buitenland worden ontvoerd. De juridische middelen om deze vorm van eigenrichting ongedaan te maken schieten veelal tekort. Twee in 1980 tot stand gekomen verdragen, in Europees respectievelijk mondiaal verband, beogen hierin verandering te brengen. Een spoedige bekrachtiging door Nederland — en natuurlijk ook door zoveel mogelijk andere landen — verdient dan ook ten zeerste aanbeveling.

Verdieping | Studentartikel
januari 1988
AA19880003

Internationale milieuverontreiniging

Th.M. de Boer

Rechtbank Rotterdam 15 maart 1991, ECLI:NL:RBROT:1991:AC4066, NJ 1992, 91 — tussenvonnis Uitspraak van de Rechtbank Rotterdam waarin een jurisdictie vraagstuk aan de orde is. De vraag is of een aansprakelijkheidsvraagstuk, waarbij een Roemeens schip dat olie heeft gelekt buiten de Nederlandse territoriale wateren maar waarvan de gevolgen aan de Nederlandse kust worden ondervonden, beheerst dient te worden naar Nederlands recht. In de noot wordt uitgebreid op deze problematiek ingegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 1992
AA19920521

Internationale misdrijven, nationale deelnemingsfiguren en het opzet van de medeplichtige

E. van Sliedregt

Hoge Raad 30 juni 2009, nr. 07/10742, ECLI:NL:HR:2009:BG4822, LJN: BG4822 Annotatie bij een uitspraak van de Hoge Raad waarbij medeplichtigheid en voorwaardelijk opzet in een internationale casus aan de orde zijn. Het gaat om medeplichtigheid aan volkerenmoord door het leveren van grondstoffen voor chemische wapens. In de noot wordt dieper ingegaan op het leerstuk daderschap, met in het bijzonder medeplichtigheid en het opzetvereiste daarbij alsmede verschillende internationaalrechtelijke misdrijven zoals genocide en volkerenmoord.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2009
AA20090744

Internationale mobiliteit van werknemers; een onderzoek naar de interactie arbeidsrecht, EG-recht en IPR aan de hand van de detacheringsrichtlijn

A.A.H. van Hoek

Literatuur | Proefschriftbijdrage
december 2000
AA20000915

Internationale organisaties en het voedselvraagstuk

L. Takkenberg

In dit artikel zullen de institutionele aspecten van internationale organisaties die zich bezig houden met het voedselvraagstuk worden behandeld.

juli 1982
AA19820389

Internationale rechtshulp onder het ontwerp-statuut voor een permanent internationaal strafhof

Amnesty International, L. van Troost

In juni 1998 opent in Rome de diplomatieke conferentie ter oprichting van een internationaal strafhof. In een tijdsbestek van enkele weken zal de conferentie het statuut van dit nieuwe permanente hof moeten vaststellen. Een relatief korte periode van onderhandelingen op basis van een ontwerp-statuut van de International Law Commission uit 1994 is hieraan voorafgegaan. In die onderhandelingen waren de heikele en in het oog springende onderwerpen de materiële rechtsmacht, de onfhankelijkheid van de aanklager en de rol van de veiligheidsraad als initiator van of blokkade bij onderzoek en vervolging. Maar voor het effectieve functioneren van het toekomstige hof is het regime van internationale rechtshulp dat in het statuut vorm krijgt minstens zo belangrijk.

Verdieping | Verdiepend artikel
januari 1998
AA19980030

Internationale samenwerking in strafzaken: de dimensie van internationale en ‘geïnternationaliseerde’ straftribunalen

G.K. Sluiter

Deze bijdrage beoogt inzicht te geven in de basiselementen van het ‘samenwerkingsrecht’ van internationale straftribunalen, alsmede in de ontwikkeling daarvan. Uitgangspunt is het traditionele tussenstatelijke model (par. 2). In licht van datmodel bezien, wordt vervolgens het samenwerkingsrecht van het ICTY en ICTR (par. 3) en het ICC (par. 4) onder de loep genomen. Interessante nieuwe fenomenen zijn de ‘geïnternationaliseerde’ vormen van strafrechtspraak, hybrides van nationale en internationale straftribunalen. Het samenwerkingsrecht van deze instellingen is het onderwerp van paragraaf 5.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
september 2003
AA20030691

Internationale strafrechtspraak: de zaak Karadžić

Internationale zaakwaarneming voor stinkende benzine

P. Vlas

Hoge Raad 23 februari 1996, nr. 15912, ECLI:NL:HR:1996:AD2498, RvdW 1996, 68 C (Total Liban/Blue Aegean Shipowners). Ook bekend als Athenian Olympics. Arrest van de Hoge Raad en bijbehorende noot waarbij wordt ingegaan op een zaak met een sterk internationaal karakter inzake benzine vervoer. Aan de orde is de bevoegdheid van de Nederlandse rechter bij internationale zaakwaarneming waarover de Hoge Raad een conflictregel formuleert.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1996
AA19960642

Internationalisering en het ERASMUS-programma

C.H.M. Bartelds

De internationalisering van het hoger onderwijs staat volop in de belangstelling. Een sterkere internationale gerichtheid van onderzoekers, docenten en studenten lijkt onontkoombaar, nu het Nederlandse onderzoek en onderwijs in toenemende mate aan internationale maatstaven gemeten zullen worden. Maar internationalisering is ook leuk. Het is voor docenten en onderzoekers inspirerend. En voor studenten betekent een studieperiode in het buitenland een vaak leerzame en boeiende ervaring en een duidelijk voordeel op de arbeidsmarkt. Voor de bevordering van de internationale mobiliteit en samenwerking zijn verschillende internationale programma's van start gegaan, met als meest bekende het ERASMUs-programma. Deze bijdrage behandelt de totstandkoming van het ERASMUs-programma, de ERASMUs-beurs, en tot slot de toekomst van ERASMUs.

Perspectief | Perspectiefartikel
december 1989
AA19890988

Interne bestuurdersaansprakelijkheid in Duitsland vergeleken met de Nederlandse regeling

Is het gras groener bij de buren?

J. Schröder

Het vraagstuk van interne bestuurdersaansprakelijkheid wordt in Nederland in het algemeen louter besproken aan de hand van de vraag of aan de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Voor de zorgvuldigheidsmaatstaf is in ons land slechts een marginale rol weggelegd. In Duitsland daarentegen staat bij toetsing van bestuurshandelingen de zorgvuldigheidsnorm centraal. De regelingen in Nederland en Duidsland worden vergeleken. In het artikel wordt bekeken in hoeverre in Nederland dit ook een wenselijke oplossing zou kunnen zijn.

Verdieping | Studentartikel
november 2001
AA20010846