Maandbladartikel

De juridische kwalificatie van een fiscale ruling en de betekenis daarvan voor de toepassing in de rechtspraktijk

E.A.M. Huiskers-Stoop

Post thumbnail Een fiscale ruling kan in het algemeen worden omschreven als een ‘afspraak met de inspecteur van de Belastingdienst over de toepassing van het Nederlandse belastingrecht op een bepaald feitencomplex’. In de praktijk gaat het om afspraken met grote multinationale ondernemingen. De fiscale ruling is geen zelfstandige juridische rechtsfiguur en kent meerdere verschijningsvormen. De auteur gaat nader in op de juridische kwalificatie van de ruling, de gebondenheid daaraan door partijen en de rechtsbescherming die belastingplichtigen aan de kwalificatie kunnen ontlenen.

Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2018
AA20180793

De juridische opleiding in België

R. Verstegen

juni 1982
AA19820292

De juridische opleiding in een internationale context

J.S. Kortmann, M. Thöenes

Artikel over de toekomst van de rechtenstudie waarbij er ook gekeken wordt naar buitenlandse opleidingen in de rechtsgeleerdheid zoals Engeland, België, Duitsland en de Verenigde Staten. Aan bod komen onder meer selectie, internationalisering en de invulling van de rechtenstudie.

Perspectief | Perspectiefartikel
oktober 1995
AA19950775

De juridische opleiding in Schotland

K. Iest

Het juridisch onderwijs in Schotland functioneert in een gemengd rechtsstelsel. Eeuwenlang heeft het Schotse recht zich in nauw contact met de rechtswetenschap van het Continent van Europa ontwikkeld. Thans overheerst het Engelse recht, maar de sporen van de Continentale rechtstraditie zijn nog duidelijk aanwijsbaar.

december 1983
AA19830740

De juridische opleiding tussen wetenschap en beroep

A.H. de Wild

De bewering dat de juridische opleiding een typische beroepsopleiding is, lijkt een waarheid als een koe. Even algemeen aanvaard lijkt de stelling dat er een fundamenteel verschil tussen zogenaamde beroepsopleidingen en zogenaamde ‘wetenschappelijke’ opleidingen zou zijn. Een opleiding die gericht is op het aanleren van een aantal vaardigheden en inzichten met het oog op latere ‘praktische’ toepassingen, lijkt inderdaad op z'n minst op het eerste gezicht anders geaard dan een opleiding waarbij de voornaamste doelstelling het aanleren van theoretisch/wetenschappelijke kennis is. In deze beschouwing wil ik in het kort ingaan op deze en enkele andere  verwante vragen. Nadat ik een karakteristiek van het rechtsgeleerde onderzoek heb gegeven, zal ik de vraag bespreken in hoeverre er een verschil tussen ‘praktijk’ en ‘theorie’ betreffende de bestudering en beoefening van  recht bestaat. Na vervolgens enkele algemene opmerkingen over de geaardheid van wetenschappelijk onderzoek gemaakt te hebben, zal ik enkele conclusies ten aanzien van de juridische opleiding trekken.

Onderwijs
april 1981
AA19810169

De juridische positie van de Surinamer

H. Fernandes Mendes

Er zijn weinig landen waar Nederland meer contacten mee onderhoudt dan met Suriname. Suriname is het enige land (behoudens wellicht een deel van België) buiten het Koninkrijk waar het Nederlands de officiële voertaal is. Ongeveer een derde van de Surinaamse bevolking heeft ziel, in Nederland gevestigd. Deze en nog enkele oorzaken geven aanleiding om in dit nummer aan de Surinamer enige aandacht te wijden.

oktober 1981
AA19810636

De juridische status van het levenstestament

D.J. Jansen, E.Ph.R. Sutorius

In dit artikel, behorende bij de rode draad 'De positie van onbekwamen in het recht' wordt ingegaan op de juridische kwalificatie en positie van het levenstestament. Dit document dat in twee delen valt te onderscheiden - enerzijds een verzoek aan de arts om euthanasie en anderzijds een verzoek om de geneeskundige behandeling te stoppen - staat in dit artikel centraal. Onder andere komt de non-reanimatieverklaring aan de orde. Verder worden de functie, elementen en de rechtskracht van het levenstestament besproken. Daarnaast wordt er ingegaan op het medisch oordeel van de arts ten opzichte van het zelfbeschikkingsrecht van de arts.

Overig | Rode draad | De positie van onbekwamen in het recht
november 1991
AA19910990

De juridische studie in het perspectief van de werkgelegenheid (deel 1)

N.H.M. Roos

Deel 1. In dit artikel zullen cijfers en beschouwingen worden gepresenteerd die nuttig kunnen zijn voor iedereen die bij de studiekeuze en de inrichting van de juridische studie rekening wil houden met de kans op werk. Zulke cijfers en beschouwingen behoren tot de door de juridische faculteiten te verzorgen studie- en beroepenvoorlichting, die naar de mening van de auteur een verplicht onderdeel van de inleiding tot de rechtenstudie zou moeten zijn.

december 1987
AA19870763

De juridische studie in het perspectief van de werkgelegenheid (deel 2)

De juridische twilight zone: verdwalen of een plattegrond ontwerpen?

L.A.G.M. van der Geld

In deze column pleit Lucienne van der Geld ervoor dat juristen uit alle disciplines de handen in elkaar slaan om in kaart te brengen hoe digitale ontwikkelingen in bestaande wetgeving kunnen worden ingepast en welke nieuwe wetgeving eventueel nodig is.

Opinie | Column
mei 2021
AA20210454

De juridische uitgever

K.E. van der Linde

In deze Meesters-column staat de uitgeverij centraal. Er wordt ingegaan op de juridische definitie van uitgeverij. In het bijzonder wordt ingegaan op de werkzaamheden van de juridische uitgeverij, diens bronnen. Ook wordt de geschiedenis van de uitgeverijen behandeld net als de later ontstane concerns. Daarna wordt er ingegaan op de organisatievorm, taken en verantwoordelijkheden van uitgeverijen. Daarna wordt er nog ingegaan op pluriformiteit, auteurs, minder rendabele uitgaven en elektronische uitgaven.

Opinie | Column
juni 1989
AA19890557

De juridische voorspelindustrie: onzinnige hype of nuttige ontwikkeling?

F.J. Bex, H. Prakken

Post thumbnail De laatste tijd wordt veelvuldig gediscussieerd over het gebruik van voorspelalgoritmes in het recht – er wordt zelfs beweerd dat de invoering van ‘de robotrechter’ een kwestie van tijd is. In dit artikel bespreken we of, en zo ja hoe, voorspelalgoritmes van nut kunnen zijn voor de rechtsgemeenschap, in het bijzonder voor de rechtspraak.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2020
AA20200255