Shop

maart 1990

Katern 34: Volkenrecht

I.F. Dekker, N.J. Schrijver

maart 1990

Katern 34: Vreemdelingenrecht

P. Boeles, J.D.M. Steenbergen

‘De Bodemprocedure stamt uit de tijd van de trekschuit’

gesprek met mr. M.R. Wijnholt

M.W. Hesselink, H. Wattendorff

M.R. Wijnholt studeerde rechten in Groningen. Na zijn studie was hij korte tijd advocaat. Hij voelde zich in de advocatuur echter niet goed thuis omdat hij daarvoor, naar eigen zeggen, te weinig vechtlust had. Na enige tijd gewerkt te hebben op het kabinet van de burgemeester van Den Haag koos hij voor een loopbaan bij de rechterlijke macht. In 1957 werd hij substituut-officier van justitie in Suriname. Hij keerde terug naar Nederland in 1960 waar hij een griffiestage bij de Amsterdamse rechtbank volgde. Na zijn griffiestage werd hij rechter bij de rechtbank Amsterdam. In 1965 promoveerde hij in Groningen op 'Strafrecht in Suriname'. In 1966 vertrok Wijnholt naar de Nederlandse Antillen waar hij rechter was in het Hof van Justitie tot 1969. Na zijn terugkeer bij de Amsterdamse rechtbank maakt hij daar de provo-processen mee. Hij herinnert zich deze jaren als een fantastische tijd. Na van 1975 tot 1977 vice-president van de rechtbank in Amsterdam te zijn geweest, vertrok hij in 1977 naar de strafkamer van de Hoge Raad. In 1980 keerde hij de Hoge Raad de rug toe om President van de rechtbank te Den Haag te worden. Van deze stap heeft hij nooit spijt gehad. In Den Haag zitten de mooiste zaken, aldus Wijnholt. Wijnholt ontwikkelde zich tot een rechter die er niet voor schroomt de overheid, indien nodig, op de vingers te tikken. Zijn onbevangen optreden tegenover wetgever en bestuur rechtvaardigt hij door erop te wijzen dat het bestuur oneindig veel machtiger is dan de rechter. De vonnissen van Wijnholt blinken uit door helderheid en scherpzinnigheid. Door zijn practische benadering weet hij als geen ander gecompliceerde juridische problemen op te lossen. In januari 1990 vertrok Wijnholt andermaal naar de Nederlandse Antillen om daar President van het Hof van Justitie te worden. Hij beschouwt dit ambt als een mooie afsluiting van zijn loopbaan. Op 2 januari 1990, vlak voor zijn vertrek naar de Antillen, hadden twee redactieleden een gesprek met hem.

Verdieping | Interview
maart 1990
AA19900150

Cassatieverlof in 1997?

P. Schaik

Enkele maanden voor de val van het vorige kabinet verscheen een belangrijke notitie. Hierin deed de voormalig minister van justitie Korthals Altes voorstellen om in de jaren negentig te komen tpt een volledig nieuwe structuur van de rechterlijke organisatie. Deel van dit omvangrijke plan is het invoeren van een systeem tot verlofcassatie. De adviserende Staatscommissie Herziening Rechterlijke Organisatie had steeds afwijzend gestaan tegenover dit idee. Dit artikel beoogt in het kort aan te geven welke argumenten over en weer zijn aangevoerd. Daarnaast betoogt de schrijver dat de inbreuk op het huidige stelsel veel minder groot is dan zij op eerste gezicht lijkt.

Verdieping | Studentartikel
maart 1990
AA19900137

De Faculteit der Rechtgeleerdheid aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen

Een buitenbeentje?

F.B.M. Kunneman, G.H. Lieuw

In dit artikel wordt de rechtenfaculteit van de Universiteit van Nederlandse Antillen (UNA) belicht. Aan de orde komen de geschiedenis en oprichting van de UNA en faculteit, de organisatie en structuur daarvan, de inhoud en niveau van de aldaar genoten opleiding, de samenstelling van docenten en studenten en de relaties met het buitenland en Nederland. Tenslotte wordt er ingegaan op knelpunten binnen de faculteit.

