Resultaat 3853–3864 van de 12969 resultaten wordt getoond
A.F.M. Brenninkmeijer
Het recht op toegang tot de rechter vormt een hoeksteen van de democratische rechtsstaat. Hoe heeft het recht op toegang tot de rechter zich in de Nederlandse rechtsorde ontwikkeld? Wat is de plaats van de rechter in onze constitutionele rechtsorde? En wat is de ideale vormgeving van effectieve rechtsbescherming tegen de overheid? Staat de toegang tot de rechter daarbij centraal?
Literatuur | Voortschrijdend inzichtdecember 2019AA20191034
J.K.M. Gevers
Wat is de betekenis van het recht op gezondheidszorg in situaties van tekort, en wie kan de burger aansprakelijk stellen als hulp niet (tijdig genoeg) beschikbaar is? Juridische aanspraken op zorgontstaan eerst en vooral op grond van de wettelijke ziektekostenverzekeringen. Die maken dat de verzekeraar er jegens de verzekerde voor heeft in te staan dat die de noodzakelijke zorg kan krijgen. Recente rechtspraak toont dat de patiënt zijn aanspraak beter tot gelding kan brengen als het(slechts) om financiële tekorten gaat dan wanneer van feitelijke capaciteitstekorten sprake is. Ookde overheid is in dat laatste geval niet gemakkelijk aan te spreken. De toegang tot zorg kan op sommigepunten weliswaar beter gewaarborgd worden, maar tegelijk laat schaarste in de zorg zich niet door een eenvoudige juridische formule bezweren.
Verdieping | Verdiepend artikeljuni 2003AA20030437
P.J. Slot
Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 24 september 2019, C-507/17, ECLI:EU:C:2019:772 (Google LLC t. Commission nationale de l’informatique et des libertés (CNIL)) en Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 24 september 2019, C-136/17, ECLI:EU:C:2019:773 (GC, AF, BH en ED t. Commission nationale de l’informatique et des libertés (CNIL))
Annotaties en wetgeving | Annotatieapril 2020AA20200400
A.P.M. Coomans
Toegang tot voedsel is een fundamenteel mensenrecht, maar de verwezenlijking ervan is voor velen op deze wereld geen vanzelfsprekendheid. Deze bijdrage behandelt de vraag wat de inhoud en betekenis van het recht op voedsel is en beziet hoe dit recht in de praktijk geïmplementeerd en de naleving ervan gecontroleerd kan worden.
Overig | Rode draad | Voedsel & Rechtjanuari 2014AA20140059
P.J. Wattel
Sinds jaar en dag, en de laatste tijd in toenemende mate, is het bijna een gewoonte geworden dat actiegroepen, die zich door een overheidsmaatregel benadeeld voelen, gaan betogen op het Binnenhof. Mr. J.W. Wattel bespreekt de juridische toelaatbaarheid van dergelijke acties, wat het parlement kan doen bij excessen en wat onze volksvertegenwoordigers zelf vinden van de bonte kermis van betogingen.
Opinie | Opiniërend artikeldecember 1990AA19900942
N. Groot, B. Hessel, D. Radder, K. van der Woerdt
Wanneer krijgen decentrale overheden zoals provincies en gemeenten met onderdelen van het EU-recht te maken? En hoe moeten zij daarmee omgaan? Deze praktisch handleiding geeft daarop het antwoord.
9789069168555 - 19-08-2016
F.J.M. Feldbrugge
Het Russische recht heeft zich sterk zelfstandig ontwikkeld en heeft pas in de 19e eeuw de aansluiting bij de continentale rechtsfamilie gemaakt. Tijdens het Sovjet bewind is het recht diepgaand van karakter veranderd. De recente wetgeving van de Russische Federatie heeft zich van de erfenis van het verleden ontdaan waar dit vereist werd door de invoering van een pluralistisch democratisch stelsel (in het bijzonder in het staatsrecht) en van een markteconomie (in het privaatrecht).
