Shop

Mag het een hokje meer zijn?

Ontwikkelingen rond sekseregistratie

M. van den Brink

Post thumbnail

Overheden registreren het geslacht van hun ingezetenen binair: ‘M’ of ‘F’. Maar de praktijk is grilliger. Mensen laten zich niet zo gemakkelijk in hokjes stoppen. De kritiek op het binaire model neemt toe en de ontwikkelingen volgen elkaar op dit moment snel op. Oplossingen worden in verschillende richtingen gezocht: meer hokjes of geen hokjes meer? Dit artikel beschrijft deze ontwikkelingen, onderzoekt de mogelijkheden en concludeert dat het wenselijk en verstandig is om – voorzichtig – toe te werken naar het afschaffen van registratie.

Rode draad | Recht en seksualiteit
oktober 2016
AA20160774

Mag het bestuur ook wat de rechter mag?

Over de verhouding tussen bestuur en rechter (naar aanleiding van de toeslagenaffaire)

W.L. Borst

Post thumbnail Bureaucratie is een beladen term. Was bureaucratie niet de oorzaak van de kinderopvangtoeslagenaffaire? En hebben ook de rechters zich niet te veel gedragen als kille bureaucraten? Wat onderscheidt eigenlijk rechtspraak van bureaucratie? Wat bureaucratie is, heeft Max Weber ons geleerd. Wat rechtspraak is, kunnen we leren van Paul Scholten. De confrontatie van hun visies levert verrassende inzichten op.

Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2022
AA20220384

Mag een voormalig legerleider op het strijdtoneel ontbreken?

G. Knigge

Opinie | Opiniërend artikel
april 2000
AA20000260

Mag een student de IBG eindeloos met ‘nova’ bestoken?

L.J.A. Damen

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 14 september 2007, ECLI:NL:CRVB:2007:BB4210, nr. 06/5622 WSF, LJN: BB4210, AB 2007, 351 m. nt. R. Ortlep, JB 2007, 229, RSV 2007/368 Een bestuursorgaan is niet bevoegd om wegens overschrijding van een indieningstermijn artikel 4:6 Awb toe te passen op een aanvraag mét een novum om terug te komen van een eerdere beschikking. Een bestuursorgaan is wel bevoegd om een indieningstermijn te stellen voor een inhoudelijke behandeling van zo’n aanvraag. Procedeer dwang: niet geschoten is eeuwig mis. Eenheid van bestuur?

Annotaties en wetgeving | Annotatie
april 2008
AA20080298

Mag de rechtsstaat voor de burger worden gesloten?

Bouwstenen voor een meer burgervriendelijk bestuursrecht

M. Scheltema

Post thumbnail Tegen de achtergrond van een responsieve vormgeving van de rechtsstaat wordt in dit stuk nagegaan hoe wetgever, rechter en bestuursorganen kunnen bijdragen aan het meer burgervriendelijk maken van het bestuursrecht. Een groter gewicht voor algemene beginselen in verhouding tot dwingende wetsbepalingen, en een meer rechtsstaat-conforme interpretatie van artikel 120 Grondwet moeten daarbij voorkomen dat de rechtsstaat voor de burger wordt gesloten.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2021
AA20210809

Mag de bestuursrechter wél de procedure van totstandkoming van wetten toetsen?

J.J.J. Sillen

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) 4 december 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4999

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2025
AA20250378

Machtsverhoudingen in de structuurvennootschap

S.E. Bartels, G.T.M.J. Raaijmakers

Redactioneel artikel waarin de wijziging van de structuurvennootschap wordt besproken. Er gaan geluiden dat de aandeelhouders meer macht moeten krijgen. De redacteuren betogen dat dit niet het geval dient te zijn en dat de RvC onafhankelijk moet kunnen handelen omdat dit in het belang van de vennootschap is.

