Resultaat 2677–2688 van de 2989 resultaten wordt getoond

Spanningen bij de naleving van de Algemene verordening gegevensbescherming door de faillissementscurator

M.D. Reijneveld

Op 30 januari 2023 promoveerde Minke Reijneveld aan de Radboud Universiteit met het proefschrift ‘Gegevensbescherming in faillissement’. In deze bijdrage vertelt ze over haar onderzoek.

Literatuur | Proefschriftbijdrage
mei 2023
AA20230379

Speculeren over grondspeculatie

Over hebberigheid, misleiding, Belehrung en een mediacircus

J.W.A. Rheinfeld

Post thumbnail In dit artikel wordt ingegaan op het fenomeen ‘grondspeculatie’, waarbij handelaren landbouwgronden opkopen voor een bedrag net boven de agrarische waarde en deze in kleine percelen verdelen om ze vervolgens tegen veel hogere prijzen te verkopen aan particuliere beleggers. Deze praktijk kenmerkt zich onder meer door hebzucht (aan de zijde van de kopers) en misleiding (aan de zijde van de verkopers). Potentiële kopers worden benaderd door bemiddelaars en onder druk gezet met de belofte van lucratieve ontwikkelingen op de door hen te verwerven perceeltjes. De AFM lijkt machteloos tegen deze speculatie, omdat grondhandelaren zich door hun handelwijze onttrekken aan de geldende vergunningsplichten. De rol van de notaris binnen deze speculatieve transacties wordt in deze bijdrage nader onderzocht, met daarbij bijzondere aandacht voor hun wettelijke zorg- en informatieplicht. De tot nu toe gewezen jurisprudentie op dit terrein wijst enerzijds uit dat notarissen aansprakelijk kunnen worden gesteld als zij hun informatieplicht niet naleven, maar anderzijds is hier ook een duidelijke rode draad ten gunste van de notaris te ontwaren. Ook de (recente) aandacht in de media en de politiek, waarbij notarissen vaak het (onterechte) mikpunt zijn, komt aan bod. Ten slotte worden suggesties gedaan voor mogelijke maatregelen ter bestrijding van grondspeculatie.

Opinie | Opiniërend artikel
december 2023
AA20230930

Spelfouten

M. Spronck

In dit artikel wordt besproken in welke gevallen bij sport en spel er sprake kan zijn van een onrechtmatige daad. Er wordt daarbij ingegaan op de criteria voor onrechtmatige daad, eigen en medeschuld en risico-aanvaarding.

Verdieping | Studentartikel
oktober 1992
AA19920569

Splitsing van rechtspersonen

F.G.H. Kristen, A. van Vught

Sinds 1983 bevat het Burgerlijk Wetboek een regeling voor de juridische fusie. De rechtsfiguur die wel het spiegelbeeld genoemd wordt van de fusie, namelijk de splitsing, kent de wet niet. Het te bespreken wetsvoorstel strekt ertoe een regeling van de splitsing op te nemen in Boek 2 BW.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
juli 1996
AA19960501

Sport en spel

E.H. Hondius

Onze columnist behandelt het arrest van de Hoge Raad waarin een groep vrienden gaat midgetgolfen en een meisje met haar enthousiaste uithaal een jongen in het oog raakt wat hij daardoor kwijtraakt. De vraag is nu of hij een schadevergoeding krijgt.

Opinie | Column
mei 2004
AA20040335

Sport en sponsoring: verenigings- en verbintenissenrechtelijke aspecten in n team?

S.G.M. Buys

Sportieve activiteiten worden op amateurniveau in Nederland veelal in verenigingsverband uitgeoefend. In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de verenigingsstructuur. Daarbij komen onder andere aan de orde de aard van de lidmaatschapsverhouding en de besluitvorming in de algemene ledenvergadering. Vervolgens wordt de bevoegdheid beschreven van de vereniging om haar leden te binden c.q. verplichtingen op te leggen zowel in verenigingsverband als ten opzichte van derden, bijvoorbeeld een sportbond of een sponsor. Tevens komt het geschil tussen de Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond en schaatser Rintje Ritsma aan de orde, waarbij aandacht wordt besteed aan de vraag in hoeverre een vereniging trainers/coaches en leden verplichtingen kan opleggen.

Overig | Rode draad | Sport en recht
maart 1996
AA19960147

Sportbonden voor de rechter

Een systematische jurisprudentieanalyse van de rechterlijke toetsing van regulerend handelen door sportbonden

P.W.J. Verbruggen

Post thumbnail Sporters doen met regelmaat een beroep op de burgerlijke rechter om het regulerend handelen van hun sportbond te toetsen. Dit artikel onderzoekt op basis van een systematische jurisprudentieanalyse hoe die rechterlijke toetsing vorm krijgt. Het concludeert onder meer dat een kern van randvoorwaarden en beginselen de toetsing beheerst en dat de rechter aldus een belangrijke mate van rechtsbescherming aan sporters biedt.