Overig | Rode draad | Over de grensoktober 2006AA20060703
G. van Kampen
Ondanks het feit dat ons huidig Burgerlijk Wetboek een gesloten systeem van zakelijke rechten kent, is het niet zo dat alle zakelijke rechten, waarmee wij vandaag de dag te maken kunnen krijgen, besloten zijn in het huidige derde boek - Van Zaken -. Naast de bekende zakelijke rechten als erfpacht, vruchtgebruik, pand en hypotheek, kan men ook het zakelijk recht van beklemming (art. 1654 BW) of het zakelijk recht van art. 5 lid 3 sub b van de Belemmeringswet Privaatrecht tegenkomen. Wat velen niet weten, is dat daarnaast oude zakelijke rechten van vóór de codificatie van het Burgerlijk Wetboek in 1838 bestaan, die onder andere op grond van art. 1 van de Overgangswet 1829 nog steeds van kracht zijn.
december 1982AA19820703
J.A.M.A. Sluysmans
De eendenkooi is een van oorsprong Nederlandse vinding, waarvan de geschiedenis teruggaat tot in elk geval de vroege zestiende eeuw. Het hebben en houden van een eendenkooi is enkel toegestaan aan diegenen die beschikken over een zogenaamd recht van eendenkooi. Jacques Sluysmans legt uit wat dit inhoudt.
Blauwe pagina's | Bijzondere bepalingenjuni 2016AA20160420
I. Goei
Anders dan vaak wordt gedacht zijn het niet alleen ouders, die recht op omgang met hun kinderen hebben. Onder bepaalde omstandigheden kunnen ook anderen een omgangsregeling met het kind krijgen. In dit artikel wordt ingegaan op de vraag, welke mogelijkheden voor grootouders openstaan, als zij een omgangsregeling met hun kleinkind(eren) willen. Hierbij worden de huidige (1988) wetgeving en jurisprudentie besproken en zal een voorstel tot een nieuwe wettelijke regeling met betrekking tot deze kwestie aan de orde komen. Tevens wordt een blik over de grenzen geworpen om te zien, hoe men dit probleem in het buitenland heeft aangepakt.
Bijzonder nummer | Ouderenrechtoktober 1988AA19880678
M.V. Polak, R. Zeldenrust
Dit artikel geeft een overzicht van de stand van zaken op het gebied van het plakken. Bekeken zal worden hoe het recht van plakken door de art. 7 GW, 10 ECRM en 19 Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten wordt beschermd. Ondanks die bescherming blijken de centrale en de lagere wetgever, en met name de gemeenten, forse beperkingen op dit recht te kunnen aanbrengen. Aan het slot van het artikel worden enkele alternatieven ontwikkeld om het recht van plakken werkelijk inhoud te geven.
januari 1983AA19830035
B. Oosting
Na alle commotie rond de opvoering van Fassbinders vermeende antisemitische toneelstuk 'Het vuil, de stad en de dood' zijn de extremistische 'anti-democratische' groeperingen weer in het middelpunt van de belangstelling komen te staan.Hierdoor kwam de vraag naar de mogelijkheden tot juridische bestrijding van dergelijke organisaties prominent in beeld. Het meest geëigende instrument dat het Nederlandse recht kent is de beperking van het in de Grondwet neergelegde recht van vereniging door de artikelen 15 en 16 boek 2 BW. Door middel van deze artikelen kunnen organisaties verboden worden verklaard en/of worden ontbonden. In dit artikel volgt een beschouwing over de vraag of een democratie zich mag verweren tegen 'anti-democratische' organisaties en, zo ja, hoe ver men hierin mag gaan.Hierbij zal tevens het wetsontwerp verboden rechtspersonen, waarvan de parlementaire behandeling (1988) inmiddels is gevorderd tot en met het voorlopig verslag Eerste Kamer, aan de orde komen.
Verdieping | Studentartikeljuni 1988AA19880359