Strafrecht
Resultaat 73–84 van de 452 resultaten wordt getoond
De tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen herzien
C. Vernooij
Op 1 januari 2020 is de nieuwe regelgeving inzake de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen in werking getreden. In deze bijdrage beschrijft Coen Vernooij enkele hoofdlijnen van de nieuwe regelgeving inzake de tenuitvoerlegging. Daarbij gaat hij eerst kort in op de aanleiding en de opzet van de nieuwe regelgeving, vervolgens bespreekt hij de belangrijkste inhoudelijke aspecten besproken en tot slot gaat hij in op enkele recente ontwikkelingen die zich sinds de inwerkingtreding hebben voorgedaan in de rechtspraktijk.
Advertorial
Pak de regie. Word Officier van Justitie.
Van winkeldiefstal tot moord. Van belastingontduiking tot terrorisme. Als Officier van Justitie heb je de regie over de opsporing en vervolging van strafbare feiten. Je bent vanaf de eerste melding bij de zaak betrokken en heb je de regie over het opsporingsonderzoek, de dossiervorming, de afdoeningsbeslissing, het contact met de slachtoffers tot aan de inhoudelijke behandeling op zitting. Samen met onze ketenpartners bepaal je de strategie en neem je beslissingen die ertoe doen in het leven van anderen. Daarbij navigeer je op je gevoel voor rechtvaardigheid en je morele kompas. We vroegen enkele officieren wat voor dilemma’s je in je dagelijkse werk zoal tegenkomt, welke afwegingen je maakt en welke koers je daarmee uitzet. Wat doe je als je een ambtsmelding van het AIVD krijgt over een op handen zijnde terreuraanslag? Wat als een verdachte van bedreiging met vuurwapen plotseling spijt krijgt? En hoe ga je om met een groepje jongeren dat in gevecht raakt met twee, kennelijk homoseksuele, mannen en een daarvan ernstig mishandelt? Lees de verhalen en bepaal of jij een van onze nieuwe officieren wilt worden. We nodigen je van harte uit om te solliciteren! Naar de verhalen: Niet afwachten maar ingrijpen Niet zitten maar zwoegen Geen spreekrecht maar mediation
Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 2020
AA20200406
Resultaat 73–84 van de 452 resultaten wordt getoond





Bestuursrechtelijke beschikkingen kunnen van bepalende invloed zijn voor strafrechtelijke aansprakelijkheid, bijvoorbeeld wanneer overtreding van die beschikking strafbaar is gesteld. De vraag rijst of de strafrechter de rechtmatigheid van de beschikking in de strafprocedure mag beoordelen, ook als de bestuursrechter zich al over die rechtmatigheid heeft uitgelaten. Heeft het besluit dan formele rechtskracht? Of is het dan aan de strafrechter om aanvullende rechtsbescherming te bieden?
Van wie is vuilnis dat iemand aan de straat zet, in een afvalbak gooit of naar de gemeentelijke milieustraat brengt? Is er sprake van prijsgeving of van overdracht? Dat is niet alleen in het privaatrecht van belang, maar ook in het strafrecht: het is immers onmogelijk een zaak die van niemand is te stelen en het wegmaken van een zaak zonder eigenaar is evenmin strafbaar. Welke gezichtspunten gelden in strafrechtelijke uitspraken waarin van belang is of een zaak zonder eigenaar is of niet en of iemand daar al dan niet van uit mag gaan, en wat leren deze uitspraken voor het privaatrecht? Aanleiding voor deze bijdrage vormt een recent arrest van de Hoge Raad waarin de motivering dat sprake was van prijsgeving te wensen overlaat.
Wat moeten we verstaan onder de veilige stad? Vanuit juridische, criminologische, historische en culturele visies, geven de auteurs antwoorden op brandende vragen van vandaag.
Het machtsevenwicht van de trias politica is geen statisch gegeven. De machten verschuiven ten opzichte van elkaar. Lange tijd is de rechter gezien als de zwakste van deze staatsmachten, maar door de toegenomen mondigheid van de burger worden meer vragen aan de rechter voorgelegd. De rechter moet daarop responderen. In die respons speelt ook de toetsing aan het internationale recht een grote rol. Deze veranderende positie van de rechter kan nu niet meer als de ‘zwakste’ van de drie staatsmachten beschouwd worden. Dat schuurt wel eens.
Dit artikel evalueert de vervolging en berechting van IS-vrouwen in Nederland. Op basis van een rechtsvergelijkende analyse wordt gereflecteerd op de interpretatie en toepassing van artikel 140a Sr inzake deelneming aan een terroristische organisatie en artikel 96 lid 2 Sr inzake voorbereiding van terroristische misdrijven in zaken tegen Nederlandse IS-vrouwen. Gezien het feit dat IS-vrouwen in het buitenland ook zijn veroordeeld voor internationale misdrijven wordt tevens de vraag gesteld of Nederlandse IS-vrouwen ook voor dergelijke misdrijven kunnen worden vervolgd.