Shop

Juridisch onderwijs aan rechtenfaculteit en HEAO

J.A.L. van den Bijtel, H.B.F. Prins

Een samenwerkingsproject tussen de Vrije Universiteit en het Chr. HEAO te Zwolle. In een tweetal artikelen werd in Ars Aequi reeds aandacht besteed aan het samenwerkingsproject tussen de rechtenfaculteit van de Vrije Universiteit en het Chr. HEAO te Zwolle. Dit project, waarin onderzoek is gedaan naar de samenhang tussen het juridisch onderwijs zoals dat wordt gegeven aan de universiteit en de Economisch-Juridische richting (EJ-richting) van het HEAO, ging 1 augustus 1980 van start en is augustus 1982 afgesloten met het uitbrengen van een eindrapport. In dit artikel wordt stilgestaan bij de achtergronden van het project en daarna de hoofdlijnen van het onderzoek en de belangrijkste uitkomsten en aanbevelingen beschrijven.

Onderwijs
december 1982
AA19820719

Duurzame energie in een land van wind en water

H.J. de Kluiver

Witte stukken
december 1982
AA19820722

Nieuwe Grondwet

A. Kors

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
december 1982
AA19820726

Tiel-Utrecht/Wieringa

W.C.L. van der Grinten

HR 7 mei 1982, RvdW 98 (mrs. Ras, Drion, Snijders, Martens, Van den Blink).

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1982
AA19820733

Vuurwerk in Rotterdam

W. Duk

Afdeling Rechtspraak van de Raad van State (mrs. Mulder, Van den Bergh en Van Zeben), zaak no. A-3-2047 (1980). E.M. de Knoop (appellant) tegen de raad van de gemeente Rotterdam (verweerder). Uitspraak van 2 oktober 1981, AB 1982, nr. 331, m. nt.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1982
AA19820736

AM & S-arrest

H.G. Schermers

Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, zaak 155/79 Prejudiciële beslissing van 18 mei 1982.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1982
AA19820740

Beantwoording rechtsvraag (139) belastingrecht

Ch.J. Langereis

De inbreng van een winstbewijs in een ondernemingsvermogen.

Perspectief | Rechtsvraag
december 1982
AA19820746

Oneigenlijk gebruik van de bijzondere voorwaarden in het strafrecht

J. van Zeijst

Beginselen vormen in het strafrecht een groot goed, maar zij hebben levens de lastige eigenschap niet geheel en al aan te sluiten bij de praktische behoeften van een doelmatige strafrechtspleging. Zo ook het legaliteitsbeginsel. In dit artikel wordt aangegeven hoe het legaliteitsbeginsel fricties kan opleveren als de rechter het bestaande wettelijke arsenaal van straffen en maatregelen ontoereikend acht. Hij zoekt naar wegen om aan de greep van het legaliteitsbeginsel te ontkomen en een voor de hand liggende mogelijkheid is dan het opleggen van een bijzondere voorwaarde. Uit de wetsgeschiedenis blijkt echter dat de wetgever aan de bijzondere voorwaarde een andere functie heeft toegedacht dan die van verkapte straf of verkapte maatregel. Een zodanig gebruik is dus in strijd met de bedoelingen van de wetgever en staat tevens op gespannen voet met het  legaliteitsbeginsel. Daarom mag met recht van een oneigenlijk gebruik worden gesproken. Enige voorbeelden hiervan komen aan de orde en tevens zal de vraag worden opgeworpen: heeft de bijzondere voorwaarde nog toekomst?

november 1982
AA19820621

Pensioenverevening bij echtscheiding: de hardheidsclausule in de Duitse rechtspraak en verplaatsing naar Nederlands recht

P. Schaminée

Pensioenverevening, het bij echtscheiding verdelen van opgebouwde pensioenrechten tussen man en vrouw, staat sedert het recente arrest van de Hoge Raad van 27 november 1981, RvdW 1981, 157, verhoogd in de belangstelling. Waar echter wettelijke regeling noch rechtspraak voorhanden zijn, mist de jurist elk houvast. Het is dan zinvol om 'over de grenzen te kijken'. Als enige kent het Duitse recht een wettelijke regeling met  betrekking tot pensioenverevening, de zogenaamde ‘Versorgungsausgleich’. Een vergelijking van dit sedert 1977 bestaande systeem met het arrest van de Hoge Raad leek daarom niet van belang ontbloot. Waar pensioenverevening algemene regel is, wordt de hardheidsclausule -- de bepaling dat een algemene regel uitzondering zal leiden indien dit tot aperte ‘hardheid’, onbillijkheid, zal voeren - van eminent belang. In het onderstaande wordt daarom eerst een uiteenzetting van de achtergronden en beginselen van de pensioenverevening gegeven, waarna gevallen aan de orde komen waarin naar het oordeel van de Duitse rechter de hardheidsclausule toepassing diende te vinden. Elke casuspositie is vervolgens hypothetisch naar Nederlands recht verplaatst.

november 1982
AA19820628

RITEP, Sociale rechtshulp op de BvR’s: de proef op de som

A: ‘Je moet hier wel lang wachten, hè?’ B: ‘Maar het is toch gratis?’ X: ‘Weet u wat het verschil is tussen een wetswinkel en een Buro voor Rechtshulp?’ Y: ‘Dat loopt parallel, het is ongeveer hetzelfde.’ Z: ‘Dat is niet waar, het Buro geeft je zo een advocaat, als je die nodig hebt.’ Gesprekken in de wachtkamer van een BvR

november 1982
AA19820636

Leyden-Amsterdam-Columbia Summer Program in American Law

M.V. Polak

Onderwijs
november 1982
AA19820644

Een jaar studeren aan New York University

W.F. Korthals Altes

Amerika mag dan niet meer zo een droombeeld oproepen als, pakweg, 30 jaar geleden, menige Nederlander zou er maar wat graag een tijdje doorbrengen, en dat geldt in minstens even grote mate voor de jurist. Eén manier om dit verlangen te bevredigen is het studeren aan een Amerikaanse universiteit. Veel van deze onderwijsinstellingen bieden aan niet-Amerikanen de gelegenheid om in een of andere vorm kennis te verwerven van het recht van de Verenigde Staten. In dit artikel zal voornamelijk aandacht worden besteed aan de zogenaamde MCJ-opleiding van New York University (NYU) te New York.

Onderwijs
november 1982
AA19820646