Resultaat 409–420 van de 425 resultaten wordt getoond
M.J. Dubelaar
In het oktobernummer van Ars Aequi verscheen een rechtsvraag over de (mogelijke) voorbereiding van een liquidatie. In dit artikel geeft Marieke Dubelaar antwoord op die rechtsvraag, en onthult wie de winnaar van de hoofdprijs van € 200 is.
Perspectief | Rechtsvraagmei 2022AA20220424
E. Sikkema
Een overzicht van de actuele stand van zaken rond de strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen.
9789069166766 - 24-01-2012
J.A.A.C. Claessen
Naar aanleiding van de puppytraining die hij met zijn pup Noortje volgt, reflecteert de auteur aan de hand van de vergeldings- en preventietheorieën op de vraag waarom wij straffen. Wij zouden volgens de auteur nog heel wat kunnen leren van de regels over hoe te reageren op ongewenst puppygedrag.
Opinie | Amusejanuari 2022AA20220006
S.S. Arendse
Op 1 april 2013 treedt de Wet van 15 november 2012 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de aanpassing van de regeling van de vervolgingsverjaring (Stb. 2012, 572) in werking. Deze Wet aanpassing verjaringsregeling 2012 heft de verjaringstermijnen op voor ernstige misdrijven, waaronder ernstige zedenmisdrijven gepleegd tegen kinderen. In dit artikel zal eerst kort de tot 1 april 2013 geldende verjaringsregeling worden beschreven. Vervolgens wordt een korte schets gegeven van de voorgeschiedenis van de nieuwe wet. Daarna volgt een beschrijving van de wijzigingen die per 1 april 2013 in werking zijn getreden. Er zal, tot slot, afzonderlijk worden ingegaan op het overgangsrecht.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingmaart 2013AA20130230
Beantwoord deze strafrechtelijke rechtsvraag van Marieke Dubelaar vóór 1 december 2021 en maak kans op € 200! Alle serieuze inzenders mogen een boek van Ars Aequi Libri uitkiezen.
Perspectief | Rechtsvraagoktober 2021AA20210951
M.S. Groenhuijsen
In deze bijdrage wordt een terugblik gegeven op het proefschrift dat de auteur 34 jaar geleden heeft verdedigd over schadevergoeding voor slachtoffers van delicten binnen het strafrecht. Hoewel het destijds een goede dissertatie was die veel invloed heeft gehad op de wetgeving en rechtspraktijk op dit terrein, is de auteur in de navolgende decennia op belangrijke punten van mening veranderd. Zo is de strikt juridische benadering van destijds tegenwoordig ingeruild voor een meer multidisciplinaire behandeling van het onderwerp die wordt gevoed door de tak van wetenschap die we als ‘victimologie’ aanduiden. Voorts wordt schadevergoeding tegenwoordig veel meer dan destijds geplaatst in het bredere kader van een correcte bejegening en van participatie in het strafgeding door de getroffene van een misdrijf.
Literatuur | Voortschrijdend inzichtnovember 2019AA20190908
D.R. Doorenbos
Op alle rechtsgebieden wordt de rechtspersoon erkend als rechtssubject. Het begrip rechtspersoon heeft echter niet overal dezelfde inhoud. Vooral in het strafrecht bestaat de neiging aan het begrip rechtspersoon een autonome betekenis toe te kennen. De wetgever heeft die neiging bevorderd, door in artikel 51 Sr een verruimende bepaling met een open einde op te nemen. Dat kan leiden tot disharmonieën tussen de rechtsgebieden.
Rode draad | Snijvlakken & Kruisbestuivingenseptember 2023AA20230676
A. Karapetian, R.E. de Vries
In de eerste aflevering van de Blauwe Pagina’s ‘Liever kwijt dan rijk’ roepen Arpi Karapetian & Robin de Vries de wetgever, auteurs en rechtspraktijk op om voortaan niet meer te spreken van faillissementsfraude, maar van insolventiefraude.
Blauwe pagina's | Liever kwijt dan rijkjanuari 2023AA20230004
T. Kooijmans
Hoge Raad 12 februari 2013, nr. 11/04157 J, ECLI:NL:HR:2013:BZ1956
Annotaties en wetgeving | Annotatiemaart 2014AA20140208
De Hoge Raad betracht van oudsher de nodige terughoudendheid bij het toetsen van de bewijsbeslissing, nu het antwoord op de bewijsvraag in de kern een feitelijke aangelegenheid betreft waarin de Hoge Raad als cassatierechter niet te veel wil treden. Wat betreft de invulling van het bewijsrecht (die paar regels die het juridisch kader vormen waarbinnen de bewijsbeslissing moet worden genomen), heeft de Hoge Raad zich altijd tamelijk formalistisch én coulant opgesteld, hetgeen erin heeft geresulteerd dat de wettelijke bewijsregeling is uitgehold en zich geen echte juridische bewijstheorie heeft ontwikkeld. In dit artikel wordt nader ingegaan op de rol van het recht bij de bewijsbeslissing en de opstelling van de Hoge Raad ter zake de normering van die beslissing. Betoogd wordt dat de Hoge Raad wel degelijk meer zou kunnen betekenen, maar dat vanzelfsprekend niet alle openliggende vragen op dit terrein in de cassatierechtspraak kunnen worden opgelost.
Rode draad | Rechtsvorming door de Hoge Raadjuni 2015AA20150528
Een gevangenisstraf duurt in Nederland minimaal één dag en maximaal een leven lang. Deze beide uiteinden van de detentieduur zou Jacques Claessen graag veranderd zien, zo legt hij uit in deze bijdrage op de Blauwe Pagina’s ‘Liever kwijt dan rijk’.
Blauwe pagina's | Liever kwijt dan rijkmei 2023AA20230316
J.T.J Struyker Boudier
Op 1 april 2012 is een aantal belangrijke wijzigingen van met name de regeling van voorwaardelijke veroordeling en daarnaast ook de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling in het Wetboek van Strafrecht in werking getreden. Mr.drs. Struyker Boudier belicht in deze bijdrage deze wijzingingen.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingjuni 2012AA20120474