Maandbladartikel

Groepsbelediging in context

J.M. ten Voorde

Hoge Raad 5 november 2019, nr. 17/03378, ECLI:NL:HR:2019:1702

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2020
AA20200187

Groepsgeweld en strafrecht

Th.A. de Roos

Naar aanleiding van het vonnis in de Tjoelkert-zaak (Rechtbank Leeuwarden, NJB 17 januari 1998 pp. 149-150) waarna er maatschappelijke verontwaardiging ontstond zet prof.mr. Th.A. de Roos uiteen wat er moet gebeuren met de groepsaansprakelijkheid bij geweldszaken.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 1998
AA19980148

Groeten uit Ceylon

J.M. Milo

Post thumbnail Sri Lanka is heden ten dage – met Zuid-Afrika, Schotland, Louisiana en Quebec – één van die rechtsstelsels die als gemengde rechtsstelsels Romeins recht – civil law – combineren met in origine Engelse common law. Daarvan kan heden ten dage alleen maar van worden geleerd: hoe kunnen twee in stijl, methode en inhoud zozeer uiteenlopende rechtstradities vruchtdragend worden begrepen en toegepast?

Opinie | Amuse
oktober 2010
AA20100680

Grondige beginselen?

S. van Gessel, H. van der Tas

Dit redactionele artikel geeft de wijzigingen weer die het Verdrag van Amsterdam maakt in het Verdrag van de Europese Unie.

Opinie | Redactioneel
juli 1998
AA19980645

Grondrechten en grondplichten

S. Spoormans

Wanneer men er de constituties van de Oost-Europese staten op naslaat, vindt men er naast de grondrechten tevens de grondplichten in opgenomen. In deze bijdrage belicht de schrijver de (rechts)filosofische achtergrond van dit verschijnsel. Uit het stuk blijkt onder andere dat er een andere benadering van de grondrechten mogelijk is dan wij hier in het Westen gewend zijn.

november 1981
AA19810692

Grondrechten en het ongegronde recht op niet-bestaan

Gedwongen anticonceptie gezien in het licht van artikel 8 lid 2 EVRM

L. ten Haaf

Post thumbnail

Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam pleit in een brief aan de gemeenteraad voor de invoering van verplichte anticonceptie. Deze maatregel impliceert een inbreuk op het recht op voorplanting, erkend onder artikel 8 EVRM. Deze bijdrage gaat in op de vraag of het beroep op de rechten en belangen van het toekomstige kind voldoet aan de uitzonderingscriteria genoemd in artikel 8 lid 2 EVRM om zo een inbreuk te kunnen rechtvaardigen.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2017
AA20170189

Grondrechten in de Europese Grondwet: wat levert het ons eigenlijk op?

H.R. Kranenborg, R.A. Lawson

Dit artikel behandeld de mensenrechten die zijn vastgelegd in de Europeese Grondwet.

Overig | Rode draad | Europa in zicht | Verdieping | Verdiepend artikel
april 2005
AA20050214

Grondrechten in het digitale tijdperk: het recht vertrouwelijk te communiceren

E.B. Pronk

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2000
AA20000840

Grondrechten voor de overheid?

C.A.J.M. Kortmann

Rechtbank Maastricht 5 september 1996, NJ-kort 1997, Afl. 11, nr. 41 (Waterleidingmaatschappij Limburg) In de onderhavige casus is de uit staatsrechtelijk oogpunt belangrijkste vraag of een NV, waarvan de aandelen geheel worden gehouden door de gemeente Maastricht en de meerderheid van de Raad van Commissarissen wordt benoemd door de gemeenteraad, een beroep op artikel 6 EVRM toekomt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1997
AA19970746

Grondrechtenbescherming en allochtonen

L. Soumete

In dit stuk zal aandacht worden besteed aan de vraag, welke bijdrage de grondrechtenbescherming levert aan een oplossing dan wel aan de discussies omtrent het minderheden- of allochtonen ‘vraagstuk’ in Nederland. De rode draad in deze bijdrage vormt de schets van hel beginsel van gelijkheid voor de wet, zoals neergelegd in art. 4 lid 1 GW. Als casus van waaruit dit beginsel wordt benaderd, heb ik genomen het spreidingsbeleid van de gemeente Rotterdam. De rechtvaardiging van de casusbehandeling ligt mijns inziens in de eerste plaats hierin dat Rotterdam, ondanks de vernietigingsbesluiten van de Kroon in 1974, dit beleid in zijn beginselen heeft gehandhaafd. In de tweede plaats heeft de gemeente Rollerdam de voortrekkersrol toebedeeld gekregen, juist door haar ‘volharding’ in het beleid terwijl andere - grote en kleine - gemeenten met gespannen verwachting toezien. Ik heb mijn stuk derhalve gesplitst in een aantal onderdelen: - aard van de grondrechten in het algemeen - grondrechtenbescherming en allochtonen - beginsel van gelijke bescherming - het spreidingsbeleid van Rotterdam - samenvatting en conclusie.

oktober 1981
AA19810561

Grondwetsherziening 1996. Tussen twee happen staatkundige vernieuwingslucht een mager tussendoortje

M.M. den Boer

In dit artikel wordt na een algemene inleiding over de verschillende herzieningen van de Grondwet in het verleden wordt er daarna in gegaan op de wijzigingen van 1987. Daarna komt het hoofdonderwerp aan de orde, namelijk de Grondwetsherzieningen van 1996 waarbij de defensie artikelen de aanleiding vormden. Verder wordt er ingegaan op de schrapping van de additionele artikelen, de tijdelijke vervanging van kamerleden vanwege zwangerschapsverlof, Grondwetsinterpretatie en staatkundige vernieuwing.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 1996
AA19960563

Grondwettelijke codificatie-opdracht en risico-aansprakelijkheid: Paard van Troje in het ontwerp – Wet Bodembescherming

J. de Boer

Op 1 januari 1987 trad de Wet bodembescherming grotendeels in werking. Slechts een bepaling uit deze wet zal in dit artikel worden besproken, te weten artikel 15, dat tegen de wil van de regering bij amendement werd ingevoegd en dat het mogelijk maakte bij algemene maatregel van bestuur risicoaansprakelijkheid te vestigen. Dit heeft voor nogal wat commotie gezorgd in verband met de in artikel 107 van de Grondwet neergelegde codificatie-opdracht. De regering vond in de Eerste Kamer een uitweg via een zeer beperkende grondwetsconforme uitleg van het ontwerp artikel 15. Na een positief advies van de Raad van State over de mogelijkheid en de gevolgen van een dergelijke in de loop van de parlementaire behandeling gegeven uitleg, werd het ontwerp aangenomen. De zaak liep dus goed af, met als vermoedelijke nevenwerking niet alleen dat de staatsrechtelijke praktijk en wetenschap thans beschikken over een locus classicus met betrekking tot de betekenis van artikel 107 Grondwet, 5 maar bovendien dat in de toekomst serieus rekening zal worden gehouden met de codificatie-opdracht.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juli 1987
AA19870470