Internationaal Europees en buitenlands recht

Naar een permanent internationaal strafhof: twee stappen vooruit en een grote achterwaarts?

Amnesty International, L. van Troost

Bij zijn recente vertrek uit Nederland sprak Richard Goldstone, tot dan openbaar aanklager bij het ad hoc tribunaal voor voormalig Joegoslavië, zijn verontrusting uit over de toekomst van het tribunaal. Door geringe medewerking en soms openlijke tegenwerking van lidstaten van de Verenigde Naties lukt het dit tribunaal tot nu toe niet om een aantal belangrijke verdachten voor de rechter te leiden. Goldstone sloot zich met deze kritiek aan bij zorgen die de president van het tribunaal, de Italiaan Antonio Cassese, al eerder had geuit. De hoogste rechter en de voormalige hoogste aanklager hebben erop gewezen dat een falend tribunaal in Den Haag verstrekkende gevolgen kan hebben voor de belangrijke onderhandelingen in New York over de totstandkoming van een permanent internationaal strafhof ter berechting van ernstige schendingen van de rechten van de mens en het internationale humanitaire recht. Die onderhandelingen kunnen volgend jaar in een beslissende fase komen, als de 51ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties dit najaar zou besluiten in 1998 een diplomatieke conferentie te houden.

Verdieping | Verdiepend artikel
november 1996
AA19960690

Naar een stelselherziening in het omgevingsrecht

De hoofdlijnen en de belangrijkste doelstellingen op een rij

A.G.A. Nijmeijer

Post thumbnail Het omgevingsrecht is veel te complex geworden, volgens de regering. De wet- en regelgeving binnen dit rechtsgebied moeten ‘eenvoudig beter’. Daartoe is medio 2014 een wetsvoorstel Omgevingswet bij de Tweede Kamer ingediend. Dat wetsvoorstel belooft grote veranderingen in het omgevingsrecht teweeg te brengen. Tijd voor een eerste kennismaking met dit majeure en ambitieuze wetsvoorstel.

Verdieping | Verdiepend artikel
december 2014
AA20140902

Naar een vernieuwd mededingingsrecht in Europa

K.J.M. Mortelmans

Deze bijdrage geeft een schets van het huidige Europese mededingingsbeleid en wijst op enkele toekomstige ontwikkelingen. Zij heeft de volgende opzet. Na een korte inleiding wordt, met enkele spraakmakende zaken als aanknopingspunt, aangegeven hoe in de loop der jaren de mededingingsautoriteiten op de Europese markt zijn opgetreden tegen ondernemingen (paragraaf 2). Aan de hand van deze praktijkvoorbeelden wordt vervolgens ingegaan op de trends die uit het huidige beleid zijn af te leiden (pa- ragraaf 3). Ten slotte worden de hoofdlijnen van een zich vernieuwend mededingingsrecht in Europa geschetst (paragraaf 4).

Bijzonder nummer | De toekomst van de Europese integratie
mei 2001
AA20010339

Naked of golden gun? Het Unierechtelijke handhavingsarsenaal om rechtsstatelijke achteruitgang aan te pakken

J. Krommendijk, N. Zamani

Post thumbnail De rechtsstaat staat onder druk in EU-lidstaten zoals Polen en Hongarije. De Europese Commissie beschikt over een aantal instrumenten om de teloorgang van de rechtsstaat tegen te houden. Drie daarvan maken het de Commissie mogelijk financiële consequenties te verbinden aan schendingen van de rechtsstaatbeginselen. De vraag is niettemin hoe effectief het instrumentarium van de Europese Commissie is.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2022
AA20220471

Nationale rechterlijke toetsing van VN-sanctiemaatregelen

C.M.J. Ryngaert

Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM/ECHR) 21 juni 2016, ECLI:CE:ECHR:2013:1126JUD000580908, nr. 5809/08 (Al-Dulimi en Montana Management, Inc. tegen Zwitserland)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2016
AA20160766

Nationalisaties in het internationale recht

P.R.J. Dumoré

Op het terrein van de buitenlandse investeringen is er sprake van een structurele ongelijkheid tussen Noord (kapitaal-exporterende landen) en Zuid (kapitaal-importerende). Maar is er eenmaal geïnvesteerd in een gastland, dan is dat land in een zeer sterke positie en bestaat er altijd het risico dat tot nationalisatie wordt overgegaan. De kans dat tot nationalisatie zal worden overgegaan is afhankelijk van het land en de sector waarin geïnvesteerd wordt, maar ook van de aard van de onderneming. Alhoewel dit risico gemiddeld gezien niet overdreve11 groot is, gaat het echter wel om enorme bedragen. Door de meeste juristen wordt aangenomen dat een nationalisatie aan bepaalde legaliteitsvoorwaarden moet voldoen, maar er is geen eenstemmigheid over welke die voorwaarden nu zijn. In dit artikel worden enkele van die legaliteitsvoorwaarden, die het internationale recht aan de storingen van eigendom en vermogensrechten stelt, behandeld. Hiernaast zal aandacht worden besteed aan de belangrijkste VN-resoluties op dit terrein.

juli 1982
AA19820437

Nationaliteit en Europees burgerschap: de Maltese paspoortzaak

J.J.J. Sillen

HvJ EU (Grote Kamer) 29 april 2025, C‑181/23, ECLI:EU:C:2025:283 (Commissie/Malta)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2025
AA20250707

Natura 2000 in Nederland: kan het niet wat minder?

S.D.P Kole

Post thumbnail In het regeerakkoord van het kabinet-Rutte IV zijn het oplossen van de woningcrisis en de stikstofcrisis als belangrijke doelstellingen voor de komende jaren aangemerkt. Het oplossen van deze ‘hoofdpijndossiers’ wordt echter bemoeilijkt door de aanwezigheid van 162 Natura 2000-gebieden in Nederland die op basis van het Unierecht strikt moeten worden beschermd. In dat kader kan de vraag worden gesteld of Nederland niet toe kan met minder Natura 2000-gebieden.

Opinie | Opiniërend artikel
november 2022
AA20220864

UCERF 13 - Actuele ontwikkelingen in het familierecht

Nauwere samenwerking binnen de Europese Unie: nieuwe IPR-verordeningen over de vermogensrechtelijke gevolgen van huwelijken en geregistreerde partnerschappen

J-G. Knot

Op 29 januari 2019 zijn twee EU-verordeningen van toepassing geworden die van groot belang zijn voor het grensoverschrijdende familierecht. Het zijn Verordening (EU) 2016/1103 op het gebied van huwelijksvermogensstelsels en Verordening (EU) 2016/1104 op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen. De auteur beziet wat ons te wachten staat met deze twee nieuwe […]

Nawoord op bovenstaande reactie

H.S.J. Albers

Nawoord bij een reactie op een eerder in artikel in Ars Aequi over de onverenigbaarheid van de OV-jaarkaart-regeling en art. 5 EEG.

Opinie | Reactie/nawoord
juli 1992
AA19920410

Nawoord op bovenstaande reactie

H.S.J. Albers

Nawoord bij een tweede reactie op een eerder in Ars Aequi gepubliceerd artikel over de eventuele onverenigbaarheid van de OV-studentenkaart met het gemeenschapsrecht.

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 1992
AA19920591

Nawoord op bovenstaande reactie

J. Willems

Willems vindt dat een partij die de democratische vrijheid misbruikt, verboden moet worden omdat deze inbreuk maakt op fundamentele rechten. Willems gaat daarbij in op democratie, rechtsstaat en mensenrechten, Europese jurisprudentie en filosofie over vrijheden.

Opinie | Reactie/nawoord
oktober 2007
AA20070767