Perspectief | Perspectiefartikel
maart 1990
AA19900159

De praktijkjurist op een kruispunt van wegen

A.L. Mohr

In dit artikel spreekt de auteur over veranderingen en ontwikkelingen in de juridische praktijk. Zo schetst de auteur de veranderingen in de maatschappij die leiden tot specialisatie, het samengaan van advocaten, notarissen en fiscalisten en de mogelijke integratie met accountants. Ook gaat de auteur in op de wisselwerking tussen praktijk en wetenschap waar deze vroeger nog strikt gescheiden was. Ook gaat de auteur in op de internationale invloeden op het Nederlands recht en het vakjargon. De auteur constateert dat vooral het Angelsaksische recht veel invloed heeft, in het bijzonder bij het ondernemingsrecht. Daarnaast betrekt de auteur in zijn beschouwing de invloed van het Europese recht, met name EG-recht, op de Nederlandse juridische en wetenschappelijke praktijk. De auteur gaat daarbij tenslotte in op de gevolgen van al deze ontwikkelingen voor de net afgestudeerde jurist waarvoor de mogelijke keuzes legio zijn in vergelijking met het verleden.

Opinie | Column
maart 1990
AA19900155

Ernstige milieudelicten in het Wetboek van Strafrecht

F.D. van Asbeck

In dit artikel behorend bij de rode draad 'milieurecht' wordt ingegaan op de wetgeving waarmee bewerkstelligd wordt dat er

Annotaties en wetgeving | Wetgeving | Overig | Rode draad | Milieurecht
maart 1990
AA19900170

Naar een schendbare Wet?

W. van Boven

Het zogenaamde Harmonisatiewet-vonnis van de president van de Haagse rechtbank van 11 augustus 1988 en het daarop betrekking hebbende arrest van de Hoge Raad van 14 april 1989 zorgden voor veel beroering onder de staatsrechtsgeleerden. Een discussiepunt vormde de vraag of het toetsingsverbod van art. 120 Grondwet (de rechter mag de wet in formele zin niet aan de Grondwet toetsen) nog wel diende te worden gehandhaafd. Er heeft zich de laatste jaren een aantal juridische en politieke ontwikkelingen voorgedaan die de onschendbaarheid van de wet niet meer zo vanzelfsprekend maken.

Verdieping | Studentartikel
maart 1990
AA19900143

Politie, gangsters, hondepoep?

M.M. Dolman, R. Glas

Redactioneel artikel waarin de geschiedenis over de zeggenschap over de Nederlandse politie wordt besproken. Berust de zeggenschap nu bij de gemeente of bij justitie?

Opinie | Redactioneel
maart 1990
AA19900136

Schrijfaktie Amnesty International

Amnesty International

Schrijfactie voor Amnesty International ten behoeve van de leden van de Soedanese Orde van Advocaten.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 1990
AA19900168

Toezicht op gemeenten

P.W.C. Akkermans

Koninklijk besluit (KB) 3 juli 1989, nr. 98.016665, AB 1989, nr. 431 (met nt. PJS) Noot bij een Koninklijk Besluit dat ziet op het toezicht van gemeenten door de Kroon. In de noot wordt dieper in gegaan op mogelijkheid van de regering om corrigerend op te treden ten aanzien van de decentrale overheden. Er wordt onder meer ingegaan op de regeling van het toezicht in de Grondwet en Gemeentewet en het onderscheid tussen preventief en repressief toezicht wordt belicht. Daarnaast wordt er nog in gegaan op de bevoegdheden met betrekking tot buitenlands beleid door gemeenten en de invloed daarop door de regering.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1990
AA19900183

Warner Brothers

H. Cohen Jehoram

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 17 mei 1988, ECLI:EU:C:1988:242, zaak 158/86 (Warner Brothers Inc., Metronome Video ApS/E.V. Christiansen) Uitspraak van het HvJ EG waarin aan de orde is in hoeverre een nationale auteursrechtelijke regeling met betrekking tot de verhuur van videobanden verenigbaar is met het vrij verkeer van goederen. In de noot wordt dieper op deze materie ingegaan waarbij er ook ingegaan wordt op eerdere jurisprudentie van het HvJ EG.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1990
AA19900176