Shop

Over de regels van de groep en de regels van de samenleving

M. Galenkamp

In dit eerste deel van een drieluik over het collectieve in het recht staat een fundamenteel-theoretische vraag centraal: die naar de verhouding tussen groepsmoraal enerzijds en heersende moraal in een samenleving anderzijds. Hoe verhouden de regels van de groep zich tot die van de samenleving? Anders gezegd, wat is in onze liberaal-democratische rechtsorde de reikwijdte en waar liggen de grenzen van de vrijheid van groepen om er afwijkende normen en waarden op na te houden? In dit artikel formuleer ik drie richtlijnen die wellicht behulpzaam kunnen zijn bij de beantwoording van deze vraag.

Overig | Rode draad | Het collectief in het recht
januari 2002
AA20020015

Over de rechtspositie van student-assistenten

M.G. Rood

Nu de bezuinigingen aan de instellingen voor wetenschappelijk onderwijs aan de orde van de dag zijn, verdient het wellicht aanbeveling de positie van student-assistenten eens nader te bezien. Plannen om hen niet meer voor 12, doch voor 9 maanden in dienst te nemen of plotselinge vermindering van hun wekelijkse arbeidstijd (en loon), doen de vraag rijzen hoe hun rechtspositie is geregeld. Rechtspositionele regelingen zijn te lijvig om ze in deze kolom volledig te bespreken. Ik zal mij daarom beperken tot de punten die het meeste de aandacht verdienen, te weten: - de duur van het dienstverband, - de consequenties van ziekte en invaliditeit, - het einde van het dienstverband, - de consequenties van werkloosheid. Voor dat deze vier onderwerpen belicht kunnen worden, zullen we eerst stilstaan bij de vraag welk rechtsregime de verhouding instelling-student-assistent beheerst.

Onderwijs
augustus 1981
AA19810406

Over de rechtsgevoeltest

G. van den Heuvel

Een kort commentaar op de Rechtsgevoeltest, zoals die door Carien Smit-Karten weergegeven is in Ars Aequi van september 1981 p. 409 e.v.

januari 1982
AA19820019

Over de rechtsgevoeltest

G. van den Heuvel

Een kort commentaar op de Rechtsgevoeltest, zoals die door Carien Smit-Karten weergegeven is in AA van september 1981 p. 409 e.v.

Opinie | Reactie/nawoord
januari 1982
AA19820019

Over de plaats en de functie van de Wet, houdende Algemeene Bepalingen der Wetgeving van het Koningrijk (1829)

C.J.H. Jansen

In dit verdiepende artikel van prof. mr. C.J.H. Jansen wordt ingegaan op de geschiedenis van de Wet Algemeene Bepalingen uit 1829. Vooral de artikelen (artt. 3, 11, 12 en 13 Wet AB) die de verhouding tussen wetgever en rechter regelen worden in het bijzonder besproken.

Verdieping | Studentartikel
januari 2008
AA20080022

Over de notaris, onafhankelijkheid, onpartijdigheid en wezensvreemde elementen?

F.W.J.M. Schols

In dit artikel wordt ingegaan op de rol van de notaris in de Nederlandse samenleving waarbij belangrijke literatuur en jurisprudentie hieromtrent aan de orde komt.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 2005
AA20050928

Over de nieuwe zwakheden van de consument en wat eraan te doen

A. Vandenberghe

In dit artikel wordt in gegaan op de het consumentenrecht vanuit economisch perspectief. De voor- en nadelen van de vrije markt alsmede de contractsvrijheid komen aan de orde. Ook komt de 'homo economicus' aan de orde. Vervolgens wordt behandeld of het wenselijk is dat er wordt ingegrepen om consumenten te beschermen.

Verdieping | Studentartikel
juni 2009
AA20090389

Over de methodologie van juridisch onderzoek

Enige beschouwingen naar aanleiding van Asser/Vranken Algemeen Deel ****/2014

A.J. Verheij

Post thumbnail

In zijn derde Algemeen Deel neemt Jan Vranken een groot aantal standpunten in over de eisen waaraan juridisch (privaatrechtelijk) onderzoek dient te voldoen. In deze boekbespreking wordt een aantal daarvan tegen het licht gehouden. Ten slotte volgt een schets van mogelijk verder onderzoek.

Literatuur | Boekbespreking
mei 2015
AA20150413

UCERF 16 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Over de menselijke maat, ook in het familierecht

W.M. Schrama

Zaken uit het familierechtelijke verleden waar de overheid of overheidsinstanties een rol in gespeeld hebben, duiken steeds vaker op en roepen de vraag op wat de overheid nu moet doen voor handelen van toen. Dat zijn, gezien de langdurende trajecten voor de overheid, lastige vragen. Om erkenning, excuses en genoegdoening van het leed te krijgen […]

Over de man die Volkert van der G., de Hofstadgroep en Holleeder aanklaagde

interview met officier van justitie mr. Koos Plooij

B.I. Bethlehem

Spraakmakende strafzaken krijgen veel media-aandacht. Speciaal voor de nieuwe groep rechtenstudenten die wij deze maand als lezer verwelkomen, hebben wij een interview met officier van justitie mr. Koos Plooij gehouden. Wij bezochten hem op het Landelijk Parket te Schiphol om hem de meest uiteenlopende vragen te stellen: van progressieve rockmuziek tot de donkere kant van de de samenleving...

Verdieping | Interview
september 2007
AA20070678

Over de invloed van het Zwitserse zakenrecht op het Ontwerp Meijers en Boek 5 BW

Een eerbetoon aan het honderdjarige Zwitserse Burgerlijk Wetboek

J.E. Jansen

Post thumbnail Op 1 januari 1912 trad hetZivilgesetzbuch für die Schweiz (ZGB) in werking. Als een van de laatste landen op het Europese continent kreeg Zwitserland op die dag een landelijke codificatie die het gehele privaatrecht beslaat. Tot die tijd hadden de soevereine kantons, waaruit Zwitserland nog steeds bestaat, een landelijke codificatie tegengehouden. Als gevolg van allerlei kantonale codificaties was een ‘abscheulicher, grauenerregender Gesetzeswirrwarr’ ontstaan. Zwitserland kende aan het einde van de 19e eeuw ongeveer vijfentwintig codificaties. Het ZGB maakte aan deze toestand een einde. Om het Zwitserse eeuwfeest luister bij te zetten, staat Jelle Jansen in deze bijdrage stil bij Zwitserse invloeden op het zakenrecht in het Ontwerp Meijers en het Nederlandse Burgerlijk Wetboek van 1992.

Opinie | Opiniërend artikel
december 2012
AA20120924

Over de grenzen van het strafrecht

Een beschouwing over de strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen in rechtsvergelijkend perspectief

P. Smith

Post thumbnail

Over de strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen in artikel 46 Sr is naar aanleiding van de laatste wetswijziging en de uitspraak van de Hoge Raad in (met name) de zaak Samir A. het nodige gezegd en geschreven. De insteek van dit ‘debat’ lijkt in de eerste plaats de interpretatie van de huidige tekst van artikel 46 Sr te zijn, waarbij met name de vraag speelt hoe het bestanddeel ‘bestemd tot’ (het begaan van dat misdrijf) moet worden uitgelegd. Peter Smith probeert in dit artikel, mede vanuit rechtsvergelijkend perspectief, een aanzet te geven tot een herbezinning op het leerstuk van de strafbare voorbereiding in het algemeen.

Overig | Rode draad | Over de grenzen van het recht
november 2011
AA20110827