Maandbladartikel

Harmonisatie in en rond de Wet administratieve rechtspraak bedrijfsorganisatie

P.J.J. van Buuren

De Wet administratieve rechtspraak bedrijfsorganisatie (Wet Arbo) is in 1954 tot stand gebracht om beroepsmogelijkheden te scheppen tegen besluiten en handelingen van de organen van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (de SER, product-, hoofdbedrijf- en bedrijfschappen). Zoals bekend is de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie niet geworden wat men er zich zo rond 1950 van voorstelde.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
oktober 1986
AA19860614

Harmonisatie van de omzetbelasting

B.J.M. Terra

Voor de voltooiing van de interne markt is de harmonisatie van de omzetbelasting noodzakelijk. De fiscale grenzen, veroorzaakt door het verrekenen van de indirecte belastingen bij grensoverschrijdend verkeer, vormen de Achilleshiel van Europa 1992. Niet alleen is opheffing van de fiscale grenzen noodzakelijk, ook met betrekking tot de directe belastingen dienen de Lid-Staten overeenstemming te bereiken waar het met de harmonisatie heen moet.

Bijzonder nummer | Europa 1992
mei 1989
AA19890462

Harmonisatie van procesrecht?

Een beschouwing over hoofdstuk 8 Algemene wet bestuursrecht

A. Knigge

Op 23 januari 1992 werd het voorstel van wet 22 495 bij de Tweede Kamer ingediend. Dit bevat onder andere het uniforme bestuursprocesrecht dat toegepast zal worden in de in te stellen administratieve kamers. Met deze uniformering wordt een verhoogde rechtsbescherming beoogd. Van harmonisering met het burgerlijk procesrecht is echter afgezien omdat men de verschillen tussen beide vormen van procesrecht nog te groot achtte. Betoogd wordt dat verdergaande harmonisering met het burgerlijk procesrecht mogelijk was geweest, indien men meer oog had gehad voor de verzoekschriftprocedure.

Verdieping | Studentartikel
maart 1993
AA19930165

Harmonisatie van wetgeving in de EEG

P.J. Slot

In dit artikel wordt ingegaan op de harmonisatie van het recht van de lidstaten van de EEG. Daarbij wordt ingegaan op verschillende artikelen die ten grondslag liggen aan de harmonisering zoals de vrij verkeer bepalingen in het verdrag. Daarna komen de verschillende harmonisatiemethoden aan de orde. Vervolgens komt de wetgeving die wordt geharmoniseerd bij het van kracht worden van de Europese Akte aan de orde. Daarna wordt de jurisprudentie over harmonisatie van wetgeving door het HvJEG behandeld.

Bijzonder nummer | Europa 1992
mei 1989
AA19890453

Harmonisatiewet

Annotatie

C.A.J.M. Kortmann

In deze beknopte noot van Prof. C.A.J.M. Kortmann wordt het bekende Harmonisatiewet-arrest besproken waarbij toetsing van de wet in formele zin aan het Statuut en de algemene rechtsbeginselen wordt uitgesloten.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
november 2005
AA20050952

Harmonisatiewet – Toetsing van wetgeving (LSVB-Staat)

R.M. van Male

Rechtbank 's-Gravenhage (mr. Wijnholt) 11 augustus 1988, nr. KG88/1161, ECLI:NL:RBSGR:1988:AH2339, NJB 1988, pp. 1031-1032 (LSVB-Staat) In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag komt naar voren in hoeverre toetsing van een wet in formele zin aan algemene rechtsbeginselen mogelijk is. De uitspraak van de rechtbank zou uitgroeien tot het bekende Harmonisatiewet-arrest. De rechtbank acht toetsing aan algemene rechtsbeginselen in het licht van toetsingsverbod toelaatbaar. In de uitvoerige noot wordt ingegaan op rechterlijke toetsing van wetgeving en de onrechtmatigheid van wetgeving.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 1988
AA19880776

Harmonisatiewet Hoger Onderwijs: een dikke onvoldoende

A. Derks, M.T.J.P. van Oers

In dit artikel wordt ingegaan op de wetsvoorstel Harmonisatiewet hoger onderwijs. Deze wet ondervond eind jaren ´80. In het artikel wordt de voorgestelde regeling besproken en wordt deze in het licht bezien van het internationaal recht en algemene rechtsbeginselen. Verder komen de mogelijkheden aan de orde op welke wijze de rechter zou kunnen ingrijpen tegen een wet en de Harmonisatiewet in het bijzonder. Tenslotte worden er enkele wijzigingsvoorstellen gedaan.

Verdieping | Studentartikel
mei 1988
AA19880292

Hauer-arrest

H.G. Schermers

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG), zaak 44/79, ECLI:EU:C:1979:290 (Liselotte Hauer/het land Rheinland-Pfalz), prejudiciële beslissing van 13 december 1979. Ook bekend als het Hauer-arrest.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 1980
AA19800358

Have a break & take a chair

KitKat & Tripp Trapp

D.J.G. Visser

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 16 september 2015, C-215/14, ECLI:EU:C:2015:604 (Nestlé/Cadbury; KitKat) en Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 18 september 2014, C-205/13, ECLI:EU:C:2014:2233 (Hauck/Stokke; Tripp Trapp)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2016
AA20160386

Haviltex

P. van Schilfgaarde

Hoge Raad 13 maart 1981, nr. 11.647, ECLI:NL:HR:1981:AG4158, RvdW 1981/43 (Haviltex B.V.)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1981
AA19810355

Haviltexen met testamenten: kunnen Haviltex en de cao-norm worden gebruikt bij de uitleg van uiterste wilsbeschikkingen?

M.G. Vredevoogd

Post thumbnail Teksten hebben altijd uitleg nodig, zo ook testamenten en overeenkomsten. Voor deze beide teksten worden verschillende uitlegmethoden gebruikt, maar is dat wel zo logisch? Bij zowel uiterste wilsbeschik­kingen als overeenkomsten is de bedoeling van de opsteller(s) namelijk van belang, maar dat komt bij de huidige testamentenuitlegmethode niet goed tot uitdrukking. In dit artikel wordt daarom onderzocht wat de rol van de uitlegmethode voor overeenkomsten, namelijk het Haviltexarrest en de cao-­norm uit het arrest DSM/Fox, kan zijn bij de uitleg van testamenten naar de bedoeling van de testateur.

Verdieping | Studentartikel
mei 2009
AA20090306

HBG: de baggeroorlog

M.J.G.C. Raaijmakers

Gerechtshof Amsterdam (Ondernemingskamer) 21 januari 2002, ECLI:NL:GHAMS:2002:AD8368, nr. 810/2001 OK (Vereniging van Effectenbezitters et.al./Hollandsche Beton Groep NV en Ballast Nedam NV) Hof Amsterdam (Ondernemingskamer). Verzuim ava voldoende te betrekken in strategische beslissingen, afwijzing bod op dochter respectievelijk op de NV zelf, aangaan van een joint venture: wanbeleid?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2002
AA20020433