Vind een Maandblad-aflevering
Kies de maand en het jaar waarin het nummer dat je zoekt is verschenen en ga naar de aflevering.
* Van 2012 tot en met heden vind je naast de artikelen van de betreffende maand ook het volledige nummer integraal.
* Vóór 2012 vind je per nummer alleen de losse artikelen die in dat nummer zijn verschenen en kun je niet het volledige nummer integraal bekijken.
Maandblad maart 2021
Vrijdag, (ge)rechtsdag! Een kijkje in de keuken van een civiele cassatieadvocaatOver de cassatiepraktijk vóór, op en na een rolzitting van de civiele kamer van de Hoge Raad
Over de cassatiepraktijk vóór, op en na een rolzitting van de civiele kamer van de Hoge Raad
M.E. Bruning
De cassatiepraktijk speelt zich af rond de rolzitting op vrijdagochtend. Deze bijdrage gaat over de vraag wie cassatieadvocaat zijn en wat hun rol is in relatie tot cliënten en correspondenten vóór en in cassatieprocedures. Suggesties worden gedaan om deze cassatiepraktijk te verbeteren.
Advertorial
Specialisatieopleiding civiele cassatie en procesrecht 2021
In dit bijzondere opleidingstraject verbreedt en verdiept u op efficiënte wijze uw kennis van het civiel procesrecht, in het bijzonder het appel- en cassatieprocesrecht. In de specialisatieopleiding leert u op interactieve wijze onder andere: fouten in feitelijke procedures voorkomen en oplossen, de kerntaken, werkwijze en toverformules van de Hoge Raad begrijpen, de kansen van een cassatieprocedure optimaal benutten en krachtige cassatiestukken schrijven. Het opleidingsprogramma is een combinatie van theorie en praktijk en heeft als doel specialist worden in procesrecht en civiele cassatietechniek De opleiding staat onder leiding van prof. mr. A.G. Castermans (Hoogleraar burgerlijk recht Universiteit Leiden, rechter-plaatsvervanger Rechtbank Den Haag) en mr. V. Rörsch (Cassatieadvocaat LaRorsch Leiden). Inschrijven per module is mogelijk! Bijeenkomsten vinden online plaats. Bekijk het programma en schrijf u in.
Perspectief | Perspectiefartikel
maart 2021
AA20210309





In deze amuse gaat Benny van der Vorm in op de bestuurlijke en strafrechtelijke handhaving van de avondklok.
Frames kunnen verstorend werken voor de rechtsstaat en de rechtspraak, feiten zijn nodig om teleurstelling (en erger, zoals de toeslagenaffaire en de bestorming van Capitol Hill) te voorkomen.
Volgens de Hoge Raad moet ook in het economisch strafrecht de leer van het kleurloos opzet gelden. Dat uitgangspunt wordt in deze opinie ter discussie gesteld. Wie zich niet bewust is van het bestaan van een voorschrift, kan dat voorschrift niet opzettelijk overtreden. Hij begaat geen misdrijf, maar een overtreding. De aanvaarding van boos opzet past in het systeem van de Wet op de economische delicten.
Dit artikel evalueert de vervolging en berechting van IS-vrouwen in Nederland. Op basis van een rechtsvergelijkende analyse wordt gereflecteerd op de interpretatie en toepassing van artikel 140a Sr inzake deelneming aan een terroristische organisatie en artikel 96 lid 2 Sr inzake voorbereiding van terroristische misdrijven in zaken tegen Nederlandse IS-vrouwen. Gezien het feit dat IS-vrouwen in het buitenland ook zijn veroordeeld voor internationale misdrijven wordt tevens de vraag gesteld of Nederlandse IS-vrouwen ook voor dergelijke misdrijven kunnen worden vervolgd.
De doctrines van autonomie en voorrang van EU-recht zijn al decennialang controversieel. Deze bijdrage analyseert de betekenis van en verhouding tussen beide doctrines in het licht van de rechtsfilosofie van H.L.A. Hart en Joseph Raz. Naar aanleiding van het recente PSPP-arrest van het Bundesverfassungsgericht bespreekt deze bijdrage daarnaast de positie van het Hof van Justitie in deze autonome Europese rechtsorde.
Het auteurs- en octrooirecht beschermen bij uitstek creatieve voortbrengselen van de menselijke geest. In dit artikel wordt de rol van de menselijke geest in het auteursrecht en het octrooirecht ontleed en gekoppeld aan de dubbele beschermingsratio die aan deze intellectuele-eigendomsrechten ten grondslag ligt.
In deze bijdrage wordt uiteengezet welke maatregelen in verband met COVID-19 zijn getroffen in civiele zaken. Vervolgens wordt nagegaan welk effect deze maatregelen hebben gehad op de kwaliteit van het civiele proces. Conclusie is dat de eerste maatregelen op sommige kwalitatieve aspecten een nadelige invloed hebben gehad, doch dat de maatregelen nu en in het post-coronatijdperk juist ook een positieve bijdrage aan de kwaliteit van het civiele proces kunnen leveren.