Internationaal Europees en buitenlands recht

Handboeien en isoleercellen: Over de gebrekkige implementatie van mensenrechten in de vreemdelingenbewaring

G.N. Cornelisse

Post thumbnail Er wordt wel gezegd dat de wijze waarop een maatschappij gedetineerde personen behandelt laat zien in hoeverre die maatschappij zich heeft verbonden aan de universaliteit van mensenrechten. Gesloten instellingen zoals gevangenissen en detentiecentra illustreren namelijk bij uitstek de dilemma’s bij het vinden van een balans tussen veiligheid en het waarborgen van de rechten van de mens. Maar misschien nog wel meer dan de behandeling van gedetineerden maakt de wijze waarop een maatschappij omgaat met immigranten duidelijk in hoeverre de retoriek van universele rechten ook in praktische zin gestalte krijgt. In deze korte bijdrage zal ik ingaan op de bijzondere problemen die spelen bij de implementatie van mensenrechten in de vreemdelingenbewaring.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 2011
AA20110339

Handboek Internationaal Jeugdrecht (Digitaal boek)

Een toelichting voor rechtspraktijk en jeugdbeleid op het Verdrag inzake de Rechten van het Kind en andere internationale regelgeving over de rechtspositie van minderjarigen

M. Blaak, M. Kaandorp, S. Meuwese

Post thumbnail Dit handboek biedt de middelen die nodig zijn voor een goede toepassing van het IVRK: een gedegen en grondige uiteenzetting van de inhoud en de betekenis van de belangrijkste artikelen van het Verdrag en van andere relevante internationale regels onder meer op het terrein van kinderontvoering en interlandelijke adoptie.

9789069165004 - 02-11-2005

Handelen met een schoon geweten: de Europese interne markt en regulering van fair trade- en groene goederen

L.J. Ankersmit

Producten uit andere landen verkrijgbaar op de Nederlandse markt worden niet altijd gemaakt volgens sociale en milieunormen in de landen van herkomst zoals wij dat graag zouden willen. Het reguleren van producten met een extraterritoriaal oogmerk kan echter resulteren in handelsbelemmeringen of beperkingen van de mededinging, en is daarmee mogelijk in strijd met de Europese internemarktregels. Deze bijdrage analyseert deze problematiek vanuit de drie voornaamste uitdagingen die productregels met een extraterritoriaal oogmerk met zich meebrengen voor de Europese interne markt: extraterritorialiteit, unilateralisme en zelfregulering.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
november 2015
AA20150946

Handelsconflicten – waar moet dat heen met de WTO?

M.C.E.J. Bronckers

Post thumbnail Het aanhoudend handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China verloopt niet volgens de WTO-regels. Maar dit is geen op zichzelf staand incident. De wereld is een stuk minder voorspelbaar geworden; dat geldt ook voor handelsbetrekkingen.

Bijzonder nummer | Concurrentie
juli 2020
AA20200694

Handhaving van de nieuwe Mededingingswet

De boeteprocedure in het licht van enige rechtsbeginselen

E. Aalst

De nieuwe Mededingingswet, welke op 1 januari 1998 van kracht zal worden, sluit aan bij het Europese kartelrecht, gebaseerd op artikel 85 en 86 EG-verdrag. Voor handhaving is daarom in het wetsontwerp een bestuurlijke boeteprocedure opgenomen. Hieronder zal ik deze keuze voor bestuurlijke handhaving behandelen en de waarborgen die de boeteprocedure, in het bijzonder in het licht van de mensenrechten, zal moeten bieden.

Verdieping | Studentartikel
september 1997
AA19970555

Harmonisatie van de omzetbelasting

B.J.M. Terra

Voor de voltooiing van de interne markt is de harmonisatie van de omzetbelasting noodzakelijk. De fiscale grenzen, veroorzaakt door het verrekenen van de indirecte belastingen bij grensoverschrijdend verkeer, vormen de Achilleshiel van Europa 1992. Niet alleen is opheffing van de fiscale grenzen noodzakelijk, ook met betrekking tot de directe belastingen dienen de Lid-Staten overeenstemming te bereiken waar het met de harmonisatie heen moet.

