Resultaat 817–828 van de 1133 resultaten wordt getoond
G. Boogaard, J. Uzman
Nawoord bij de reactie van Harry de Kok op de bijdrage ‘Tussen Montesquieu en Judge Dredd. Over rechter. politiek en rechtsvorming’ uit het januarinummer 2015 van Ars Aequi.
Opinie | Reactie/nawoordapril 2015AA20150295
J.G. Brouwer, L.M. Bruijn, J. Koornstra, B. Roorda, A.E. Schilder
In het februarinummer 2020 van Ars Aequi schreven M. Bruijn, J. Koornstra, B. Roorda, J. Schilder & J. Brouwer ‘Over vermeende wetshistorische interpretatie en selectieve rechtsvinding’. Harm Kloosterhuis en Carel Smith schreven daarop deze reactie. Met nawoord van Bruijn, Koornstra, Roorda, Schilder & Brouwer.
Opinie | Reactie/nawoordjuni 2020AA20200568
G.C.G.J. van Roermund
Nawoord op een reactie op een eerder artikel van Van Roermund over rechtsfilosofie in de rechtenstudie.
Opinie | Reactie/nawoordnovember 1995AA19950862
A. Soeteman
Op 19 juni 2009 nam prof.mr. Arend Soeteman afscheid van de Vrije Universiteit. Zijn afscheidsrede had als titel ‘Rechtsgeleerde waarheid’. Naar aanleiding van deze rede kruist J.Th. Degenkamp de wetenschappelijke degens met prof. Soeteman.
Opinie | Reactie/nawoordjanuari 2010AA20100053
N. Rozemond
In het februarinummer van Ars Aequi schreef Klaas Rozemond dat Hannah Arendts typering van Adolf Eichmann een ernstige vergissing is die aan een grondige herziening toe is. Thomas Mertens en Paul Mevis leggen in dit nummer uit waarom zij het hier niet mee eens zijn. Met nawoord van Klaas Rozemond.
Opinie | Reactie/nawoordjuni 2013AA20130463
E.H. Hondius
Opinie | Columnmaart 2016AA20160170
V.J.A. Sütõ
Een uiteenzetting van het ontstaan van het nieuwe vermogensrecht.
Literatuur | Proefschriftbijdragefebruari 2005AA20050101
B. Jansen
Bedrijfsethiek is onderworpen aan juridisering. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het stijgende aantal ethische codes in het bedrijfsleven. Deze juridisering van bedrijfsethiek betekent dat juridische denkwijzen de ethische denkwijzen verdringen of zelfs vervangen. Het resultaat is een bedrijfsethiek die meer en meer op recht is gaan lijken. In zijn proefschrift onderzoekt Bart Jansen deze ‘juridisch gedachte bedrijfsethiek’ en houdt hij een pleidooi om aan dit juridische denken in de bedrijfsethiek te ontkomen door een beroep te doen op de kritische bestudering van het recht.
Literatuur | Proefschriftbijdrageoktober 2022AA20220824
W.F. van Hattum
De afgelopen jaren deed ik onderzoek naar de achtergronden van artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Dit artikel formuleert de voorwaarden waaronder een tweede vervolging wegens hetzelfde feit niet wordt toegestaan: non bis in idem. Aanleiding om mij in dit onderwerp te verdiepen vormden enkele arresten van de Hoge Raad. De Hoge Raad beriep zich voor zijn standpunt of er wel of geen sprake was van een tweede vervolging wegens hetzelfde feit op ‘de strekking van art. 68’ en ‘het beginsel van het artikel’. De vraag was: op welk beginsel beriep hij zich? Waar stond het? Waar kwam het vandaan? De antwoorden die ik in de geschiedenis vond, boden een verrassende blik op de gebeurtenissen, de taal, de ontwikkelingen, en de personen rond dit onderwerp. Zij ontsloten onder meer de bron van de woorden non bis in idem en de betekenis die zij in de loop der eeuwen kregen. Mijn bijdrage gaat over deze twee historische aspecten van de regel.
Overig | Rode draad | Historische wortels van het rechtapril 2013AA20130314
P.E. Minderhoud
P.E. Minderhoud geeft vanuit rechtssociologische hoek zijn visie op de koppelingswet.
Annotaties en wetgeving | Wetgevingseptember 1998AA19980775
J. Bakker, R.H.T. Jansen
In dit redactioneel pleiten Joas Bakker en Rowin Jansen ervoor om in de discussie over diversiteit meer aandacht te geven aan de diversiteit van normatieve opvattingen. Omdat de rechtsgeleerdheid een normatieve wetenschap is, is het voor het juridische debat van groot belang om een verscheidenheid van perspectieven op een faculteit te hebben. Het is cruciaal om binnen onderzoeksgroepen juristen te hebben met verschillende soorten werkervaring, politieke opvattingen en religieuze overtuigingen, en universiteiten moeten zich hier daarom voor inspannen.
Opinie | Redactioneeljanuari 2022AA20220003
F.B. Bakels
Perspectief | Reeks ´De waarde van de annotatie´december 2016AA20160984