Ondernemingsrecht

Nogmaals: HP en het Philipsmerk

P.A.C.E. van der Kooij

Meesters-column
juni 1982
AA19820286-2

Ondernemerschap in de rechtspleging

Over de kansen van een Netherlands Commercial Court

E. Bauw

Post thumbnail

De beslechting van internationale handelsgeschillen wordt steeds meer een onderdeel van ‘The Global Marketplace’. De laatste jaren snoepen in deze zaken gespecialiseerde 'commercial courts' marktaandeel af van de 'gewone' civiele rechter. Met het initiatief tot de oprichting van een Netherlands Commercial Court, met gespecialiseerde rechters en Engels als procestaal, tracht de Nederlandse rechtspraak aan deze ontwikkeling enig tegenspel te bieden. Zal dit initiatief stand kunnen houden in het internationale geweld?

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2016
AA20160093

Ondernemings- en effectenrecht 2023-2024

Ars Aequi Libri

Post thumbnail Selectie van de belangrijkste wet- en regelgeving op het gebied van het ondernemings- en effectenrecht zoals deze geldt op 1 oktober 2023. De wetsartikelen zijn in de marge voorzien van toelichtende kopjes en de bundel bevat een uitgebreid trefwoordenregister.

9789493333024 - 02-11-2023

Ondernemingsrecht 2025-2026

R.H.M. van Meerwijk, G.J.H. van der Sangen

Post thumbnail Selectie van de belangrijkste wet- en regelgeving op het gebied van ondernemingsrecht zoals deze geldt op 1 juli 2025. De wetsartikelen zijn in de marge voorzien van toelichtende kopjes.

9789493333468 - 15-08-2025

Ondernemingsrecht en effectiviteit

B. Geersing

De betekenis van wetgeving zal in de toekomst nog in belang toenemen. Die stelling lijkt gerechtvaardigd als sociale wetenschappers uitspreken, dat de wetgeving de werkgever tot verbetering van de kwaliteit van de arbeid zal moeren dwingen. De situatie wordt ingewikkelder als tevens uit geschriften van sociale wetenschappers twijfel blijkt over de deskundigheid van vele wettenmakers op hun terrein. Ondeskundigheid, omdat voldoende kennis over een bepaald werkelijkheidsgebied plus de kennis over de effecten, van de op grond van die deskundigheid getroffen wettelijke maatregelen, niet bestaat. Ook bij juristen bestaat ontevredenheid over het wetgevingsproces. Het ministerie van Sociale Zaken wordt verweten geen goede reputatie te hebben op het terrein van wetgeving. In dit verwijt wordt vooral kritiek op de onduidelijke formuleringen in de WOR '79 geuit. Bovendien wordt door juristen gesteld, dat de wetgever in zijn taak te kort schiet, ingrijpende veranderingen in de samenleving te beantwoorden met de vorming van nieuw recht. In de jaarvergadering van de Nederlandse Juristenvereniging (NJV) van 1979 wordt uitvoerig kritiek geuit op het bestaande wetgevingsproces. Preadviseur Scheltema stelt daarbij uitdrukkelijk het vraagstuk van de effectiviteit van wetgeving aan de orde. Hij constateert een ernstig gebrek aan kennis omtrent dit vraagstuk. Vragen naar effecten van wetten, naar het ontstaan van niet voorziene en wellicht schadelijke neveneffecten, naar het juiste sanctiesysteem, en naar beter werkende alternatieven, worden volgens hem nauwelijks gesteld. Het macabere is, dat de discussie naar aanleiding van de beide preadviezen, zijn stelling bevestigt. De enige. die meer dan terloopse aandacht aan het vraagstuk van de effectiviteit besteedt is afkomstig uit dezelfde vakgroep van de RU Groningen als waartoe de preadviseur behoort. Het ontbreken van voldoende empirisch materiaal behoeft ons er niet van te weerhouden het vraagstuk van de effectiviteit aan te pakken, zo menen anderen. Het onderscheid tussen de adressanten- en de adressaten-positie, kan al leiden tot enige theorievorming vanuit de adressaten-optiek. Men zou zich moeten afvragen: 'Hoe zou je procedure en inhoud moeten aanpassen aan de behoeften van mensen? Waarom zouden we dan ook niet de slogan '"wetgeving met een menselijk gezicht" aanheffen?' aldus Van Maarseveen, een voorstander van deze theorievorming.

