Sociaal-economisch recht

Resultaat 121–132 van de 1588 resultaten wordt getoond

Costa Blanca: directe aansprakelijkheid bestuurder buiten BV om

M.J.G.C. Raaijmakers

Hoge Raad 23 november 2012, nr. 11/03296, ECLI:NL:HR:2012:BX5881, LJN: BX5881 (Spaanse villa - Costa Blanca)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2013
AA20130125

Criminalisering van het mededingingsrecht: trendy of noodzaak?

F.O.W. Vogelaar

Dit artikel gaat in op de strafrechtelijke aanpak van overtredingen van het mededingingsrecht uit artikel 81 en 82 EG-verdrag.

Opinie | Opiniërend artikel
december 2005
AA20051015

Cruijff-Tirion. Commercieel portretrecht, privacy en redelijke vergoeding

D.J.G. Visser

Hoge Raad 14 juni 2013, nr. 12/01825, ECLI:NL:HR:2013:CA2788 (Cruijff/Tirion)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2013
AA20130846

Curaçaos en Sint-Maartens enquêterecht

R.P. Jager

Post thumbnail In deze bijdrage wordt ingegaan op een aantal verschillen tussen het overzeese enquêterecht, namelijk dat van Curaçao en van Sint-Maarten, en het Nederlandse enquêterecht.

Blauwe pagina's | Caribisch recht
juni 2019
AA20190428

Curator- en bestuurdersaansprakelijkheid in juxtapositie

B.F. Assink

Hoge Raad 5 februari 2016, nr. 14/06068, ECLI:NL:HR:2016:199 (Rabobank/Verdonk q.q.)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2016
AA20160855

Cyberwar: the medium is the massacre

A.R. Lodder

Post thumbnail

Internet heeft veel gemakken gebracht zoals webwinkelen, online vergunningen aanvragen, vrijwel alle denkbare informatie kunnen vinden, downloaden van muziek en films, sociale contacten onderhouden en twitteren. Internet kent ook minder kanten zoals wormen, virussen, spyware, spam en mede onder toepassing van deze bedreigingen: internetoorlogsvoering. Bij internetoorlogsvoering wordt internet als medium gebruikt voor handelingen die – mogelijk – onder het oorlogsrecht vallen. Het internet maakt het mogelijk dat groepen burgers en zelfs individuele burgers handelingen verrichten die zeker zo desastreus kunnen zijn als een aanval met kinetische wapens (bommen, kogels, etc.). Activiteiten op internet die grote schade kunnen aanrichten aan bijvoorbeeld de infrastructuur van een land, verricht met het doel een land te beschadigen of te ontwrichten, brengt voor juristen intrigerende vragen mee.

Blauwe pagina's | Recht en Media
april 2011
AA20110262

Daiichi: het Hof van Justitie als hoogste Europese IE-rechter

Th.C.J.A. van Engelen

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) 18 juli 2013, C-414/11, ECLI:EU:C:2013:520 (Daiichi Sankyo en Sanofi-Aventis/DEMO)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 2017
AA20170132

Dairy Partners/DOC Dairy Partners

Verwarringsgevaar, vrijhoudingsbehoefte en de beschrijvende handelsnaam

D.J.G. Visser

Hoge Raad 19 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:269 (Dairy Partners/DOC Dairy Partners)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 2021
AA20210486

Davidoff/Gofkid

Ch.E.F.M. Gielen

Hof van Justitie Europese Gemeenschappen (HvJ EG) 9 januari 2003, zaaknr. C-292/00, ECLI:EU:C:2003:9 (Davidoff/Gofkid) De bescherming van bekende merken geldt, ondanks de tekst van artikel 5 lid 2 Merkenrichtlijn, ook wanneer dit merk of een daarmee overeenstemmend teken wordt gebruikt voor soortgelijke waren of diensten.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2003
AA20030781

De (on)rechtmatigheid van prestatieontlening

M.R. van Zanten

De rechtsbescherming tegen oneerlijke concurrentie, en met name tegen prestatieontlening, zoals deze in Nederland via artikel 1401 BW (oud) door de Hoge Raad wordt geboden is onvoldoende. Naar de mening van de auteur handelt iemand onrechtmatig wanneer hij een wezenlijk element van andermans prestatie exploiteert, een prestatie die slechts na veel kosten en inspanningen aan de kant van die ander mogelijk was, zonder daaraan enige eigen prestatie toe te voegen en puur en alleen om de vruchten van de arbeid van de ander zelf te plukken. De voorwaarden die de Hoge Raad voor het aannemen van onrechtmatigheid stelt worden naar zijn mening derhalve ten onrechte gesteld.

Verdieping | Studentartikel
februari 1992
AA19920073

De 1990-maatregel als emancipatiebeleid: tussen schijn en werkelijkheid

R. de Bock

In dit artikel staat de in 1990 ingevoerde arbeidsplicht voor vrouwen centraal. In het artikel komt achtereenvolgens aan de orde: de inhoud en plaats van deze maatregel (par. 1) en een kort overzicht van de ontstaansgeschiedenis van de 1990-maatregel (par. 2). Vervolgens gaat de auteur in op het kader van de 1990-maatregel, het zogenaamde integrale beleid (par. 3). Het belangrijkste deel van dit artikel bestaat echter uit een bespreking van de — zeer uiteenlopende — kritiek op de 1990-maatregel (par. 4). In dit verband zullen onderwerpen als de (veronderstelde) ondermijning van het gezin, individualisering in de sociale zekerheid en de vermannelijking van het recht aan de orde komen.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 1989
AA19890269

De aandeelhoudersovereenkomst in het IPR

Hybride tussen contract en vennootschappelijk document

A.J.N. Draaisma

Post thumbnail Aan aandeelhouders­­­overeenkomsten wordt steeds vaker naast een contractuele, ook een vennootschapsrechtelijke werking toegekend. Dit kan gevolgen hebben voor de aandeelhoudersovereenkomst in het internationaal privaatrecht. Wanneer buitenlandse aandeelhouders van een Nederlandse vennootschap met elkaar een aandeelhoudersovereenkomst sluiten, welke rechter is dan bevoegd? En welk recht is toepasselijk?

Verdieping | Studentartikel
december 2018
AA20180985

Resultaat 121–132 van de 1588 resultaten wordt getoond