Strafrecht en criminologie

Detentie met een menselijk gezicht

O. van der Linden, T.B. Trotman

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op de rond 1990 levende problemen met de detentie van gevangenen. Zo wordt het cellentekort besproken, maar ook de differentiatie in verschillende gevangenissen en huizen van bewaring. De auteurs pleiten voor meer differentiatie en gaan daarbij in op het feit dat huizen van bewaring niet voor langdurige opsluiting bedoeld zijn.

Opinie | Redactioneel
september 1990
AA19900494

Die pet past ons allemaal

L.D. Ruigrok

Post thumbnail

In dit artikel wordt ingegaan op een vorm van privatisering van de politie-inzet. Het gaat om het medeverantwoordelijk maken van evenementorganisatoren voor de veiligheid op voor publiek toegankelijke plaatsen en het inzetten van beveiligingsmedewerkers in plaats van politiepersoneel. Aan bod komt de discussie over de kosten van de politie-inzet bij evenementen en het in 2012 ingetrokken wetsvoorstel ‘Wet politiekosten evenementen’.

Bijzonder nummer | Privatisering van het strafrecht | Overig
juli 2013
AA20130574

Dienstverlening in het Wetboek van Strafrecht

F.D. van Asbeck

Op 1 december 1989 trad de Wet houdende aanvulling van het Wetboek van Strafrecht met de straf van onbetaalde arbeid in werking. Dienstverlening krijgt zo als hoofdstraf een plaats in het Wetboek van Strafrecht. In dit artikel worden de hoofdlijnen van de wet besproken. Het doel van de wet is om de korte onvoorwaardelijke vrijheidsstraf terug te dringen wegens de bezwaren die er aan kleven. Bovendien neemt zo de druk op de capaciteit van het gevangeniswezen af. De kwalificatie als hoofdstraf is lange tijd punt van discussie geweest. Deze discussie en de modellen van hantering van de dienstverlening worden uitgebreid besproken. Daarnaast wordt de verenigbaarheid van de nieuwe wet met internationale verdragen en dwangarbeid besproken. Ook de maximale duur van de te vervangen vrijheidsstraf en het maximum aantal uren dienstverlening komt ter sprake. Ten slotte licht dit artikel toe hoe de organisatie van de dienstverlening is opgezet.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
november 1990
AA19900828

Dienstverlening: hoe de minister beschikt en het openbaar ministerie wikt

A.M. van Kalmthout

Per 1 februari jongstleden zijn in alle arrondissementen, waarvan in acht onder onderzoeksbegeleiding van het WODC, de experimenten met de alternatieve sanctie ‘Dienstverlening’ officieel van start gegaan. Graag maak ik daarom van de geboden gelegenheid gebruik deze experimenten van een enkele kanttekening te voorzien. Dit als vervolg op mijn in oktober 1980 verschenen artikel ‘Heeft de alternatieve straf nog toekomst?’, Ars Aequi 29 (1980) 9, p. 555, waarin ik deze vraag met betrekking tot de dienstverleningssanctie ontkennend beantwoordde. Aangezien de voorbereidingsgroep ‘experimenten dienstverlening’, met in haar voetspoor de Minister van Justitie, in de opzet van de nu gestarte experimenten slechts aan een gering aantal - betrekkelijk ondergeschikte - bezwaren is tegemoetgekomen, is er weinig reden de levenskansen van deze nieuwe sanctie nu hóger aan te slaan. Met name niet gezien de voorbereiding, introductie en praktische uitwerking van het experiment enerzijds en het niet voldoende (willen) onderkennen van de juridische consequenties anderzijds.

juli 1981
AA19810337

Dieren pimpen

D. Boon

In dit artikel geeft de auteur zijn mening over het feit dat dieren rechten kunnen hebben en dat daar plichten tegenover moeten staan. De strafrechtelijke geschiedenis hieromtrent wordt beschreven.

Opinie | Opiniërend artikel
april 2007
AA20070327

Digitale vermogensdelicten in het Wetboek van Strafrecht.

Een zoekplaatje met gevolgen?

J.M. ten Voorde

Post thumbnail

In deze bijdrage wordt bezien met behulp van welke strafbaar­stellingen in het Wetboek van Strafrecht in het digitale domein gepleegde vermogens­criminaliteit kan worden bestraft en welke rechts­belangen daarmee worden beschermd. Digitale vermogensdelicten blijken, onder meer door hun deels Europese (EU) herkomst, niet steeds dezelfde rechtsbelangen te beschermen als de vermogensdelicten, hetgeen theoretische en praktische bezwaren heeft.

Bijzonder nummer | De eigendom voorbij
juli 2018
AA20180630

Digitalisering en recht

C.J.H. Jansen

Post thumbnail Onderzoek naar aspecten van digitalisering op het gebied van het bestuursrecht, burgerlijk recht, strafrecht en ondernemingsrecht.

9789493199934 - 04-04-2023

Disciplinair onderzoek naar politieambtenaren:

M. van der Steeg

In dit artikel wordt het proefschrift 'Politietuchtrecht. Een studie naar de juridische aspecten en de praktijk' (Alphen aan den Rijn: Kluwe 2004).

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2005
AA20050962

DNA-onderzoek in strafzaken volgens de Commissie-Moons

M. de Klerk

Regelmatig probeert Justitie een verdachte ertoe te bewegen een DNA-test te ondergaan. Nu vindt een test slechts plaats indien de verdachte zijn onschuld wil aantonen of een ander belang heeft bij zo'n test. Het rapport van de Commissie herrijking Wetboek van Strafvordering kan aan deze selectieve onwilligheid van verdachten een einde gaan maken.

Verdieping | Studentartikel
juli 1991
AA19910540

DNA, geen biologische blauwdruk van de mens

F. van Maasakker, I. Reuder

In dit redactionele artikel wordt ingegaan op het destijds nog in concept verschenen wetsvoorstel over het gebruik van DNA-print in het strafproces. De redacteuren betogen dat de inbreuk op het menselijk lichaam tot een minimum dient te worden beperkt en dat er voldoende rechtsbescherming voor de verdachte dient te zijn. Volgens de redacteuren was daar tot dan toe te weinig aandacht aan besteed.

Opinie | Redactioneel
april 1991
AA19910292

Door invoering van de strafbeschikking minder werk voor de rechter? Reactie op Rinus Otte, ‘Het Openbaar Ministerie en de strafbeschikking. De voortdurende ontlasting van de rechtspraak’

Nawoord bij bovenstaande reactie

M. Otte, F. van Tulder

In deze bijdrage reageert Frank van Tulder op een in maart 2019 in Ars Aequi verschenen artikel van Rinus Otte. Met een nawoord van Otte.

Opinie | Reactie/nawoord
september 2019
AA20190668

Door roekeloosheid getriggerd

T. Kooijmans

Hoge Raad 28 oktober 2014, nr. 13/02341, ECLI:NL:HR:2014:3057 (Russische roulette)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2015
AA20150130