Maandbladartikel

Indringender exceptieve toetsing: herijking rechterlijke positie in ons staatsbestel?

R. Ortlep, M. van Zanten

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) 29 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1155 De hier in het kader van het themanummer over de rechter in de trias politica geannoteerde uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geeft uitvoering aan de recente rechtspraak over de indringender exceptieve toetsing van algemeen verbindende voorschriften aan algemene rechtsbeginselen. Met exceptieve toetsing kan een algemeen verbindend voorschrift door de bestuursrechter worden beoordeeld op strijd met een hoger wettelijk voorschrift of een algemeen rechtsbeginsel ondanks de uitsluiting van rechtstreeks beroep tegen een algemeen verbindend voorschrift in artikel 8:3, eerste lid aanhef en onder a, Awb. Tot voor kort was deze exceptieve toetsing door de bestuursrechter terughoudender. Dit heeft met name te maken met de positie van de rechter in ons staatsbestel, in het bijzonder zijn verhouding ten opzichte van de andere staatsmachten, de wetgever en het bestuur.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2020
AA20200961

Industriële eigendom en subjectief recht

S. Gerbrandy

Mr. S. Gerbrandy promoveerde op 21 juni 1946 te Amsterdam met het onderwerp 'Industriële eigendom en subjectief recht'.

december 1985
AA19850689

Infiltratie of informatie?

M. Bosch

Volkert van der G. doet er sinds 6 mei het zwijgen toe. Dat is zijn goed recht. Hebben justitie en politie dan helemaal niets om er achter te komen wat hem heeft bewogen? Sinds 1 februari 2000 kent het Wetboek van strafvordering een aantal undercovermethoden. In deze bijdrage komen twee van deze methoden aan bod: het inzetten van een infiltrant en het inzetten van een informant. Deze kan ongemerkt de verdachte benaderen en hem uithoren. Welke van deze twee methoden komt bij uitstek in aanmerking en past het justitie en politie eigenlijk wel op dergelijke misleidende manieren aan hun informatie te komen?

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2002
AA20020604

Informatica en recht in Rotterdam

C. van Noortwijk, C.J. van de Velde

De afgelopen jaren heeft het onderwijs op het gebied van Informatica en Recht in Nederland een sterke groei doorgemaakt. Zo ook in Rotterdam, waar zich nu jaarlijks (1988) zo'n 200 studenten voor het vak Inleiding Informatica voor Juristen inschrijven. In dit artikel geven de auteurs een schets van het informatica onderwijs aan de juridische faculteit van de Erasmus Universiteit. Eerst verduidelijken zij enkele termen; daarna geven zij een kort overzicht van de Rotterdamse ontwikkeling in het laatste decennium. Tenslotte geven de auteurs een overzicht van de vakken die in Rotterdam gedoceerd worden.

Perspectief | Perspectiefartikel
februari 1988
AA19880094

Informatie als rechtvaardigende factor voor rechtsvorming: de amicus curiae

M. Köhne

De Hoge Raad als rechtsvormende instantie, dit artikel bespreekt de informatie voorziening die de Hoge Raad hiervoor gebruikt en behandelt ook de gang van zaken in andere landen. Onder andere komt de zogenaamde 'Amicus Curiae'oftwel de vriend van het gerecht aan bod.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
april 2006
AA20060252

Informatie over het recht op rechtsbijstand voor niet-aangehouden verdachten

J.W. Ouwerkerk

Hoge Raad 20 maart 2018, nr. 16/03113, ECLI:NL:HR:2018:368

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2018
AA20180519

Informatieverstrekking door de overheid, op het grensvlak van het bestuursrecht en het civiele recht

N. van Triet

Post thumbnail De overheid geeft over tal van onderwerpen, via diverse kanalen en in verschillende vormen informatie. Die informatie kan achteraf onjuist blijken te zijn, welke onjuistheid in de bestuursrechtelijke kolom (via het vertrouwensbeginsel) dan wel in een civielrechtelijke procedure (via een schending van de ongeschreven zorgvuldigheidsnorm) aan de orde moet worden gesteld. De door de rechters gehanteerde toetsingskaders verschillen deels op een onwenselijke manier van elkaar. Dit artikel doet daarom voorstellen om tot meer harmonie tussen het bestuursrecht en het civiele recht te komen.

Rode draad | Snijvlakken & Kruisbestuivingen
april 2023
AA20230290

Informele kapitaalinbreng in de kostensfeer

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 8 juli 1986, nr. 23.426, ECLI:NL:HR:1986:AW7923, BNB 1986/294 (kostenarresten); Hoge Raad 8 juli 1986, nr. 23.440, ECLI:NL:HR:1986:AW7929, BNB 1986/295; Hoge Raad 8 juli 1986, nr. 23.441, ECLI:NL:HR:1986:AW7924, BNB 1986/296; Hoge Raad 8 juli 1986, nr. 23.442, ECLI:NL:HR:1986:AW7925, BNB 1986/297 (kostenarresten) Nrs. 23.426 en 23.440 hebben betrekking op het afzien van een rentevergoeding over een door de aandeelhouder aan de BV verstrekte lening. Nrs. 23.441 en 23.442 hebben betrekking op het afzien van een arbeidsvergoeding door een aandeelhouder.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 1987
AA19870236

Informelerechter.nl

F. Kartner, S.A.M. Vermeulen

In het burgerlijk procesrecht wordt aan de ene kant gestreefd naar meer eenvoud en efficiëntie, maar aan de andere kant lijken rechters ook steeds meer aandacht te hebben voor het achterliggende conflict. Zullen deze ontwikkelingen ook daadwerkelijk leiden tot een beter toegankelijke, snellere rechtspraak en beter aanvaardbare oplossingen?

Opinie | Redactioneel
maart 2014
AA20140167

Infrastructurele NIMBY-projecten: de balans tussen algemeen belang en rechtsbescherming en nadeelcompensatie voor de burger

A.G. Bregman, J.J. Karens

Post thumbnail

In dit artikel gaan de auteurs in op de totstandkoming van zogenaamde NIMBY-projecten; grote infrastructurele projecten die een algemeen belang dienen, maar die niemand in zijn achtertuin gerealiseerd wil zien. Daarbij komen tevens de mogelijkheden voor rechtsbescherming en eventuele schadevergoeding aan de orde, alsmede de wijzigingen die de komende Omgevingswet daarin aanbrengt.

Rode draad | Te land, ter zee en in de lucht
mei 2017
AA20170446

Ingrid Kolkman

J. Hijma

Hoge Raad 1 juni 1990, nr. ZW 1987/101, ECLI:NL:CRVB:1989:AK8854 De Hoge Raad casseert in dit arrest de uitspraak van het hof in een zaak waarbij het gaat om verkeersaansprakelijkheid na een aanrijding van een kind jonger dan 14 jaar door een automobilist. De Hoge Raad oordeelt dat de automobilist in deze gevallen altijd voor de volledige schade aansprakelijk is tenzij het schade lijdende kind heeft gehandeld met opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid. In de noot wordt dieper op het systeem van art. 31 WVW (oud) ingegaan en een onderscheid gemaakt tussen overmacht, eigen schuld en de billijkheidscorrectie.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1991
AA19910064

Initiatief voor nog meer noodweer

A.J. Machielse

Post thumbnail Opiniërend artikel over een wetsvoorstel waarbij het wettelijk vermoeden wordt voorgesteld dat indien er sprake is van huisvredebreuk de belaagde persoon wordt vermoed uit noodweer te hebben gehandeld indien hij zich verdedigt tegen de aanrander.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2008
AA20080118