Maandbladartikel

‘Darmperforatie-arrest’

A. Heijder

HR 23 december 1980 (mrs. Moons. van der Ven, Wijnholt, Hermans. Jeukens) DD 81.143. Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 7 mei 1980 in de strafzaak tegen HPN, geboren te R op 17 juni 1953, wonende te R.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
augustus 1981
AA19810438

‘De’ rechter van de plaats waar ‘de’ verbintenis moet worden uitgevoerd

H.U. Jessurun d'Oliveira

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, zaak 133/81, Ivenel-Schwab, 26 mei 1982

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1982
AA19820598

‘Dierdenken’ als jurist: I’m not a cat, but maybe an owl

L.A.G.M. van der Geld

Een wijze uil, sluwe vos, trouwe hond, trotse pauw, zoomende kat of fotograferende makaak… welk dier zou jij willen zijn? Dat vraagt Lucienne van der Geld je in deze dierbare column.

Opinie | Column
mei 2025
AA20250347

‘Een bewindsman moet de Tweede Kamer geen sprookjes vertellen’

L.J.A. Damen

Hoge Raad 25 september 2009, nr. 07/13362, ECLI:NL:HR:2009:BJ8524, LJN: BJ8524, NJB 2009, p. 2370, nr. 1812 Geen heffingsrente bij te late vaststelling van een belastingaanslag? Zorgvuldigheidsbeginsel doorbreekt ‘lex dura, sed tamen lex’. Legaliteitsbeginsel. Artikel 30f Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR); artikel 7:12 Algemene wet bestuursrecht (Awb); artikel 81, 82, 104 Grondwet; artikel 81 Wet op de rechterlijke organisatie (Wet RO).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 2010
AA20100032

‘Even helemaal weg’

J.G. Boot, H. van der Zwan

Dit redactioneel behandelt het vraagstuk van de vervangende hechtenis, oftewel de zogenaamde stok achter de deur om geldboetes geïnd te krijgen. Het blijkt echter dat veel mensen de vervangende hechtenis liever voldoen dan de boete.

Opinie | Redactioneel
november 2004
AA20040761

‘Fair labelling’

E. van Sliedregt

Gerechtshof Den Haag 7 juli 2011, nr. 22-002613-09, ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0686, LJN: BR0686; Rechtbank 's-Gravenhage 23 maart 2009, nrs. 09/750009-06 en 09/750007-07, ECLI:NL:RBSGR:2009:BI2444, LJN: BI2444

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2011
AA20110884

‘Going to Law School’ De Amerikaanse juridische opleiding

P. Roorda

Voor een (theoretisch) juridische opleiding moet men in de Verenigde Staten naar een zogenaamde Law School. De opleiding is in beginsel driejarig en leidt tot de Juris Doctor-graad (J.D.). Na het behalen van deze graad gaat men over het algemeen de juridische praktijk in: advocatuur bedrijfsleven, overheid etc. Alvorens in te gaan op de inhoud van de juridische opleiding zelf dienen de plaats van het juridische onderwijs binnen het totale Amerikaanse onderwijs summierlijk en de voorwaarden voor toelating tot het juridisch  onderwijs - of beter tot een bepaalde Law School - wat uitgebreider aan de orde te komen. De organisatie van hel Amerikaanse onderwijs is zo afwijkend dat degene die zich hier onvoldoende bewust van is, wellicht ook een vertekend beeld van de juridische opleiding in de Verenigde Staten zou krijgen.

Onderwijs
februari 1981
AA19810065

‘In God we Trust’: de tempelschatten van Travancore

E. Koops, C.M. Stolte

Post thumbnail Deze zomer werd door de Hoge Raad van India een commissie van zeven bedaagde rechtsgeleerden ingesteld om een inventaris te maken van de schatten in de Padmanabhaswamy-tempel in Trivandrum. Het resultaat was verbluffend. De commissie trof in zes ondergrondse schatkamers kilo’s goud en edelstenen aan. Het pronkstuk is een gouden beeld van een meter hoog, rijk bezaaid met diamanten, robijnen en smaragden. De totale waarde van de inventaris wordt inmiddels geschat op ruim 19,5 miljard euro. Interessanter nog dan de vraag waar de 19,5 miljard euro vandaan komt of waarom het daar ligt, is de vraag aan wie het toebehoort. Dat was de aanleiding voor het onderzoek door de bedaagde rechtsgeleerden: een rechtszaak die nu in hoogste instantie speelt tussen de familie van de laatste Maharaja en de deelstaat Kerala. Van wie is de schat?

Opinie | Amuse
november 2011
AA20110776

‘Je was erbij, dus je bent erbij’

Groepsaansprakelijkheid van artikel 6:166 BW en het Byzantijns recht

D. Penna

Post thumbnail In hoeverre kan de bestudering van Romeins en Byzantijns recht toegevoegde waarde hebben bij de uitleg en de toepassing van het huidige recht? Aan de hand van een voorbeeld zal ik in deze bijdrage op die vraag ingaan. Ik zal mij daarbij richten op de discussie die in Nederland is ontstaan over groepsaansprakelijkheid (art. 6:166 BW). Naar aanleiding van Byzantijnse en westerse commentaren over groepsaansprakelijkheid zal ik ook ingaan op de verhouding tussen de Byzantijnse en de westerse juridische traditie en de rol die Byzantijns recht kan spelen bij de interpretatie van het Corpus Iuris Civilis.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2023
AA20230873

‘Leef als vrije mensen, en verschuil u niet achter uw vrijheid om u te misdragen’

E.G.D. van Dongen

Post thumbnail Neminem laedit qui suo iure utitur. Over burenruzies, loze schoorstenen en evident ongegronde vorderingen. Deze amuse illustreert de waarde van de bestudering van de rechtsgeschiedenis aan de hand van het leerstuk misbruik van bevoegdheid.

Opinie | Amuse
april 2020
AA20200318

‘Medische beoordeling en werkhervatting: moet de werkgever betalen?’

J. Riphagen

Hoge Raad 6 april 2001, nr. C99/197HR, ECLI:NL:HR:2001:AB0904, JAR 2001, 80, NJ 2001, 333 (Van Kesteren/Rabobank) Een werknemer meldt zich na één jaar ziekte bij de werkgever omdat hij zijns inziens voldoende hersteld is om het werk te hervatten. De werkgever weigert hier op in te gaan onder verwijzing naar het oordeel van de medische dienst van het uitvoeringsorgaan van de WAO, welke dienst hem nog ongeschikt achtte, hetgeen in een besluit van 9 september 1992 was vastgelegd. Laatstbedoeld besluit werd echter door de Rechtbank, sector bestuursrecht, vernietigd waartegen het uitvoeringsorgaan geen hoger beroep instelde. De werknemer vordert in verband hiermee en in verband met de weigering tot toelating tot het werk loon (onder aftrek van de verkregen uitkering). De werkgever stelt onder andere dat hij de onjuistheid van het medisch oordeel niet had kunnen voorzien, zodat de gevolgen daarvan niet voor zijn risico behoren te komen.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 2002
AA20020907

‘No man shall be permitted to take advantage of his own wrong’

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

In deze 'Vijf minuten rechtsfilosofie' schenken Carel Smith en Harm Kloosterhuis aandacht aan het Engelse beginsel '‘No man shall be permitted to take advantage of his own wrong’.

Perspectief | Column
december 2019
AA20191023