N. Scheps
In dit artikel wordt nader ingegaan op de positie van de reclame - en dan met name de handelsreclame, ook wel commerciële reclame genoemd - in ons huidige omroepbestel. Het gaat hierbij vooral om de wijze waarop de handelsreclame thans geregeld is ingevolge de Omroepwet (OW). Het betreft hier dan de STER reclame (art. 50 lid 1 OW), de sluikreclame (art. 11 OW) en de zogenaamde reclameverboden (art. 50 lid 2 en 3 OW). Tevens zal aandacht worden geschonken aan de verhouding tussen reclame enerzijds en de vrijheid van meningsuiting, zoals deze is geformuleerd in het huidige artikel art. 7 GW en het nieuwe art. 7 Ontwerp-GW (in het vervolg aangeduid als art. l, 7 GW), alsmede in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens anderzijds, terwijl eveneens aan de orde zal komen hoe de rechtspraak een en ander nader uitgewerkt heeft.
januari 1983
AA19830129