Shop

Right is the child of law

H.T.M. Kloosterhuis, C.E. Smith

De één vindt universele, ‘natuurlijke’ mensenrechten maar onzin, zoals Jeremy Bentham. Anderen denken er genuanceerder over, zoals J.R. Searle en H.L.A. Hart. Daarover gaat deze aflevering van ‘5 minuten rechtsfilosofie’ van Harm Kloosterhuis & Carel Smith.

Perspectief | Column
november 2020
AA20201086

Rijden of gereden worden

Beantwoording rechtsvraag (305) Bestuursrecht

R.L. Vucsán

In dit artikel wordt een rechtsvraag in het kader van het bestuursrecht beantwoord.

Perspectief | Rechtsvraag
april 2003
AA20030334

Ringfencing van banken: huwelijkse voorwaarden of echtscheiding?

R.P. Raas, R.P. Vrolijk

Post thumbnail

Het steeds verder uitgebreide dienstenpakket van consumentenbanken en zakenbanken wordt wel aangemerkt als een oorzaak van de financiële crisis. Is de financiële sector gebaat bij een scheiding tussen consumentenbankieren en zakenbankieren (‘ringfencing’)? De auteurs bespreken of de Nederlandse wetgeving thans in enige vorm van ringfencing voorziet, en of zij in een verdere mate van ringfencing zou moeten voorzien.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2016
AA20160832

Risicoaansprakelijkheden. Over verwachtingen, ontwikkelingen en verwachtingen

A.N.L. de Hoogh, S.D. Lindenbergh

Post thumbnail

Twintig jaar aansprakelijkheidsrecht is eigenlijk met geen pen te beschrijven. De verrassingen kwamen niet zozeer voort uit de invoering van het nieuwe recht in 1992, maar zijn veeleer het gevolg van baanbrekende rechtspraak. Het risico van uitbreiding van aansprakelijkheid dat bij de invoering van de nieuwe regeling inzake kwalitatieve aansprakelijkheden werd voorzien heeft zich niet op grote schaal verwezenlijkt. Behoedzame interpretatie door de rechter heeft ertoe geleid dat de zelfstandige betekenis van de regeling inzake kwalitatieve aansprakelijkheden naast de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad beperkt is gebleven.

Rode draad | 20 jaar Nieuw BW
september 2012
AA20120669

Risicomanagement van verdragen

J.A.M. Zwienenberg

Door het veranderlijke karakter van de onderlinge internationale betrekkingen kunnen verdragen die het ene moment van belang geacht worden, op een ander moment dat belang verliezen of zelfs een blok aan het been worden. Evenzeer kunnen de omstandigheden die tot het sluiten van een verdrag hebben geleid, zich zodanig wijzigen dat het verdrag zijn waarde verliest of alleen door wijziging kan behou¬den.Met het oog op een betrouwbare en stabiele samenwerking is het van groot belang dat de risico's die ontstaan door het aangaan van wederzijdse betrekkingen, reeds in de onderhandelingsfase worden onderkend en door middel van voorzieningen of verdragstechnieken worden ondervangen. (Risicomanagementtechnieken).In dit artikel wordt de vraag beantwoord over welke verdragstechnieken staten beschikken teneinde de verschillende soorten risico's te ondervangen. Voorafgaand aan de beantwoording van deze vraag zal een onderscheid gemaakt worden tussen verschillende soorten verdragen en risico's, bijvoorbeeld het externe risico, het waarderisicoen het niet-nakomingsrisico.

Verdieping | Studentartikel
februari 1989
AA19890102

Risicoverzwaring bij schadeverzekeringen

R. Feunekes

Dit proefschrift gaat over de verzwaring van de risco`s bij verzekeringen.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
mei 2002
AA20020364

RITEP, Sociale rechtshulp op de BvR’s: de proef op de som

A: ‘Je moet hier wel lang wachten, hè?’ B: ‘Maar het is toch gratis?’ X: ‘Weet u wat het verschil is tussen een wetswinkel en een Buro voor Rechtshulp?’ Y: ‘Dat loopt parallel, het is ongeveer hetzelfde.’ Z: ‘Dat is niet waar, het Buro geeft je zo een advocaat, als je die nodig hebt.’ Gesprekken in de wachtkamer van een BvR

november 1982
AA19820636

Rituelen en symbolen in de rechtspraak. Hun functie en betekenis

A.M. Hol

Hoe belangrijk is het dat we vasthouden aan de gebruiken en symbolen die we binnen de rechtspraak hebben? Waarom zou het een probleem zijn als rechters geen toga meer dragen?

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2006
AA20060805

Rode draad ‘Beschermenswaardige partijen’

Woord vooraf

M.M. Kappé, D.W. van Maurik, T.A. van Polanen, M.D. Reijneveld, P.M. Sijtsma, B.F.M. Vulto

Post thumbnail Dit is het Woord vooraf bij de Rode Draad 2020. Nu op het Malieveld wederom steeds vaker wordt gedemonstreerd, is het belangrijk om te reflecteren op de vraag wie we in deze maatschappij willen beschermen, waarom we dat willen en of het huidige wettelijk kader ook aan deze behoefte voldoet. In de Rode Draad 2020 staat daarom de ‘beschermenswaardige partij’ centraal.

Rode draad | Beschermenswaardige partijen
januari 2020
AA20200092

Rode draad ‘Historische Rechtszaken’ inleiding

Inleiding

F. Jaspers, R.M. Pasma, E.M. Witjens

In deze inleiding wordt de Rode draad 'historische rechtszaken' ingeleid. In deze Rode draad worden allerlei belangrijke, met name strafprocessen, besproken.

Overig | Rode draad | Historische rechtszaken
januari 2003
AA20030006

Rode draad ‘Historische wortels van het recht’

Voorwoord Rode Draad 2013

L. van den Berge, R. Kindt, M. Neekilappillai, J.J. Valk

Post thumbnail De redactie heeft besloten in 2013 als Rode Draad een serie artikelen te publiceren over de historische wortels van ons recht. Naar haar mening kan de rechtsgeschiedenis bij uitstek inzichten verschaffen die van belang kunnen zijn bij het uitzetten van de koers van ons huidige recht. In elk artikel zal een rechtswetenschapper de ontwikkeling van een specifiek leerstuk uitlichten, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed op de relevantie van die ontwikkeling voor het huidige recht. 

Overig | Rode draad | Historische wortels van het recht
januari 2013
AA20130057

Rode draad ‘Milieurecht’ afsluiting

E. Florijn, R. Glas, R.Th. Mirck

De afgelopen jaargang heeft een deel van de redactie van Ars Aequi een aantal bijdragen gewijd aan het milieurecht. Dit jonge rechtsgebied strekt zich uit over de meeste 'traditionele' delen van het recht. Deze keer het slotnummer uit de reeks, waarin de redacteuren hun wens voor de toekomst uitspreken.

Overig | Rode draad | Milieurecht
december 1990
AA19900937