Maandbladartikel

De figuur van de onrechtmatige daad jegens de overheid en art. 21 Interimwet Bodemsanering

E. Poortinga

Art. 21 Interimwet Bodemsanering (IBS) biedt aan het Rijk de mogelijkheid om bodemsaneringskosten te verhalen op de veroorzakers van bodemvervuiling. Bij de totstandkoming van art. 21 IBS werd aangeknoopt bij de figuur van de onrechtmatige daad jegens de overheid. Deze figuur is het spiegelbeeld van de onrechtmatige daad van de overheid. Evenals aan het leerstuk van de onrechtmatige overheidsdaad vragen verbonden zijn (geweest) die betrekking hebben op het algemene onderscheid tussen publiek- en privaatrecht, is dit het geval met de figuur van de onrechtmatige daad jegens de overheid. Deze studie wil enkele problemen met deze figuur laten zien en een bijdrage leveren aan de betekenis die deze kan hebben als grondslag voor verhaal van kosten die de overheid maakt bij de uitvoering van haar taken, in het bijzonder bij de bodemsanering in het kader van de IBS.

mei 1987
AA19870319

De fiscale aspecten van joint ventures

W. Brink

De keuze van de structuur van een joint venture wordt voor een gedeelte bepaald door fiscale motieven. Kennis van de fiscale gevolgen van een bepaalde structuur is derhalve belangrijk. Bij de totstandkoming van een joint venture structuur dreigt het risico van een tussentijdse afrekening voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting. Onderzocht wordt op welke wijze fiscaal gefacilieerd een dergelijke structuur kan worden opgezet of op welke wijze zo'n structuur juist 'geruisloos' kan worden verlaten.

Bijzonder nummer | Joint Ventures
mei 1995
AA19950361

De fiscale behandeling van uitkeringen uit een weerstandskas

P. Ruys

Wanneer werknemers staken, ontvangen zij geen loon. Ze krijgen daarvoor van vakbondswege een compensatie. In een recente uitspraak heeft het gerechtshof te Leeuwarden bepaald, dat over die uitkeringen geen loonbelasting mag worden geheven. In dit artikel wordt ingegaan op de juridische merites van deze uitspraak, en wordt tevens betoogd dat over zulke uitkeringen eigenlijk in het geheel geen belasting zou moeten worden geheven. Daarnaast worden enige fiscale rechtsfiguren uitgelegd. Verder wordt ingegaan op de civielrechtelijke aspecten met betrekking tot de terugvordering van ten onrechte geheven belasting en de vergoeding van geleden schade, zoals proceskosten.

Verdieping | Studentartikel
september 1993
AA19930600

De fiscale beleggingsinstelling en buitenlandse bronbelasting

J.W. Zwemmer

Hoge Raad 14 april 2006, nr. 40 037, ECLI:NL:HR:2006:AT7672, LJN: AT7672 De Nederlandse regeling dat een fiscale beleggingsinstelling slechts recht heeft op teruggaaf van ingehouden buitenlandse bronbelasting voor zover belastingverdragen daarin voorzien en voor zover de beleggingsinstelling geen buitenlandse aandeelhouders heeft, is mogelijk in strijd met Europees gemeenschapsrecht. De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2006
AA20060642

De fiscale positie van de aanmerkelijkbelanghouder onder vuur

I.J.F.A. van Vijfeijken

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de vermogensverdeling in Nederland erg scheef is. De grootste vermogens zijn in handen van aanmerkelijkbelanghouders. Omdat zij verschillende fiscale voordelen genieten, liggen deze voordelen nu onder een vergrootglas. Vanuit verschillende gremia zijn voorstellen gedaan die de fiscale voordelen voor aanmerkelijkbelanghouders beperken. In deze bijdrage worden deze voorstellen geïnventariseerd en geëvalueerd.