Verdieping | Verdiepend artikel
september 2021
AA20210827

SRB v EDPS: Gerecht begaat fundamentele misstap

A. Berlee

Gerecht EU 26 april 2023, T-557/20, ECLI:EU:T:2023:219 (SRB v EDPS)

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 2024
AA20240242

Staal Bankiers-Mr. Ambags q.q.

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 25 maart 1988, nr. 13171, ECLI:NL:HR:1988:AD0247, RvdW 1988, 69 (Staal Bankiers/Mr. Ambags q.q.) In dit arrest en de daarbij behorende noot staat centraal in hoeverre een toekomstige vordering door een cessie tot zekerheid overgaat op de cessionaris . Daarbij komt eerdere jurisprudentie aan de orde waarbij de vereisten voor de overdracht van toekomstige goederen wordt besproken (voldoende bepaalbaarheid, opschortende tijdsbepaling). Ook wordt de werking van het faillissement hierbij besproken. De cessie van een toekomstige vordering kan wegens het bepaalde in artikel 23 Fw (thans art. 35 lid 2 Fw) niet tegen de boedel worden ingeroepen, indien de cedent vóór het ontstaan van de vordering wordt failliet verklaard.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
januari 1989
AA19890056

Staat dient op te treden tegen pedopartij

Pedofilie, democratie, transisme en het belang van het kind

J. Willems

De Partij voor Naastenliefde, Vrijheid en Diversiteit, beter bekend als de pedopartij, doet niet mee aan de verkiezingen van 22 november 2006 omdat ze onvoldoende handtekeningen heeft binnenge-haald, meldt NRC Handelsblad van 11 oktober 2006.1 Daarmee is de partij echter nog niet opgehe-ven of verdwenen. Zij kan media-aandacht blijven zoeken en bij volgende verkiezingen weer dood-leuk een poging wagen. Zij blijft daarmee een smet op de democratie, waar wij de schouders over kunnen ophalen, of waar wij protest tegen kunnen aantekenen. Heeft een democratie geen midde-len om actief op te treden tegen groepen die misbruik maken van de mogelijkheid een partij op te richten? De oprichters van de pedopartij vinden immers dat niet zj een probleem hebben maar de maatschappij. Die moet zo veranderen dat rechten van kinderen kunnen worden teruggedraaid of opgeheven. Achter de partij zit dus geen groep lotgenoten die op dit punt tot inzicht willen komen, en eventueel hulp willen zoeken, maar eerder tragische mensen, die met de rug naar de toekomst lopen. Juist doordat die groep het jasje aantrekt van een politieke partij, is de pedopartij mijns in-ziens in strijd met de openbare orde. Volgens ons Burgerlijk Wetboek kan zij daarom verboden en ontbonden worden. Het initiatief daartoe ligt bij het Openbaar Ministerie.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2007
AA20070218

Staat van verwarring

Over euthanasie, vergevorderde dementie en het recht op leven

B.C. van Beers

Post thumbnail Mag een arts op grond van een eerder opgestelde euthanasieverklaring het leven van haar diep demente patiënt beëindigen, omdat zij meent dat er sprake is van uitzichtloos, ondraaglijk lijden, zelfs als de inmiddels wilsonbekwaam geworden patiënt zelf expliciet zegt (nog) niet dood te willen? Onlangs beantwoordde de rechtbank Den Haag deze vraag bevestigend. Dit artikel biedt een kritische juridische en rechtsfilosofische analyse van het vonnis.

Opinie | Opiniërend artikel
februari 2020
AA20200141

Staat-Magnus; nog éénmaal twee-wegen

Th.G. Drupsteen

Hoge Raad 22 oktober 1993 nr. 15164, ECLI:NL:HR:1993:ZC1107, Rechtspraak van de Week 1993, 211c, NJB-katern 1993. p, 502 (Staat/Magnus) Arrest van de Hoge Raad waarbij de twee-wegen- of doorkruisingsleer centraal staat. In deze milieurechtelijke zaak staat de vraag centraal of de Staat in zijn vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat zij door gebruikmaking van een onrechtmatige daadsvordering een mogelijk publiekrechtelijke regeling op onaanvaardbare wijze doorkruist. De Hoge Raad oordeelt aan de hand van de Windmill-criteria dat dit i.c. niet het geval is. In de noot wordt uitgebreid ingegaan op de verhouding tussen publiek- en privaatrecht en de doorkruisingsleer in het bijzonder.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
maart 1994
AA19940157

Resultaat 2677–2688 van de 2989 resultaten wordt getoond