Strafrecht
Resultaat 361–372 van de 452 resultaten wordt getoond
Rechterlijke (non)controle op ‘eyewitness (mis)identification’
G.G.J. Knoops
Supreme Court of the United States 11 januari 2012, nr. 2009-0590, No. 10-8974 (Perry v. New Hampshire) Zie de oorspronkelijke uitspraak: https://www.supremecourt.gov/Search.aspx?FileName=/docketfiles/10-8974.htm
Annotaties en wetgeving | Annotatie
juni 2012
AA20120461
Resultaat 361–372 van de 452 resultaten wordt getoond





In het boek Valse Zeden, dat oorspronkelijk verscheen in 1997, doet advocaat Chris Veraart op indringende wijze verslag van de weerloosheid die volgens hem vaak het deel is van iemand die valselijk wordt beschuldigd van een zedenmisdrijf. In zijn nawoord bij de onlangs verschenen vierde druk van Valse Zeden stelt Veraart dat zijn kritiek actueler is dan ooit. Zo signaleert hij een nieuw strafrechtelijk discours van louter ‘crime control’, waarbij slachtofferschap haast tot een cultus wordt verheven. Geprikkeld door Veraarts harde kritiek ondervroeg de redactie van Ars Aequi hem over de sociale advocatuur, juridisering, de dubbelzinnigheid van de seksuele moraal en de koers van het huidige strafrecht.
Gerechten verstrekken informatie aan de pers over aankomende strafzaken, zodat journalisten zich hierop kunnen voorbereiden. Deze informatieverstrekking geschiedt soms ruimhartig, door het verstrekken van niet-geanonimiseerde afschriften van dagvaardingen, en soms summier. Bij dergelijke informatieverstrekking dienen gerechten zich echter rekenschap te geven van het spanningsveld tussen effectieve openbaarheid van rechtspleging enerzijds en bescherming van de (privacy)rechten van hen die in een strafzaak worden betrokken anderzijds. In deze bijdrage wordt de huidige praktijk in dat licht bezien. Besloten wordt met enkele aanbevelingen voor verbetering.
De kroongetuige is niet meer weg te denken uit het Nederlandse strafproces. Het instrument kan echter problemen veroorzaken voor de betrouwbaarheid en integriteit van de opsporing. In dit artikel wordt verkend of toetsing van de getuigenbeschermingsovereenkomst door de rechter-commissaris in het geval van een kroongetuigendeal kan leiden tot een betere waarborging van de betrouwbaarheid en integriteit van de opsporing.