Opinie | Opiniërend artikel
januari 2023
AA20230036

De fiscus in het rood

C.E. Ruers, D.F.H. Stein

Op 1 november 2009 trad artikel 19 lid 4 Invorderingswet 1990 (hierna: Iw) in werking. Met dit artikel wordt een extra verhaalsrecht gecreëerd voor de fiscus. Het artikel schept namelijk een verplichting voor een kredietinstelling, zoals een bank, om op vordering van de Ontvanger mee te werken aan voldoening van belastingaanslagen, zo nodig uit kredietruimte voortvloeiend uit een tussen de belastingplichtige/beslagdebiteur en de desbetreffende kredietinstelling gesloten overeenkomst. Naar onze mening past dit niet in deze tijd, waarin juist wordt gestreefd naar het terugbrengen van de (te) sterke positie van de fiscus enerzijds en het versterken van de positie van concurrente crediteuren anderzijds.

Opinie | Redactioneel
april 2010
AA20100229

De flexibele BV: een kijkje in de keuken van de wetgever

D.M. Stubbé

Hoe maken we Europa de meest concurrerende markt ter wereld in 2010? Hoe geven we optimaal vorm aan de vrijheid van vestiging van vennootschappen? En hoe komen we af van de strikte regelgeving rondom de Besloten Vennootschap (verder: BV), zodat het ondernemingsklimaat in Nederland aantrekkelijk blijft? Deze vragen hebben onder andere geleid tot het wetsvoorstel betreffende de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht, dat ingediend is bij de Tweede Kamer op 31 mei 2007.

Verdieping | Studentartikel
januari 2008
AA20080035

De forensisch-psychiatrische rapportage in strafzaken

Een driehoeksverhouding op het scherp van de snede

M.M. Dolman

In strafzaken kan aan personen van zeer verschillende professie worden gevraagd hun gevoelen mede te delen betreffende hetgeen hun wetenschap hen leert omtrent datgene wat aan hun oordeel onderworpen is. De ballisticus, de grafoloog, de toxicoloog, zij kunnen alle gevraagd worden een deskundig oordeel te vellen ten behoeve van jusitie. De meest notoire deskundige in strafzaken is echter de forensisch psychiater. Zijn verschijning wordt veelal met wantrouwen en angst bezien want hij is degene die op voor leken onnaspeurbare wijze beslist of iemand 'gek' is of niet. Van zijn oordeel hangt af of een delinquent 'naar de gevangenis gaat zoals iedereen' of 'wordt opgesloten in een gekkenhuis'. Moge dit al voldoende reden zijn om eens nadere aandacht te besteden aan de forensisch psychiater in strafzaken, als men zich verdiept in de wijze waarop de psychiater in het strafproces wordt ingeschakeld en in zijn positie ten opzichte van de andere bij het proces betrokkenen en als men zich rekenschap geeft van het belang van zijn taakvervulling, dan valt een aantal bijzonderheden op die studie naar de figuur van de forensisch psychiater welhaast noodzakelijk maken. Aan die bijzonderheden besteedt de auteur aandacht.

Verdieping | Studentartikel
februari 1990
AA19900063

De Franse Conseil d’Etat en het ongeschreven volkenrecht

De Franse revolutie

J.H.A. Lokin

In dit artikel behorende bij de rode draad 'Canon van het Recht' gaat Lokin in op de Franse revolutie. Deze revolutie is een aaneenschakeling van gebeurtenissen. In het artikel wordt beschreven wat de doelstellingen van de revolutie waren en hoe deze verwezenlijkt zouden moeten worden. Daarbij wordt met name in gegaan op het belang van wetgeving en wetboeken op tal van rechtsgebieden die er waren.

Overig | Rode draad | Canon van het Recht
mei 2009
AA20090345

De functie van het strafrecht in de verzorgingsstaat

A. Mulder

De verzorgingsstaat vertoont veel tekenen van bestuurlijke onmacht. Sociologen weten ons dat bij herhaling te zeggen, onderzoeken van het bestuurlijk proces komen tot overeenkomstige conclusies. De inrichting van onze verzorgingsstaat is zo complex geworden, dat ons de mogelijkheden tot geïntegreerd beleid ontvallen.

mei 1981
AA19810225

De functionele immuniteit van buitenlandse overheidsfunctionarissen in civiele procedures

L.J. van den Herik

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) (Vierde Sectie) 14 januari 2014, ECLI:CE:ECHR:2014:0114JUD003435606, Appl.No. 34356/06 en 40528/06 (Jones e.a. t. het Verenigd Koninkrijk)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2014
AA20140299