Bijzonder nummer | Europa 1992
mei 1989
AA19890462

Harmonisatie van wetgeving in de EEG

P.J. Slot

In dit artikel wordt ingegaan op de harmonisatie van het recht van de lidstaten van de EEG. Daarbij wordt ingegaan op verschillende artikelen die ten grondslag liggen aan de harmonisering zoals de vrij verkeer bepalingen in het verdrag. Daarna komen de verschillende harmonisatiemethoden aan de orde. Vervolgens komt de wetgeving die wordt geharmoniseerd bij het van kracht worden van de Europese Akte aan de orde. Daarna wordt de jurisprudentie over harmonisatie van wetgeving door het HvJEG behandeld.

Bijzonder nummer | Europa 1992
mei 1989
AA19890453

Heiko Koelzsch tegen Groothertogdom Luxemburg

A.A.H. van Hoek

Hof van Justitie Europese Unie (HvJ EU) (Grote kamer) 15 maart 2011, zaak C-29/10, ECLI:EU:C:2011:151 (Heiko Koelzsch/Groothertogdom Luxemburg) In dit arrest krijgt het Hof van Justitie EU voor het eerst de gelegenheid om artikel 6 lid 2 EVO uit te leggen. Deze bepaling, die inmiddels is vervangen door het grotendeels gelijkluidende artikel 8 lid 2 t/m 4 van de Rome I Verordening, heeft betrekking op het toepasselijke recht op internationale arbeidsovereenkomsten. Het recht dat van toepassing is in afwezigheid van een rechtskeuze door partijen (het objectief toepasselijke recht) moet volgens het Hof worden gevonden door te onderzoeken of er een land is aan te wijzen waar of van waaruit de werknemer de bedongen arbeid daadwerkelijk verricht. Het Hof bepaalt in dit arrest dat deze hoofdregel ook van toepassing is op de arbeidsovereenkomst van chauffeurs in het internationale wegtransport en geeft vervolgens een indicatie met welke factoren de rechter in dat geval rekening moet houden. Op het eerste gezicht biedt deze uitspraak weinig nieuws: Het Hof van Justitie trekt slechts de lijn door die was ontwikkeld in de rechtspraak ten aanzien van de bevoegdheid in arbeidszaken. Nadere analyse leert echter dat de uitspraak verstrekkende gevolgen kan hebben voor de bescherming van werknemers in het internationale transport.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
september 2011
AA20110650

Herschikken kan niet zonder verschuiven

Nawoord bij voorgaande reactie

A. Kristic

Voor het bijzonder nummer 2009 van Ars Aequi over oorlog en recht schreef Anamarija Kristic het artikel ‘Oorlog en democratie. Over de fundamentele verschuiving van de aard van parlementaire betrokkenheid bij de inzet van de Nederlandse krijgsmacht’. Wij ontvingen hierop een reactie van kapitein mr. Vink, die u in dit nummer kunt lezen, gevolgd door een nawoord van mr. Kristic.

Opinie | Reactie/nawoord
april 2010
AA20100260

Hervorming van het Straatburgse toezichtmechanisme

Protocol nr. 11 bij het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens

C.N.J. de Vey Mestdagh

In dit artikel wordt naar aanleiding van de overspoeling van de organen die zich bezighouden met toezicht op het EVRM de wijziging van deze organen besproken. Er zal één orgaan komen, het Europese Hof voor de Rechten van de Mens. In het artikel wordt de samenstelling, één rechter per lidstaat, alsook de procedure voor dit nieuwe hof besproken worden.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 1994
AA19940440

Herziening van strafvonnissen op grond van uitspraken van het EHRM

B.F. Keulen

In dit artikel wordt ingegaan op de bevoegdheden en regels rondom het herzien van strafrechtelijke uitspraken op basis van uitspraken door het EHRM wanneer er sprake is van schending van het EVRM.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
april 2003
AA20030319

Het ‘Trumpisme’ in het internationaal recht

H. Cuyckens, S. Jansen-Wilhelm

Post thumbnail Het buitenlandbeleid van de regering-Trump werd gekenmerkt door de inzet van het internationaal recht ter realisatie van doelen die passen in de ‘America First’-politiek. Deze bijdrage bekijkt in hoeverre dit ‘Trumpisme’ een invloed heeft gehad op het internationaal recht, waarbij door te kijken naar verschillende deelterreinen van het internationaal recht we laten zien waar het internationaal recht geschonden is of waar het als instrument is ingezet ten behoeve van nationale belangen.

Verdieping | Verdiepend artikel
juni 2021
AA20210605