Resultaat 229–240 van de 6758 resultaten wordt getoond
Ch.E.F.M. Gielen
Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 25 januari 2007, zaak nr. C-48-05, ECLI:EU:C:2007:55 (Adam Opel/Autec) Uitleg van artikel 5 lid 1 onder a Merkenrichtlijn. Tegen gebruik van een merk kan alleen worden opgetreden, wanneer door dergelijk gebruik afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de functies van het merk. Onder gebruik van het merk voor waren in die bepaling moet worden verstaan het gebruik van het merk voor de waren door de derde tegen wie wordt opgetreden. Uitleg van artikel 5 lid 2 en art 6 lid 1 Merkenrichtlijn. Vergelijk: BMW/Deenik-arrest.
Annotaties en wetgeving | Annotatiemei 2007AA20070460
M.S. Groenhuijsen
Hoge Raad 6 maart 1990, nr. 87565, ECLI:NL:HR:1990:ZC8499, NJ 1990, 467 m.n. Sch. Ook bekend als Ademanalyse-arrest I. Dit arrest is van groot belang voor de praktijk van het verkeersrecht. De wettelijke regeling van de ademanalyse is voorshands gesauveerd, zodat de opsporing en vervolging van rijden onder invloed weer overal ter hand kan worden genomen. De betekenis van de onderhavige beslissing reikt evenwel mogelijk nog verder: de door de Hoge Raad gebezigde overwegingen leiden rechtstreeks tot de vraag naar het bestaansrecht van het vigerende gematigd-accusatoire strafgeding. Daarom vormt dit arrest wellicht een mijlpaal in de ontwikkeling van het strafprocesrecht.
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 1990AA19900961
T. Luigjes
Als na het ondergaan van een vrijheidsstraf de gevangenispoort achter een vreemdeling wordt gesloten is het - ook als hij legaal in Nederland verblijft - zeer wel mogelijk dat het portier van een auto van de parket- of vreemdelingenpolitie voor hem wordt geopend, teneinde zijn uitzetting uit Nederland te effectueren. Het gepleegde strafbare feit is dan voor de overheid aanleiding geweest gevaar voor- of inbreuk op de openbare orde aanwezig te achten en de verblijfstitel in te trekken. Dit artikel gaat over de vraag of deze cumulatie van sancties, mogelijk gemaakt door de vreemdelingenwetgeving, in deze tijd nog te rechtvaardigen is.
januari 1985AA19850006
J.W. Zwemmer
Hoge Raad 19 juni 1985, nr. 22.076, ECLI:NL:HR:1985:AC8934, BNB 1986/29 (Belastingboete) Het opleggen van een administratieve boete moet worden aangemerkt als het instellen van een strafvervolging in de zin van artikel 6, lid 1, van het Verdrag van Rome.
Annotaties en wetgeving | Annotatieoktober 1986AA19860623
A.J.M. Nuytinck
Hoge Raad 5 september 1997, nr. 8940, ECLI:NL:HR:1997:ZC2420, RvdW 1997, 159 C In dit arrest en het daarbij behorende arrest is aan de orde in hoeverre twee vrouwen een kind kunnen adopteren. Volgens de verzoekers is het afwijzen van dit verzoek in strijd met art. 8, 12 en 14 EVRM. De Hoge Raad wijst het cassatieberoep af omdat deze problematiek rechtspolitieke keuzes omvat die de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten gaan. De Hoge Raad houdt streng vast aan het echtpaarvereiste dat nodig is voor adoptie. In de noot wordt de uitspraak geanalyseerd en wordt er ingegaan op het komende recht waar eenouderadoptie mogelijk is.
Annotaties en wetgeving | Annotatiedecember 1997AA19970870
A.J. de Roo
In deze bijdrage wordt het verschijnsel Online Dispute Resolution (ODR) verkend. Aandacht wordt besteed aan het toepassingsbereik en de aanbieders van ODR. Voorts wordt ingegaan op ontwikkelingen binnen EU-verband. Een van de conclusies is dat juist een mix van ODR en ADR een meerwaarde kan hebben ook buiten de sfeer van online geschillen.
Bijzonder nummer | Buiten de rechter omjuli 2002AA20020587
J. Hofhuis
Iemand die op Google naar een BlackBerry zoekt, zou wel eens ook geïnteresseerd kunnen zijn in een iPhone. Dus een handelaar in iPhones zou wel eens geïnteresseerd kunnen zijn in een AdWord bij de zoekterm ‘BlackBerry’. ‘BlackBerry’ is echter ingeschreven als merk. En natuurlijk wil de merkhouder niet dat internetgebruikers een gesponsorde koppeling voor iPhones te zien krijgen wanneer zij op ‘BlackBerry’ zoeken. Het Hof van Justitie heeft zich recent uitgelaten over de vraag wanneer een merkhouder zich tegen dergelijke gesponsorde koppelingen kan verzetten. Het Hof wekt daarbij de indruk het de merkhouder lastig te maken op te treden tegen dergelijk gebruik. Maar wie de arresten goed leest, ziet dat de positie van de merkhouder zo zwak nog niet hoeft te zijn. Het Hof blijkt het vooral juristen lastig gemaakt te hebben.
oktober 2010AA20100703
A. van Veen
Sinds 1848 is de formele wetsprocedure globaal hetzelfde gebleven. Steeds luider klinkt de kritiek dat dit wetgevingsmechanisme van 'regering en Staten-Generaal gezamenlijk' traag en inefficiënt zou zijn. Eind 1992 bracht de Commissie-Kortmann een uitgebreid rapport uit over de formele wetsprocedure. In dit artikel volgt een bespreking van dit rapport.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingjuli 1993AA19930563
G.J. Kemper
In dit artikel wordt ingegaan op de relatie tussen advocaat en clïent met betrekking tot declaraties en daaruit voortspruitende problemen.
Bijzonder nummer | Krom~recht, over misstanden in het rechtjuli 2005AA20050628
M. Wladimiroff
Met ingang van 1 januari 1989 werd een verordening van de Nederlandse Orde van Advocaten van kracht, waarbij het voor advocaten mogelijk is geworden om te adverteren. Tot dat moment was in beginsel elke vorm van publiciteit verboden geweest. De juridische spankracht van de verordening is nog onzeker. De verhouding tot het verdragsrechtelijke en het nationale commune publiciteits- en reclame-recht vraagt nog om verdere opheldering. De nieuwe regels hebben niet geleid tot een 'publicitaire boom', Amerikaanse toestanden doen zich vooralsnog niet voor. Waarschijnlijk hangt dit samen met het ontmoedigende karakter van de Verordening op de Publiciteit en het nog immer controversiële karakter van reclame in de advocatuur.
Overig | Rode draad | Recht en reclamejuli 1993AA19930543
D.W.F. Verkade
Wat doet een advocaat-generaal bij de Hoge Raad? Hij of zij concludeert. Het concluderen omvat zon 90% van de werklast. De medewerk(st)ers van het Wetenschappelijk Bureau van de Hoge Raad helpen de A-G hierbij.
Perspectief | Perspectiefartikelseptember 2007AA20070708
B.E.M. Hertoghs, M. Klompers
In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de onafhankelijkheid van de advocaat ten opzichte van de staat om op die manier goed zijn beroep uit te kunnen oefenen. De redacteuren constateren dat er in verschillende landen, waaronder China en Zimbabwe, nog steeds onvoldoende waarborgen zijn om hun taken als advocaat in voldoende onafhankelijkheid uit te oefenen.
Opinie | Redactioneeldecember 2008AA20080855