Strafrecht en criminologie

Resultaat 325–336 van de 1212 resultaten wordt getoond

Europese regels en het strafprocesrecht

Y. Buruma

Behoudens de invloed van (de rechtspraak van het Europese Hof van de Rechten van de Mens over) het EVRM, lijken er de volgende factoren te bestaan die een disharmoniërende invloed kunnen hebben op het strafprocesrecht zoals vervat in het Wetboek van Strafvordering: de eerste pijler, Schengen, de der¬de pijler en Europol. Deze factoren en hun potentiële invloed worden in onderstaand artikel tegen het licht gehouden.

Bijzonder nummer | Rechtsharmonie - Wetsharmonie
mei 1996
AA19960386

Europol(itiek) en functionele immuniteit

Over de door functionele noodzakelijkheid beperkte jurisdictionale immuniteit van Europol

E.M. Witjens

Aan de hand van een fictieve casus wordt besproken hoe EU orgaan wat functionele immuniteit bezit toch door de staat waar ze aanwezig is strafrechtelijk kan worden aangepakt.

Verdieping | Studentartikel
april 2005
AA20050197

Euthanasie

A. Kors

In dit artikel wordt ingegaan op twee wijzigingen van de Wet op de lijkbezorging en een daarmee samenhangend besluit. Op deze manier is er volgens de auteur op legislatief gebied een einde gekomen aan de Euthanasie-discussie.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
september 1994
AA19940594

Euthanasie bij kinderen onder de 12 jaar toestaan?

A.C. Hendriks

Post thumbnail Diverse personen wensen hun leven met behulp van een medisch deskundige eerder te (laten) beëindigen. In Nederland kan dat onder bepaalde voorwaarden. De Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl) biedt artsen duidelijkheid over wat hen in dergelijke situaties is toegestaan. Artsen hoeven bij naleving van de wettelijke zorgvuldigheidseisen niet te vrezen voor strafrechtelijke vervolging dankzij een bijzondere strafuitsluitingsgrond in het Wetboek van Strafrecht. Deze strafuitsluiting geldt volgens de wet alleen voor levensbeëindiging van personen van 12 jaar en ouder. Buiten de wet om bestaat er in uitzonderlijke situaties de mogelijkheid het leven van een pasgeborene (tot 1 jaar) te beëindigen. Is het inmiddels tijd om het leven van kinderen tussen de 1 en 12 jaar in voorkomende gevallen ook te kunnen beëindigen zonder dat de arts strafrechtelijk wordt vervolgd? Een analyse en een voorstel voor een antwoord op deze vraag.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2024
AA20240211

Evoluties in het internationaal strafrecht

G.A.M. Strijards

De auteur geeft een overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van het internationale strafrecht. Er wordt gekeken naar de uitbreiding van de rechtshulp die de staten aan elkaar verlenen en de afstand van nationale soevereiniteit ten behoeve van interstatelijke soldidariteit. De auteur gaat ook apart in op projecten die lopen op het gebied van het internationaal strafrecht.

Overig | Rode draad | Materieel strafrecht in beweging
april 1994
AA19940207

Expert evidence in het strafproces

S. van Gessel

Deskundigenverklaringen kunnen van doorslaggevende invloed zijn op de uitkomst van een strafproces. Er wordt veel waarde gehecht aan de mening van een deskundige, maar fouten zijn snel gemaakt. Fouten zullen in de praktijk soms nauwelijks te voorkomen zijn, ze zullen in strafproces echter achterhaald moeten worden. In het Engelse strafproces heerst een beter klimaat om kritisch te zijn.

