T. Corthaut, K. Lennaerts
In deze bijdrage gaan we verder en wordt de rechtsvinding door het Hof van Justitie onder de loep genomen. Daarbij zullen zijdelings thema’s aan bod komen die eerdere bijdragen in deze reeks al voor het Nederlandse recht onder de aandacht hebben gebracht. Onze focus is echter vooral op drie, weliswaar verwante, aspecten die de rechtsvinding door het Hof van Justitie net iets anders maken. Ten eerste hebben we aandacht voor de unieke positie van het Hof dat als hoogste Europese rechtscollege niettemin in permanente dialoog staat met het Gerecht van eerste aanleg en, vooral, met de rechtscolleges van hoog tot laag van de vijfentwintig lidstaten. De bijzondere taakverdeling tussen het Hof en de nationale rechtscolleges en de invloed die zij heeft op de rechtsvorming staan daarbij centraal. Ten tweede hebben we aandacht voor de rechtsvergelijking, als een belangrijk instrument om tot rechtsvinding te komen die voor alle lidstaten aanvaardbaar is. Ten slotte worden beide sporen samen gebracht met een korte bespreking van het concept federal common law.
Overig | Rode draad | Raad en daad | Verdieping | Verdiepend artikel
september 2006
AA20060581