Shop

Autoritarisme en rechtsgevoel

I. Politoff

De wetgever zelf mag bepalen in welke vorm hij de wet zal inkleden. Er zijn allerlei vormen denkbaar. Een verschijning in het officiële staatsblad is er hiervan slechts een (op deze wijze plegen rechtstaten hun wetten te publiceren...). Het enige wat essentieel is, is dat degene tot wie de wet zich richt in kennis gesteld wordt van de wettelijke regeling. Als slechts een 'beperkte kring betrokken is', is het niet nodig de inhoud van de wet voor een ieder bekend te maken.

februari 1986
AA19860104

Beantwoording rechtsvraag (160) wegvervoerrecht

K.F. Haak

Perspectief | Rechtsvraag
februari 1986
AA19860153

Beantwoording rechtsvraag (N)BW (15), verbintenissenrecht

P. Clausing

Perspectief | Rechtsvraag
februari 1986
AA19860156

Beantwoording rechtsvraag volkenrecht (159)

K.C. Wellens

Perspectief | Rechtsvraag
februari 1986
AA19860150

De computer wikt, de mens beschikt

Het geautomatiseerd nemen van beschikkingen en de eisen van de rechtsstaat

L. van de Voort, I. van Wijk

De laatste jaren is er sprake van een toenemende automatisering in het bestuurlijke apparaat. Het gaat hierbij niet alleen om administratieve toepassingen, maar ook om toepassingen op het inhoudelijke vlak. In onderstaand artikel belichten de auteurs de problematiek die zich voordoet bij de automatisering op het inhoudelijke vlak, met name bij het nemen van beschikkingen. Vooral de eisen van de rechtsstaat zullen aan de orde komen.

februari 1986
AA19860079

De rol van de overheidsrechter in arbitragezaken

M. Kramer

In het kader van de discussie over het wetsontwerp Nieuwe Arbitragewet is het interessant een beschouwing te geven over de hoger beroepsregeling en de bevoegdheidskwestie van de overheidsrechter in arbitragezaken. Naast de huidige en de toekomstige Nederlandse regeling wordt de aandacht gevestigd op het Engelse arbitragesysteem omdat vooral in laatstgenoemd systeem zowel de principiële als de praktische kanten van de invloed van de overheidsrechter duidelijk ter sprake komen. Opgemerkt dient te worden dat de wetgever bij het opstellen van het genoemde ontwerp zich niet heeft laten inspireren door het Engelse recht. In dit artikel zal de dagelijkse arbitragezaak en haar behoeften centraal staan.

februari 1986
AA19860094

Enige ontwikkelingen omtrent het reclame- en ondertitelingsverbod

E. Jans

Omdat in het in september jongstleden aan de kamer aangeboden Mediavoorstel het gehele stelsel van pers, kabel en omroep samen is gebracht, is het ondoenlijk om zelfs alleen maar de grote lijnen te bespreken. De auteur heeft derhalve gekozen voor een ogenschijnlijk klein onderdeel: het reclame-en ondertitelingsverbod. Nadat een soortgelijk verbod afwisselend in verschillende regelingen een plaatsje had gevonden, heeft de regering het nu opgenomen in het voorstel. De discussie is, met name op Europees niveau, echter pas begonnen. Dit artikel beoogt een korte weergave te geven omtrent hetgeen aan het voorstel voorafging en het nu voorliggende resultaat. Daarnaast wordt aangegeven op welke wijze het EEG-Verdrag in de discussie is betrokken. Een mogelijke oplossing zal waarschijnlijk van de zijde van het Hof-EEG moeten komen.

februari 1986
AA19860109

Het verschoningsrecht van de accountant in het burgerlijk proces

E. de Groot

Artikel 1946 lid 1 BW legt in beginsel een plicht om te getuigen op aan 'alle personen, bekwaam om te getuigen'. In artikel 1946 lid 2 sub 3 BW is aan 'degenen die, uit hoofde van hun stand, beroep of wettige betrekking tot geheimhouding verplicht zijn', het recht toegekend om zich van het afleggen van getuigenis te verschonen. Lange tijd is omstreden gebleven of de accountant een beroep op dit verschoningsrecht kon doen, doch de Hoge Raad heeft hierover in zijn arrest van 14 juli 1985, RvdW'85, 125 duidelijkheid gebracht. De wenselijkheid om de accountant een beroep op het verschoningsrecht toe te kennen en de gevolgen van dit arrest zullen in dit artikel besproken worden.

februari 1986
AA19860086

Kasteel ‘Middachten’

D.J.P.M. Vermunt

Hoge Raad 7 mei 1985 (strafkamer) - nr. 78.093 E (Kasteel Middachten)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1986
AA19860142

KRO – arrest

H. Cohen Jehoram

Hoge Raad 1 juli 1985, nr. 12 469, ECLI:NL:HR:1985:AB7672, RvdW 1985, 150 (Frenkel/KRO) De overeenkomst tussen zendgemachtigde en filmmaker is niet uitgewerkt wanneer de in opdracht vervaardigde film is afgeleverd en het honorarium betaald. De vrijheid die de zendgemachtigde zich heeft voorbehouden om te beslissen of uitzending al dan niet plaats zal vinden gaat niet zo ver dat hij bij deze beslissing de gerechtvaardigde belangen en morele rechten van de auteur mag negeren.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1986
AA19860125

Reactie: Over ‘indirecte’ euthanasie

H.A.H. Baronesse van Till D'Aulnis de Bourouill

In 'Euthanasie-arrest' (Prof. Mr. C. Kelk, AA 1985, 6, AA19850330) staat ten aanzien van de toelaatbaarheid van de zogenaamde indirecte euthanasie een constatering waarop enige aanvulling gewenst is. Het gaat mij om de laatste volzin van dit citaat. Pijnstilling is inderdaad een normaal beroepsgedrag van artsen, maar zij zijn mijns inziens niet geheel vrij in de middelen of methoden die zij daarvoor gebruiken. Een arts mag zonder noodzaak en zonder medeweten en toestemming van zijn patiënt niet dieper in diens leven of lichamelijke integriteit ingrijpen dan noodzakelijk is.

februari 1986
AA19860148

Rechtsvraag (162) Auteursrecht

J.H. Spoor

Perspectief | Rechtsvraag
februari 1986
AA19860160