Opinie | Redactioneel
september 1993
AA19930599

Machtsverdeling, Grondwet en conventie

G.J.A. Geertjes

Een belangrijk deel van de Nederlandse Grondwet is gedurende de afgelopen honderdvijftig jaar opvallend onveranderd gebleven: de grondwetgever heeft een groot aantal van de nog altijd geldende regels omtrent de verhoudingen binnen en tussen regering en parlement al in 1848 vastgelegd. Na die periode vinden echter belangrijke veranderingen plaats: de Nederlandse constitutie democratiseert, het kiesstelsel verandert en politieke partijen worden steeds belangrijker. Politiek gaat daardoor steeds meer draaien om de verdeling van macht, terwijl de grondwettelijke regels daarop maar in beperkte mate zijn afgestemd. Mede dankzij conventies, ongeschreven regels die (de ambten van) regering en parlement binden, blijft de Nederlandse Grondwet toch bij de tijd. In deze bijdrage wordt besproken hoe dit eigenlijk mogelijk is.

Rode draad | Grenzeloze Grondwetten
april 2022
AA20220315

Machtsstrijd over persoonsgegevens

De zaak Schrems v. Data Protection Commissioner van het Europees Hof van Justitie

B. van der Sloot

Post thumbnail

Op 6 oktober 2015 heeft het Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) uitspraak gedaan in de zaak Maximillian Schrems tegen Data Protection Commissioner. De zaak betrof de legitimiteit van de doorvoer van persoonsgegevens van Europese burgers naar landen buiten de EU, in het bijzonder de Verenigde Staten. De Richtlijn bescherming persoonsgegevens stelt dat persoonsgegevens alleen naar derde landen mogen worden doorgevoerd als daar een passend beschermingsniveau wordt gewaarborgd. De Europese Commissie had in een beschikking vastgesteld dat de Verenigde Staten inderdaad een dergelijk beschermingsniveau kent. Het Hof van Justitie heeft deze beschikking echter ongeldig verklaard.

Opinie | Opiniërend artikel
april 2016
AA20160248

Macht en willekeur, of hoe het Europees Hof voor de Rechten van de Mens negen eisen voor kwalitatief goede wetgeving neerlegde

B. van der Sloot

Post thumbnail

Niet alleen het handelen van de uitvoerende macht en de consequenties daarvan voor de rechten van burgers, maar ook wetgeving als zodanig kan een schending van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens opleveren. Wetten moeten zo zijn opgesteld dat ze de kans op machtsmisbruik minimaliseren en burgers in staat stellen redelijkerwijs in te schatten hoe de uitvoerende macht zijn bevoegdheden wel of niet zal inzetten, dixit het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2021
AA20210337

Maatstaven voor beoordeling van sancties

W. Duk

Tot de beslissingen van gewicht die de Nederlandse wetgever in 1881 bij de vaststelling van het Wetboek van Strafrecht heeft genomen, behoort de aanvaarding van een stelsel van straffen zonder speciale minima. De ruimte die daarmee aan de rechter is gelaten bij het bepalen van de in concreto op te leggen straf, doet denken aan een bekende figuur uit het bestuursrecht: de discretionaire bevoegdheid van een openbaar ambt dat ‘vrije’ beschikkingen kan geven. Een vergelijking ligt voor de hand; te meer omdat bestuursorganen dikwijls - mede in individuele gevallen - over de toepassing van sancties hebben te beslissen, en zij juist ook daarbij in de regel binnen ruime wellelijke grenzen opereren.

mei 1981
AA19810231

Maatschappelijke juridisering

C. Zijderveld

Het rapport van de Commissie Van Kemenade werd geconcludeerd dat: het bestuur in ons land te veel door gedetailleerde regels wordt beheerst, er te veel beroepsmogelijkheden bij de rechter zijn en dat de rechter te vaak op de stoel van de rechter gaat zitten. Naar aanleiding daarvan wil auteur proberen de sociaal-culturele dimensies van de juridisering te belichten.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 1999
AA19990634