Shop

Huwelijk of geregistreerd partnerschap?

UCERF 1 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

K.R.S.D. Boele-Woelki

Zijn er verschillen tussen het huwelijk of het geregistreerd partnerschap? Waarom kiezen paren vooral voor het huwelijk en wanneer kiezen zij voor het geregistreerd partnerschap? Welke paren kiezen waarvoor? Doen zich problemen in het buitenland voor met betrekking tot het gelijkgeslachtelijke huwelijk en het geregistreerd partnerschap? Hoe is de positie van kinderen geregeld die uit een huwelijk of geregistreerd partnerschap worden geboren? In deze bijdrage antwoorden uit het evaluatierapport betreffende de Wet opstelling huwelijk en de Wet geregistreerd partnerschap.

UCERF2007071 - 15-06-2007

Huwelijk, vermogen en gemeenschap van goederen

E.G.D. van Dongen, I. Visser

Post thumbnail

Emanuel van Dongen en Irene Visser bezien in deze bijdrage de geschiedenis van het huwelijksvermogensrechtelijke stelsel van de algehele gemeenschap van goederen.

Blauwe pagina's | Bijzondere bepalingen
mei 2016
AA20160324

Huwelijken zonder partner­alimentatie… dat moeten koppels mogen willen!

L.A.G.M. van der Geld

Er zijn koppels die zouden willen trouwen als de partneralimentatie hen niet ‘in de weg zou staan’. Zij hebben behoefte om in hun huwelijkse voorwaarden af te spreken, dat er bij een scheiding geen sprake kan zijn van partneralimentatie. Op basis van de huidige rechtspaak kan dat niet, maar daar komt binnenkort mogelijk verandering in. Het wordt een spannende herfst!

Opinie | Column
juni 2022
AA20220465

Huwelijksdwang en het Nederlandse strafrecht

I.E.M.M Haenen

Post thumbnail

Iris Haenen promoveerde op 24 juni 2014 aan Tilburg University met het proefschrift Force & Marriage. The criminalisation of forced marriage in Dutch, English and international criminal law. Promotor was prof.mr. T. Kooijmans, co-promotor was dr.mr. A.L.M. de Brouwer. In deze bijdrage vertelt zij over haar onderzoek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
februari 2015
AA20150160

Huwelijkse voorwaarden en daarvan afwijkend, onderling overeenstemmend gedrag van echtgenoten

A.J.M. Nuytinck

Hoge Raad 18 juni 2004, nr. C03/021HR, ECLI:NL:HR:2004:AO7004, NJ 2004, 399 In dit arrest en de daarbij behorende noot van Nuytinck komt aan de orde dat partijbedoelingen de werking van huwelijkse voorwaarden nooit buiten werking kunnen stellen. De Hoge Raad maakt daar echter een nuance bij die volgens Nuytinck onaanvaardbaar is; bij ontbinding van het huwelijk kan er namelijk volgens de Hoge Raad op grond van de redelijkheid en billijkheid na onderling overeenstemmend gedrag toch een uitzondering gemaakt worden op de huwelijkse voorwaarden.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2005
AA20050472

Huwelijksvermogensrecht en derden

B.E. Reinhartz

In het gewone vermogensrecht, neergelegd in de Boeken 3, 5, 6 en 7 BW, geldt een aantal basisbeginselen waarop het huwelijksvermogensrecht ook tegenwoordig nog inbreuk maakt. Voor de wetswijziging in 1992 geschiedde dat in nog grotere mate. In deze bijdrage zal ik mij afvragen of het voor de derde in bepaalde situaties uitmaakt of zijn wederpartij al dan niet getrouwd is. Tot slot zal ik ook een korte beschouwing wijden aan de vraag of de tendensen in het huwelijksvermogensrecht stroken met individualiseringstendensen die wij in de samenleving waarnemen.

Bijzonder nummer | De derde in het recht
mei 1997
AA19970279

Hyperlinken naar illegale bron

D.J.G. Visser

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 8 september 2016, C‑160/15, ECLI:EU:C:2016:644 (GS Media/Sanoma, Playboy & Britt Dekker)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2016
AA20160877

Hypotheek en schuldsanering natuurlijke personen

S.E. Bartels

Hoge Raad 13 maart 2009, nr. C07/180HR, ECLI:NL:HR:2009:BG7996, RvdW 2009, 409 (X/ING) In dit arrest van de Hoge Raad komt aan de orde hoe de regeling van de schuldsanering natuurlijke personen zich verhoudt tot de bevoegdheden van de separatist in faillissement. De Hoge Raad komt met een uitkomst die niet letterlijk aansluit bij de tekst van de wet nadat deze gewijzigd is maar haar rechtsoordeel met name baseert op de wetsgeschiedenis. De Hoge Raad oordeelt dat betalingen die gedaan zijn door een saniet (schuldenaar) aan een hypotheekhouder ten behoeve van een schuld die gedekt is door een onroerende zaak van welke bij executie of verkoop de opbrengst geen voordeel voor de boedel kan betekenen, de betalingen die tijdens de termijn van de schuldsanering zijn voldaan niet als onverschuldigd aangemerkt kunnen worden.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2009
AA20090396

Hyster Karry Krane

Annotatie

Ch.E.F.M. Gielen

Het standaardarrest van de Hoge Raad op het gebied van slaafse navolging van producten.

Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
oktober 2005
AA20050857

I De dokter en de dood

E.Ph.R. Sutorius

In deel I van dit tweeluik schrijft Eugène Sutorius over het euthanasievraagstuk. Hij besteedt bijzondere aandacht aan het burgerinitiatief 'Uit Vrije Wil'.

Bijzonder nummer | Gezondheidsrecht
juli 2011
AA20110584

Icesave: ‘If something seems too good to be true, it probably is’

H.M. Vletter-van Dort

Post thumbnail Hoe is het mogelijk dat duizenden Nederlanders miljoenen euro’s hebben overgeboekt naar Landsbanki, een IJslandse bank die internetspaarders (via haar speciale internetspaarproduct met de naam Icesave) een wel heel hoge rente bood op de bij haar ingelegde bedragen? Had De Nederlandsche Bank niet moeten ingrijpen? Koesterde niemand argwaan? Hoe kan het dat deze IJslandse bank failliet is gegaan, de IJslandse staat in haar faillissement heeft meegesleurd maar dat vrijwel alle Nederlandse particuliere spaarders het grootste deel van hun ingelegde centjes netjes terug hebben gekregen? Prof. Vletter-van Dort rangschikt de feiten en gaat dan in op de vraag of DNB had kunnen of moeten ingrijpen.

Verdieping | Studentartikel
december 2009
AA20090810

Ideal-Standard

H. Cohen Jehoram

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 22 juni 1994, ECLI:EU:C:1994:261, zaak C-9/93, Jur. 1994, 1-2789 (Ideal/Standard) In geval van nationale opsplitsing binnen de EG door overdracht van een merkrecht dat oorspronkelijk aan één concern heeft toebehoord, moet vervolgens de merkgerechtigde in de ene Lid-Staat waar het merk hem toebehoort zich kunnen verzetten tegen import van de producten van de andere merkhouder uit de andere Lid-Staat. Het Hof trekt de lijn door van het HAG II-arrest.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1996
AA19960062