Bijzonder nummer | Anglo-Amerikaans recht
mei 1998
AA19980502

Fataal politiegeweld en het recht van nabestaanden

Y. Buruma

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 4 mei 2001, Application no. 24746/94, ECLI:CE:ECHR:2001:0504JUD002474694 (Hugh Jordan v. The United Kingdom). In de noot van prof. Y. Buruma bij dit arrest wordt ingegaan op art. 2 EVRM waarbij het recht op leven centraal staat. In het arrest en de noot wordt besproken in hoeverre de staat een onderzoeksplicht heeft bij een fataal slachtoffer veroorzaakt door geweld van staatswege.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2001
AA20010665

Fiscale fraudebestrijding: grenzen aan sturing

R. Westra

In de dissertatie wordt verslag gedaan van onderzoek naar de strafrechtelijke aanpak van fiscale fraude. Daarbij stond de samenwerking tussen de Belastingdienst, de FIOD-ECD, Rechtspraak centraal. Met deze studie wordt beoogd het functioneren van het openbaar bestuur beter te begrijpen. Er is gekozen voor een multi-disciplinaire benadering, daar een sec juridische of economische benadering slechts een gefragmenteerd en eenzijdig inzicht in de werkelijkheid zou opleveren (assumptie).

Literatuur | Proefschriftbijdrage
oktober 2006
AA20060755

Fiscale handhaving, duaal of integraal?

C. Hofman

Post thumbnail In de fiscaliteit wordt gewerkt met een duaal handhavingssysteem: in geval van fiscale fraude kan bestuurs- óf strafrechtelijk worden opgetreden. Het una-via-systeem moet voorkomen dat bestraffende procedures cumuleren. Ons fiscale duale systeem leidt in de praktijk echter tot problemen, juist op het gebied van meervoudige aansprakelijkstelling voor eenzelfde feit. Zou een integraal handhavingssysteem niet beter werken?

Rode draad | Snijvlakken & Kruisbestuivingen
maart 2023
AA20230214

Focus op de integriteit van het Openbaar Ministerie

M. de Meijer

Post thumbnail ‘Integriteit’ is een begrip dat tegenwoordig in de volle breedte van publieke organisaties in de aandacht staat. In deze bijdrage wordt het begrip ‘integriteit’ van het Openbaar Ministerie als publieke organisatie met een bijzondere institutionele positie binnen onze rechtsstaat en een bijzondere taak, nader omlijnd en ingekleurd, onder meer aan de hand van het recentelijk uitgevoerde onderzoek van de Onderzoekscommissie Openbaar Ministerie onder voorzitterschap van prof.mr. J.W. Fokkens.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2019
AA20190946

FORTUYN, de LPF en het VRIJE WOORD

E.J. Dommering

Na de dood van Fortuyn zijn een aantal personen in de media op grond van artikel 137d Sr aangeklaagd voor hun uitlatingen, gedaan tijdens de roerige politieke verkiezingstijd van dit jaar. Buiten de vraag of Fortuyn ondubbelzinnig achter deze strafrechtelijke vervolgingen zou hebben gestaan, is het twijfelachtig of de uitlatingen van de pers ook onder de werking van artikel 137 d Sr vallen. Ook zijn de uitlatingen van de pers en politici in het licht van artikel 10 EVRM niet onrechtmatig. Wat overblijft van de aanklacht is een klimaat van onderling wantrouwen tussen politiek en pers als gevolg van het chilling effect van de strafrechtelijke bedreigingen.

Opinie | Opiniërend artikel
september 2002
AA20020615

Fred Teeven

M. Neekilappillai, M. Samadi

Post thumbnail Ars Aequi sprak met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven. Hij vervult die functie sinds 2010. Daarvoor was hij lid van de Tweede Kamer, eerst namens Leefbaar Nederland en later namens de VVD. Ook is hij jarenlang werkzaam geweest als officier van justitie en medewerker van de FIOD. Wij stelden hem vragen over zijn studie, carrière, en een bijzondere juridische ervaring.

Blauwe pagina's | Bijzondere juridische ervaringen
maart 2014
AA20140168

Resultaat 325–336 van de 1212 resultaten wordt getoond