Meesters-column
januari 1981
AA19810014

Opnieuw: enquêtebevoegdheid ex artikel 2:346 BW bij een kapitaalvennootschap en ‘de strekking’ van het enquêterecht

Van Slotervaartziekenhuis naar SNS Reaal?

B.F. Assink

Gerechtshof Amsterdam (Ondernemingskamer) 8 juli 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:2779, nr. 200.159.002/01 OK (SNS Reaal)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2015
AA20150678

Over aansprakelijkheid van advocaten en andere beroepsbeoefenaars

R.S. Meijer

Post thumbnail

Volgens de Hoge Raad vormt schending van de zorgvuldigheidsplicht door een advocaat, indien niet hijzelf maar zijn kantoor de contractspartij is, naast wanprestatie van dat kantoor, steeds een eigen onrechtmatige daad van die advocaat jegens de cliënt. Deze opinie bestrijdt die nieuwe regel als dogmatisch dubieus, praktisch problematisch en sociaal onwenselijk. 

Opinie | Opiniërend artikel
juni 2016
AA20160441

Over bonafide bestuurders en bewijsvermoedens die anders uitpakken dan bedoeld

M.L. Lennarts

Op de Blauwe Pagina's 'Verdraaid recht' pleit Loes Lennarts ervoor om de in artikel 36 lid 4 IW 1990 neergelegde regel dat een bestuurder alleen als hem/haar geen verwijt treft van schending van de meldingsplicht wordt toegelaten tot weerlegging van het vermoeden dat de niet-betaling is veroorzaakt door kennelijk onbehoorlijk bestuur te vervangen door de regel dat dat bij schending van de boekhoudplicht weerlegbaar wordt vermoed dat kennelijk onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is van het onbetaald blijven van door de rechtspersoon verschuldigde belasting.

Blauwe pagina's | Verdraaid recht
juni 2024
AA20240492

Over rode draken en rode lantaarns

S.M. Bartman

Hoge Raad 24 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:445 (Red Dragon)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
november 2023
AA20230881

Personenvennootschapsrecht, quo vadis?

A.S.J.M. Tervoort

Post thumbnail

De Hoge Raad heeft in 2015 drie baanbrekende arresten gewezen die betrekking hebben op het personenvennootschapsrecht: het recht betreffende de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap. Daarmee komt de vraag op wie de alom noodzakelijk geachte modernisering van het personenvennootschapsrecht, dat nog dateert uit 1838, ter hand moet nemen: de wetgever of de Hoge Raad.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2016
AA20160161

Polbud: een paradigmawisseling voor grensoverschrijdende omzettingen?

T.A. Keijzer, O. Oost, P.J. Suurd

Op 25 oktober jongstleden wees het Europese Hof van Justitie arrest in de Polbud-zaak. Het arrest vormt een interessante toevoeging aan het reeds indrukwekkende bouwsel van het Hof van Justitie inzake grensoverschrijdende omzettingen. In deze bijdrage bespreken wij de Polbud-zaak en wordt deze in een breder verband geplaatst. Zien wij het goed, dan heeft het Hof van Justitie het uitvoeren van een grensoverschrijdende omzetting aanzienlijk vereenvoudigd. De werkelijkezetelleer lijkt bovendien nog verder dan reeds het geval was in het defensief te worden gedrongen.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2017
AA20170979

Polly Higgins – advocaat van de aarde

L.G.L. Hartman-Ohnesorge, E.E. Maathuis

Post thumbnail

In deze aflevering van de Blauwe Pagina’s ‘Rechtsheld(inn)en’ schrijven Ellen Maathuis en Lara Ohnesorge over Polly Higgins, advocaat van de aarde. Zij was niet alleen een rechtsheldin vanwege haar inzet voor de bescherming van de aarde, maar ook omdat zij buiten gebaande paden durfde te treden, zowel op intellectueel als op persoonlijk vlak.

Blauwe pagina's | Rechtsheld(inn)en
mei 2022
AA20220348